o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
26-06-2011
defence
heb daarnet zitten bedenken dat ik eigenlijk een bericht over les murray wou schrijven, maar op een of andere manier heb ik in het vorige bericht de voorrang gegeven aan ann cotten, misschien omdat het een dametje is, een leuke (jonge) dame nog wel, met een trendy kapsel, zo'n beetje krom op een schattige manier en haar teksten waren trouwens ook de eerste die ik las op de website van poetry international 2011*.
toch wil ik even terugkeren naar les murray. ook omdat ik binnenpretjes kreeg toen ik die dikkerd (en ik zeg dit met tederheid) ongegeneerd, lichtjes hijgend en met zwier zijn teksten zag voorlezen. in 1998 deed hij het ook, gehuld in een kleurige strepentrui en het is ook in dat jaar dat hij een toespraak hield met als titel defence*, de verdediging van de poëzie.
ik publi hier het deel van zijn betoog waar hij het heeft over het ontstaansproces van een gedicht, waarbij hij eerst en vooral uitgaat van de stelling dat elke onbeschadigde
mens 2 geesten en 1 lichaam heeft. de ene geest is die van het wakkere
bewustzijn, de andere is de occulte geest van de dromen,
die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar bovendien in de vorm
van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn. de geest van het dromen is verantwoordelijk voor het mysterie van de poëzie, het wakkere bewustzijn voor de vormgeving ervan, het lichaam voor het ritme en 'de emotionele dans'.
het lezen van defence is als een baken voor mij, een geruststelling ook. defence geeft me een verklaring voor de veelvuldige momenten van trance waar ik reeds mijn gehele leven 'last' van heb, en waar ik soms moet tegen vechten, omdat ik vind dat ik ook 'wakker en bewust' door het leven moet stappen om mijn dagelijks leven een beetje comfortabel in te richten.
toch ben ik van plan naar de toekomst toe mijn droomsessies opnieuw meer ruimte te geven. in de winterse beslotenheid lukt dit hoogstwaarschijnlijk beter dan in de zomer, want als het zonnetje schijnt wil ik naar buiten...
'Wanneer ik mezelf bij
het schrijven van een gedicht observeer, merk ik dat ik in een soort trance
raak die mijn twee geesten en hun meesterknecht mijn lichaam met elkaar
integreert. De impuls een gedicht te schrijven kan van elk
van de drie afkomstig zijn, en ze leveren alledrie hun bijdrage aan de
creatieve trance. Het wakkere bewustzijn levert de woorden, de meeste ideeën en
waarschijnlijk ook een groot deel van de vorm van het gedicht. De droom
verleent het zijn tijdloze karakter en zijn mysterieuze en onaardse aura; ik
vermoed dat in elk gedicht de meer gedurfde vluchten en associaties - waartegen
het daglicht-bewustzijn zich zou verzetten als het niet op magische wijze tot
zwijgen werd gebracht - worden aangedragen op het vliegende tapijt van ons
droomleven. Het lichaam zorgt op zijn beurt voor gevoel en ritme, voor de vrije
en gebonden dans van woorden en beelden, en het levert ook de wetten van de ademhaling
die in het gedicht worden ingebouwd. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal
in sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de
adem voor heeft. Wanneer je het gedicht aanvangt in de juiste fase van het
groeiproces in jezelf, versmelten al die bijdragen in een duizelingwekkende
gelijktijdigheid. Onderbreek je die innerlijke ontwikkeling te vroeg, dan is de
kans groot dat het een verwarde, ongearticuleerde brei wordt; ben je er te laat
bij, dan krijg je algauw een steriele, uitgeloogde tekst, als een programma.
De geïntegreerde trance waarin het gedicht is geschreven houdt bij mij nog
enige tijd aan, enkele uren of dagen, en dan kan het nog een paar dagen duren
voordat ze helemaal is verdwenen. In die tijd kan ik het gedicht polijsten,
indien nodig veranderingen aanbrengen en de kwaliteit enigszins beoordelen. Pas
wanneer de trance helemaal weg is, kan ik het gedicht tenslotte echt
beoordelen, en soms blijkt achteraf dat de persoonlijke ervaring van de
integratie beter was dan het resultaat. Carl Jung en vele anderen voor hem
zouden die integratie-ervaring mijn ziel hebben genoemd, maar omdat ik niet
teveel wil pretenderen en me niet wil verlaten op een woord dat in het gebruik
zo is afgevlakt, heb ik het liever over mijn poëtische zelf. De versmelting van
mijn drie gewone zijnsvormen verhevigt elk van die drie op zich, en veroorzaakt
vaak zo'n hevige opwinding dat ik het niet al te lang achter elkaar uithoud
maar moet opstaan en me naar buiten haasten om even tot rust te komen; dan kan
ik terugkeren voor een tweede sessie. Het gedicht dat ik tijdens zo'n ervaring
schrijf, bevat die ervaring zelf, ook nadat de trance in mij al is verdwenen,
en dat des te duidelijker naarmate het gedicht beter is.
Wat ik in feite
maak is een nieuw lichaam geschapen uit woorden en de effectieve ordening van
woorden, waarin mijn ziel zoals die op een bepaald moment was, zal blijven
voortbestaan. Anderen, die op de poëtische of misschien kunnen we beter
zeggen artistieke ervaring zijn afgestemd, zullen de in mijn gedicht
belichaamde werkelijkheid op hun beurt ervaren, en als ik me bijzonder goed van
mijn taak heb gekweten, zal het alle anderen na hen net zo vergaan, zolang mijn
taal nog wordt gesproken of vertaald kan worden. Wat mijzelf betreft, ik kan
een gedicht nog na jaren herlezen en opnieuw iets van de trance van de
integratie beleven, maar nooit meer met dezelfde intensiteit. Om dat opnieuw te
ervaren, datzelfde niveau van innerlijke esthetische versmelting, zal ik een
nieuw gedicht moeten schrijven. Of kennismaken met een ander kunstwerk dat me
volledig in vervoering brengt. Ik heb al dikwijls verteld hoe ik voor het eerst
naar boven ging in het Van Gogh-museum in Amsterdam en werd geconfronteerd met
zijn schilderijen - op wat precies het juiste moment in mijn leven moet zijn
geweest - ik heb me toen op een van die zachte banken laten zakken en eerst een
tijdje geslapen, als had ik er behoefte aan me van die aanvankelijk
verpletterende indruk te bevrijden. Ik hou nog steeds erg van zijn werk, maar
dat heb ik nooit meer hoeven doen.
Er schijnt in dit leven, in dit stadium van
onze evolutie, een intrinsieke wet te zijn die bepaalt dat we ons hele zelf -
het volledig aanwezige besef van alles wat we zijn en kunnen zijn - weliswaar
kortstondig maar niet als een stabiele, permanente toestand kunnen verdragen.
De versmelting blijft voortbestaan in het produkt, maar niet in ons. Dit is
naar mijn mening het essentiële model en de structuur van alle menselijke
creatie, en de reden waarom we nooit ophouden te creëren, hoe armzalig de door
ons vervaardigde ziel-lichamen ook mogen zijn. We hebben dat proces poëzie
genoemd (poiesis: maken), duizenden jaren voordat er andere namen aan werden
gegeven, en het is zo goed als zeker dat we het eerder hebben uitgedrukt in
woorden, muziek en dans dan met andere middelen, hoewel grotschilders daar
weleens tegen zouden kunnen protesteren, wanneer ze even uitrusten van het
schroeien en inkleuren van hun slangen en bizons op de kalkstenen rotswanden.'
hoe ijdel moet ik zijn om dit gedicht te schrijven...
(ann cotten)
In droomritme ademen als je wakker bent en ver van je bed, dat is de gave. Tragisch zijn met een boek op je hoofd.
Les Murray, 'Het instrument'. Iemand met een diepe, ruime borstkas zal in
sommige gevallen bijzonder lange verzen schrijven, gewoon omdat hij er de adem
voor heeft.
Les Murray, 'Defence', 1998.
de 42ste uitgave van poetry international is weer eens verleden tijd, maar op het web kun je de voordrachten herbekijken en al de gedichten nalezen*. waarom ik al jaren zo gek ben op poetry international? omdat ik mij voorhoud dat daar in rotterdam het beste van het beste wordt getoond, op wereldniveau, en omdat ik mij daaraan eigenlijk altijd al een beetje wilde optrekken, of beter gezegd, omdat ik vaag de ambitie had dat niveau te bereiken. ondertussen besef ik wel, dat ik niemand hoef na te apen, dat ik gewoon zelf moet proberen mijn eigen 'gave' te ontwikkelen, door nooit op te houden met schrijven, door 'mijn tijd niet te gehoorzamen' en 'in droomritme te ademen terwijl ik wakker ben', niet bang te zijn tragisch rond te lopen 'met een boek op mjn hoofd'... ik citeer hier de australische dichter les murray, voor een tijdje weer een van mijn absolute favorieten.
samengevat: mijn passie voor literatuur blijvend beleven.... ambitie is goed, overmoed is belachelijk, daarom de titel van dit blogbericht.
toch vind ik dat het bekijken van de livestream van de 42ste poetry international mij toch wel iets heeft bijgebracht: namelijk de overtuiging dat het de huidige tendens is ademlooslange teksten te schrijven. zonder hoofdletters, punten of komma's, zonder strofevorming, zonder vast metrum of rijm, zonder opvallend verschil met proza, of het zou het ontbreken moeten zijn van interpunctie en klassiek- correcte syntaxis.
een voorbeeld hiervan is het gedicht solidus, van de duits-oostenrijkse ann cotten, dat op het eerse zicht een opsomming lijkt. bij nadere lectuur ontwaar je toch denkende en voelende links, ook lees je automatisch hele zinnen, paragrafen, betoogjes, die er eigenlijk niet staan, maar die zich in en buiten het gedicht vormen. in ons hoofd, in ons hart, in onze tweede 'geest' - waarover les murray het heeft in zijn schitterende 'verdediging' van de poezie*. waarom nog hele verzen neerschrijven als deze zich - in alle mogelijke varianten - toch automatisch in de geest van de lezer vormen?
SOLIDUS
De klinker bij Kinker / de daling in Staring / het
Waterlooplein / de druipende naalden / de loop door de kamer / het
deksel / het geeuwen / de blinkende daken / de stap van het type dat
achter me loopt / de stappen op trappen / de vlekken op trappen / het
kraken van gangen / de liefde in hallen / het mooie van versmaat / de
hinkende versmaat / het scandeerhuis / de trucjes / de lasser / het
liegende bed / de slogans op bussen / de zeiler op reis / het
voorlaatste blaadje / het voorlaatste blad / de regen op daken / de
duiven op bordjes / de zangval van zinnen / de passende maat / het
beukende ritme / het smeulende peukje / de spiegel / de haven / de
wratten / de arm Het schuine verzetten / de hand onder water / het radicale het
kiepen van flessen / het kieken in huis / het knippen in niksigs / de
stromende lucht / de verbeterde grap / en kevers / en breuken / en
drinken / en tonnen en banden die piepen en randen / en plagen /
en laarzen / atomen / atomen in banken / verbindingen / slogans / en
zwendel / en schuren met reeën en hooi / vervaging in nachten /
verscheping in kisten / insomnia / kraken / en volume control / en
dammen / en blaten / en blikken, gewiekste / zich legende kisten / en
kennis / en schismas / tropismen en neuken / ontglippende sokken / het
gonzen van dieren / register van dingen / het gloeien van wangen / het
trekkende lachen / het malle van grappen / het op zijn van wijn / het
dweilen van vloeren / het kijken naar striemen / het jij-woord / het
zwellen / het glippen van riemen / de hoogbouw / het hondje / verdelers /
vervangers / en kammen / en dimmen / en liefjes / kantines / en floppen
/ en kusjes / en raspen / en kieuwen / de longen in stalletjes /
slingeren rond
de verdichting die ann cotten hanteert is heel intens. ik krijg vaag het vermoeden dat zij hiermee aantoont hoe woorden en zinsdelen zich in onze geest wentelen en nestelen en hoe moeilijk het is een taal te verzinnen die door iedereen op dezelfde manier wordt geinterpreteerd. dit geldt niet alleen voor de literatuur, maar ook voor de gewone 'dagelijkse' communicatietaal. dus ook voor de taal van de media die, zoals we weten, met de juiste manipulatieve truuks, ongelooflijk veel invloed kan hebben op het maatschappelijk bestel, op onze manier van denken en voelen.
een onrechtstreeks bewijs dat woordentaal niet volstaat om te communiceren en tegelijk ook een aanwijzing dat de slogan: 'de taal is het volk' en dus afgeleid daarvan, het talige eenheidsideaal larie en apekool is en het democatisch denken en voelen grandioos in de weg staat.
een bevrijding vind ik het, dat deze gedichten bestaan en toonaangevend zijn. een troost voor alle dichters en ook voor alle mensen die berispt worden omdat zij weigeren binnen de lijntjes te kleuren.
http://www.poetry.nl/read/defence98: 'Elke onbeschadigde mens heeft twee geesten en een lichaam. De ene geest
is die van het wakkere bewustzijn, de andere is de occulte geest van de
dromen, die ons volledig in beslag neemt wanneer we slapen maar
bovendien in de vorm van dagdromen aanwezig is als we wakker zijn'.