o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
18-06-2015
facebook - literair project
Onlangs was ik uitgenodigd om deel te nemen aan een literair project op facebook. We moesten 5 opeenvolgende dagen een gedicht of een tekst posten op facebook.
Ik grabbelde in mijn dromenboek, selecteerde 5 dromenfragmenten waarin textiel, kleren en kleuren een rol speelden.
1. Droom nummer 59
Ik zat op de schouders van een man,. Hij had me in een opwelling opgetild en liep schertsend met me door de nacht. Ik droeg roze tule en taft en satijn, mijn jurk wapperde bij elke stap. Ik glunderde en schommelde met mijn blote benen. Was die man mijn vader, was het A.? Was het een nieuwe man, was het Konstantin uit Sturm der Liebe? We kwamen voorbij een traliehek, waarachter een krokodil schuilde. Een man toonde het beest. Hij had het in zijn armen, maar verwittigde ons voor het gevaar.
Mijn voordeur was gloednieuw (eindelijk gerepareerd!) en blonk in de nacht. Thuis hadden mijn ouders het haardvuur aangestoken, de vlammen likten warm en blauw aan het hout. Mijn dochter ging naar bed, zij was weer slechtgeluimd en mopperde.
2. Tweede droom. Als ik aan droom 5 kom zal ik iemand nomineren. Of wil Annelies De Ville een verhaaltje/ gedicht schrijven? Over kleren, kleuren, textiel?
Droom nummer 33
(Teruggevonden droom)
Ik droomde dat ik met de trein vertrok naar de Caraïben. Mijn koffers puilden uit van jurken en ensembles. Merknaam: Rue Blanche. Eénogige Johnny kwam me halen met zijn helikopter, beschilderd met de uitbundige kleuren van Christian Lacroix.
De dageraad parelde in aquareltinten. De heuvels kleurden lichter naar de horizon toe, in tinten van diep kobaltblauw en koel monastraal blauw. Van superfijn ultramarijn naar bijna rozeachtig chinees wit. Sepiabruin en de kleur van gebrande groene aarde - en ook schitterend smaragdgroen.
Eénogige Johnny zei: ach, ik kom hier eigenlijk alleen maar om vliegles te geven.
Hadden al die meisjes een naam?
Ps: hierbij een foto van Lady Gaga in Chrristian Lacroix. Zij heeft dezelfde haarkleur als ik.
3. Droom nummer 47
De purperen tas (fragment)
Ik arriveerde op een school voor een interim-opdracht. Ik droeg een sneeuwwit pakje (jasje, broek) en was superslank, want ik voelde mijn lenige heupen, mijn magere dijen elegant heen en weer bewegen in de pijpen van mijn witte plooibroek.
De directrice werd geassisteerd door een glimlachende mooie man. Krulhaar, prettig blauw overhemd, jeans. Later bleek hij haar zeventienjarige zoon te zijn, wat ik niet geloofde. Zijn leeftijd, bedoel ik. Maar hij ontlastte me wel van mijn tas, een schitterende purperen schoudertas met lederen handvatten en applicaties. Hij zou de tas voor me bewaren, op een veilige plaats.
In de halfduistere leraarszaal (want het was kersttijd) babbelden we er lustig op los. Ik maakte kennis met een dame met opgestoken haar, zij hield van jazz. Een guitig dametje had glitters aan de hals, een heel mooi decolleté. In een flits zag ik A. (wat deed hij op mijn school?) die vrouw begluren. Ik was al bang dat hij haar interessant ging vinden. Om de jazz natuurlijk. Maar hij keek verbouwereerd naar haar slierten haar en haar wat overdreven maquillage.
4. Droom nummer 49
A hypnagogic hallucination
Een dame in luxueuze jas met bontkraag en hoed werd achternagezeten door een onduidelijk iemand, een onduidelijk iets. Zij verplaatste zich als in een computergame, als een figuurtje uit een nintendo-spel. Ze schoof vooruit, achteruit, naar links, naar rechts. Plots rende ze (op hoge hakken) vakkundig de hoek om. Schitterend. Ze was nu volkomen onzichtbaar, ze was verdwenen, foetsjie….
ik was plots klaarwakker.
4. Reeds de vierde bijdrage betreffende mijn vijfdaagse publicaties ter bevordering van de literatuur in Vlaanderen!
Ongelooflijk in hoeveel van mijn dromen textiel en kle(u)ren belangrijk zijn. Niet verwonderlijk: mijn lieve mama was een begenadigd naaister en in mijn vroege jeugd hadden wij het altijd over kwikjes en strikjes. Ik nomineer Micheline Cuypers om mee te doen!
Droom nummer 29
Dentelle de France
Ik had weer eens een lief. Zijn naam was Patrick. Een Ierse naam. Sint Patrick’s day, bedoel ik.
Patricks moeder leek erg jong van veraf gezien. Maar van dichtbij klopte en dreinde haar huid op haar jukbeenderen. Klaar om te verschrompelen. Een doodsstrijd. Zij had zwart heksenhaar. Geverfd, natuurlijk.
Als hobby verzamelde zij ‘ongedierte’: wormen, slakken, meikevers. Zij kwam aandraven met een kistje: daarin bewaarde zij een verzameling levende wormen, die zij had aangekleed als ballerina’s. Met roze jurkjes, hoepelrokjes, katoenen gebreide accessoires, kleurige linten en bloemen.
De glibberige lijfjes, gewurmd in satijnen volants afgeboord met sexy zwarte kant - 'Dentelle de France' - krioelden door elkaar in de sigarenbox.
5. Vijfde en laatste bijdrage voor het vijfdaagse project voor de bevordering van de literatuur in Vlaanderen. Dit keer een echt gedicht, geschreven bij een schilderij van Thomas Roose. zie http://static.skynetblogs.be/media/169074/1959516155.pdf
opiumdroom
hoe heerlijk moet het zijn te slapen in dit bleek papaverveld. duizend klaprozen als wolkenwitte ballerina’s, hun kelkjes pronkend strak en opwaaiend in maanlicht. de avondkou omarmt. de wind waait zacht als lucht maar in mijn dromen in mijn slaap kijk ik verbaasd de uren in. ik wentel mij in rokken van gebroken wit, mijn stelen slank en buigzaam, mijn sappen honingzoet en smakend naar de maan. ik voel mij zwangerblauw en rijp van zaad, maar hoor hoe messen scherp en wreed papavers slaan. ik zie mijn zussen krakend krimpen, hun jurken geurig van de waan. zij sissen gauw van hemelsblauw, hun poederhart belooft wanhopig troost. het is nu tijd om op te staan, maar oeps! mijn dromen vloeien weg, voorgoed van hiervandaan.
Tenslotte wil ik een eresaluut brengen aan onze Vlaamse dichters die deelnamen aan Poetry International: Peter Verhelsten Els Moors. Els Moors' fuckende konijnen herinner ik me voor eeuwig, en sinds ik De boom N. van Peter Verhelst heb gelezen (ook al jaren geleden) ben ik verliefd geworden op tuinen...
de pijnboom en het reiken
’s Middags wemelen de boomkruinen van de cicaden ’s avonds drijven ze van ons weg de vallei in op sleeptouw genomen door duizenden mammoeten
waarom duizenden mammoeten hier nacht na nacht met ingetrokken poten kop vooruit springen van rots naar rots – hoewel ze uitgestorven zijn
hoofd in de nek ogen gesloten gaan we op en neer vormen we nieuwe sterrenbeelden nauwelijks een seconde vlammen ze op
over duizenden jaren zal iemand op dezelfde plek –
in dit voetlicht zoek ik de witte fuckende konijnen de leegte staat op draagbaar een twee drie mars laten we samen bewegen en niet onnodig wervels kraken leg beide handen liefdevol rond dit brein wij gaan huiswaarts naar het witte fuckende konijn
Ditmaal een Poolse dichteres, maar ook de Russische dichter Philip Nikolayev, met zijn leuke smoel, vind ik super!
INNA RÓŻA Urodziłam niesamowicie piękną córkę, jej zęby, jej włosy są jak z Pieśni nad Pieśniami. I sama poczułam się piękna, dziękuję. Ale ona to zupełnie inne piękno, to jest piękno, które chcę chronić. Gdybym miała jakieś swoje piękno, wstydziłabym się go, zresztą pewnie mam jakieś piękno, faceci nie lataliby tak za mną, gdybym go nie miała, ale nie lubię swojego piękna, bo faceci latają za nim. Piękno mojej córki to co innego. Piękno mojej córki, tak uważam, jest jedyną nadzieją tego świata.
EEN ANDERE ROOS Ik heb een ongelooflijk mooie dochter gebaard, haar tanden, haar haren zijn als het Hooglied. En zelf voelde ik me mooi, dank u. Maar zij is een heel andere schoonheid, een schoonheid die ik wil beschermen. Als ik zelf schoonheid had zou ik me ervoor schamen, trouwens, ik bezit vast wel enige schoonheid, kerels zouden niet zo achter me aan zitten, als ik die niet had, maar ik hou niet van mijn schoonheid, want kerels zitten achter haar aan. De schoonheid van mijn dochter is iets anders. De schoonheid van mijn dochter, dat meen ik, is de enige hoop van deze wereld.
'Bargielska ondervraagt het bestaan zelf en doet dit met een kracht ontsprongen uit verbijstering, woede en tederheid – soms gecontroleerd, soms de oppervlakte doorbrekend. Je kan er nooit helemaal zeker van zijn of ze serieus of humoristisch is. Net wanneer je ontspant, wanneer je je in bekend gebied waant – iemand die een selfie schiet, het beëindigen van een romantische affaire, het verpletterde lichaam van een insect op de trap – word je scherp overeind getrokken door veel grotere vragen. Bargielska’s schrijven ontwapent en zet je tegelijkertijd op het verkeerde been.
Haar meest recente bundel Nudelman werd in 2014 gepubliceerd, hetzelfde jaar waarin haar literaire toneelstuk Clarissima in première ging bij het Witkacy Theater in Zakophane, opgevoerd door Alesandra Justa. Bargielska woont in Warschau, waar zij ook geboren is. Ze doceert poëzie en proza aan masterstudenten van de Jagiellonian Universiteit in Krakow.'