Vroeger gooide ik hoge ogen met mijn inventieve
bricolagewerk. Met vroeger bedoel ik mijn langgerekte vrijgezellentijd. De tijd
dat rijsttapijt en Raufaser ìn waren. Als de zon erop scheen kon dit zo
heerlijk geuren.
In een handomdraai legde ik een extra kabeltje of
lichtpunt. Mijn kennis vergaarde ik zo links en rechts. Denis-van-op-'t werk
maakte me diets dat ik een flexibele kabel diende te gebruiken om verder te
bouwen vanuit een bestaand stopcontact. Zijn versie van humor, die ik niet
aanvoelde, hij was immers elektrieker en ik de leek. Een bagatel, ik kreeg
kortsluiting noch brand, dus... zand erover!
Ik maakte mezelf een bedstee. Twijfelachtig maar
solide. Luchtig boorde ik gaatjes in de beddeplank.
Knutselde met koebellen een deurbel in elkaar.
Maakte inbouwkasten voor de keuken en een
multimediakast voor in de living...
Tegenwoordig sta ik eerder huiverachtig tegen
dergelijke karweien, en vertoon ik uiststelgedrag.
Een tijdje geleden kocht ik een nachttafeltje
voor mijn jongste. In mijn verbeelding diende ik een hele dag te reserveren om dit
meubel in elkaar te steken. Uiteindelijk kon ik er niet meer onderuit: ik had
een hele dag ter beschikking.
In vogelvlucht bekijk ik de handleiding en merk
op dat alles reeds in het pakket voorradig is, ik hoef mijn gereedschapsset niet
uit te halen!
Ik besluit niet impulsief te werk te gaan, en
alles van naaldje tot draadje te lezen en uit te voeren. Ik neem er de tijd voor
en het verloopt vlot. Ik schraap mijn keel reeds om halleluja te zingen. Ik
begin de wieltjes erop te vijzen en constateer dat er twee gaatjes te weinig
voorgeboord zijn. Dedju dat plan trekt ook op niets. Moet ik er nu twee keer
twee gaatjes bij creëren? Bijtijds bedenk ik dat, mogelijks mischien eventueel,
ik een foutje heb gemaakt?
En ja, ik heb twee plankjes verwisseld. Gebaar ik
van krommenhaas of ga ik terug naar nul?
Ik vijs alles weer los, verplaats de schuldige plankjes en zet alles weer in elkaar met het plan in mijn hoofd en binnen handbereik, ge weet maar nooit! Het kost enkel wat tijd en meerdere houtvezels eer in haar kamer een
nachtcontainertje prijkt en dan is het daar volgens mij ook nadrukkelijk
aanwezig: groot en blauw...
"Deelnemen is belachelijker dan
winnen," beweerde Artuur - een bewoner uit onze voorziening - ooit, waarmee hij uiteraard bedoelde dat het
belàngrijker is. Geregeld poneert hij dergelijke uitspraken, steeds goed voor
een moeilijk te bedwingen binnenpretje bij de toehoorder, waarna glimlachend de
puntjes op de i worden gezet.
Op de voorpagina van De Standaard stond vandaag
deze stelling (Deelneming telt) getiteld bij een foto van de Special Olympics
European Youth Games in Rome. Meteen gingen mijn gedachten naar onze deelname in
oktober 1994, aan de Spaanse Special Olympics in Barcelona. De spelen gingen
eigenlijk door in Granollers en we logeerden op 70 km daarvandaan, in Lloret del
Mar. We waren daar een van de twaalf uitgenodigde buitenlandse organisaties.
Toen wij met ons groep volwassenen met een mentale handicap het stadion binnenwandelden, ontsteeg er aan het publiek
een enorm gejuich. Voor we naast onze schoenen liepen van misplaatste trots,
drong het tot ons door, dat het gejubel niet ons betrof, maar de gouden kampioen
op de 50 km snelwandelen bij de Spelen in 1992, die met ons meemarcheerde...
We kregen een persoonlijk begeleidster die ons
tijdens heel ons verblijf met raad en daad bijstond. Eva, een frêle meisje, dat
met hart en ziel de plaatselijke sport, namelijk menselijke piramides, bedreef
en klom tot op de hoogste schouder.
Daar beleefden we het meest spectaculaire
indoor-openingsspektakel ooit. Het kan ook de afsluiter geweest zijn, dat
herinner ik me niet goed meer. Het kwam toen rechtstreeks op de Spaanse
televisie. Vergeleken met de Belgische ceremonies waarbij je vreselijk lang
moest wachten eer je met je sportclub de atletiekpiste mocht opparaderen en
daarna nog meer geduld moest oefenen tijdens de ellenlange speeches, hiermee
vergeleken was dit dus pure luxe...
We hadden drie atleten die de 5.000 meter liepen,
ze eindigden op nummer één, nummer twee en ja ook op nummer drie. En
natuurlijk waren er meer dan drie deelnemers hé! Ook onze vijfkampers haalden
allebei een podiumplaats!
Ach, het is natuurlijk allemaal lang geleden,
maar jaarlijks zakt er toch een delegatie van onze sporters af naar de Nationale
Special Olympics. Ik heb dat toendertijd altijd graag begeleid, de sfeer is
formidabel en de vermoeidheid navenant. Een anecdote die ik nooit zal vergeten
is Wigbert die er bij de 5.000 meter als een pijl uit een boog vandoorschoot,
bewonderend gemompel bij de toeschouwers, wat een atleet! Voor de tribune viel
hij stil en zwaaiend naar zijn supporters liep hij op een sukkeldrafje verder.
Dit twaalf ronden lang. Eerste is hij niet geworden. Maar uitgelopen heeft hij
het wel. En hierdoor een verdiende deelnemersmedaille behaald. Deelnemen, en je best doen, daar
gaat het immers om!
Voor de eerste keer in zijn leven staat hij aan de andere kant van het
babysitten. Hij wordt gevraagd om van zes tot elf op twee dametjes van acht en
zes te passen. De kindjes in kwestie, kent hij al een aantal jaren. Eigenlijk
gaf men de voorkeur aan zijn zus, maar zij was die avond niet vrij. Zij heeft echt
wel "opppastallent", ondanks haar jeugdige leeftijd. Maar volgens mij
heeft ook hij heel wat in zijn mars, hij is een ervaringsdeskundige bij
uitstek.
De afspraak is los van mij geregeld, details ken ik niet. Moet hij er zelf
naar toe? Komen ze hem halen? De babysit himself weet het niet. Tien minuten na
zessen verneem ik dat hij eigenlijk reeds tien minuten te laat op zijn
werkplek is. Hals over kop moet hij de lijnbus nemen, zonder goed te weten welke
verbinding erop volgt...
Nadat ik zus bij Racing Gent heb afgezet, ben ik te gast bij een vriendin.
Na afloop van de training is mijn dochter, samen met een tiental vrienden en
vriendinnen uitgenodigd bij een clubgenootje, ze blijft er zelfs slapen, ook al
dient ze de volgende ochtend reeds om kwart voor negen paraat te staan voor de
vioolles. Ze is in de wolken...
Ik kort mijn vriendenbezoek in, om zoonlief op te vangen na zijn
babysitdienst. Om middernacht nog geen teken van leven. Een belletje en ik
verneem dat hij nog steeds ter plekke is en geen idee heeft tot wanneer... Een
half uur later begin ik al wat zenuwachtig te worden, want hij moet de
volgende ochtend om kwart voor acht bij zijn basketbaltrainer zijn. Ze gaan een
weekendje klussen tijdens de marathon van Oostende en het mountainbiken in
Koksijde, geloof ik. Om hiermee een basketbaltornooi te bekostigen, als ik het
juist heb... Veel slaap zit er dit weekend dus niet in...
Pas om kwart voor twee is hij thuis...
Achteraf hoor ik dat de meisjes in kwestie heel tevreden waren over de geleverde diensten: hij speelde spelletjes en las een verhaaltje voor het slapengaan. Hij
zelf was geraakt door hun gesprekken. De ouders van een klasgenootje waren
gescheiden. Het oudste kindje merkte op dat dit eigenlijk even erg was als bij
hen. Hun mama was een jaar eerder overleden. Hij had met hen te doen...
Ik heb me dit
de voorbije jaren herhaaldelijk afgevraagd, wat, indien, als Ik lees het zo
hier en daar en ervaar het als een persoonlijk gemis: het kunnen zorgen voor
vader of moeder
Zestien (en
een half) was ik toen mijn moeder stierf, en oudste van zes. Nog geen half jaar
later moeten we afscheid nemen van bobonne, die een 3-tal jaren bij ons inwoonde
vóór mama opgenomen werd in het ziekenhuis. Bijna dag op dag een jaar later
sterft papa, hij is zesenveertig, nèt
Wanneer mijn
moeder overlijdt lijken mijn jongste zusjes en broer dit, schijnbaar, min of
meer gemakkelijk te aanvaarden. Ons Bietje: ah dan is mama in de
hemel We praten er nauwelijks over ook, uit schrik wonden open te rijten.
Op een familiefeest, vijf maanden na mamas heengaan, verzucht onze vader dat
niemand aan haar denkt. Wel integendeel! Maar we vermijden het om dat onderwerp
aan te raken!
De last die op
mij weegt, wanneer ook papa sterft, kan ik aan niemand beschrijven. Ik voel me
zo verantwoordelijk, maar weet niet hoe ik dit in daden kan omzetten. Ik weet er
geen raad mee. Nergens kan ik ermee terecht. Over gevoelens wordt dan immers
niet gepraat.
Dus werk ik
mijn humaniora af, terwijl de toekomst één groot vraagteken is. Ook al weet ik
dat het zinloos is, toch ga ik voor het maturiteitsexamen en haal het
bekwaamheidsdiploma, indertijd een ticket voor de universiteit. Het stelt niet
zo veel voor, maar toch Ik voel me droef omdat de weg die ik wil inslaan,
doodloopt
Met loden
schoenen zoek ik dus werk. Het zijn gouden tijden, keuze te over. De jaarbeurs,
de spiegelfabriek, het consulaat. Het eerste heeft mijn voorkeur, hectische
perioden afgewisseld met kalmere tijden. Maar blijkbaar zit men dringend om een
kantoorhulp verlegen op de spiegelfabriek. Wat een aanpassing! Daar geldt nog de
42 ½ uren-week! Lange dagen.
Nauwelijks verlof. Het werk op zich vind ik wel leuk. Voor mij is het een
uitdaging vlugger uit het hoofd te rekenen dan het toestel! Ik vertrouw ook niet
klakkeloos op mijn machine, maak gebruik van mijn mathematisch inzicht. En dat
wordt gewaardeerd.
Maar niet in
het loonzakje! Maandelijks worden we cash uitbetaald. Het hoort niet om tijdens
het werk de inhoud van je omslag te controleren. Eigenlijk moet je werken voor
je plezier, het loon is bijkomstig, zo suggereren mijn collegas, en ik, dom
schaap, trap daarin!
Mijn verdiende
geld geef ik thuis af, tot op de laatste frank. Iedereen vindt dit normaal. Ook
ik. Het enige dat ik voor mezelf hou, is mijn nieuwjaarspremie, en daardoor kan
ik me een platenspeler veroorloven op mijn 21e, al voel ik me
daarover schuldig. Geen van mijn zussen heeft immers zon extraatje!
Thuis doe ik
mijn best maar ik heb voortdurend het gevoel dat ik niet aan de normen voldoe.
Seske is een huishoudelijk talent, ik niet. Dat ik het op school niet slecht
doe, telt nu niet mee, zal nooit meer meetellen
Of toch?
Wanneer mijn broer achttien wordt wil hij niet verder studeren, ondanks ons
aandringen. Hij is nochtans intelligent genoeg Ik heb toestemming van mijn
Kempische nonkels (ook al vinden zij diep in hun hart een opleiding voor meisjes
nutteloos), en schrijf me in op de normaalschool, een korte opleiding van twee
jaar. Ik wil graag les geven in het BLO. De directrice is blij met mijn
kandidatuur, een gemotiveerde leerling Mijn werkgever belooft me opslag als
ik blijf. Maar ik wil koste wat kost verder studeren, al moet ik mijn droom
Germaanse laten varen
September
1974.. Ik word afgeroepen bij de start van het schooljaar. Maar ik ben er niet.
Boontje zoekt geen werk. Ik berg mijn droom op. Blijf bij mijn werkgever, zonder
salarisverhoging. Voel me triest.
Een jaar later vind ik een manier om een nieuwe job te combineren met een nieuwe
studie. Wat ben ik gelukkig!
Uiteindelijk
hebben we het er allemaal zonder kleerscheuren vanaf gebracht. Boontje volgde
avondschool en kreeg daarna een universitaire opleiding, naast zijn fulltime
job. En nu, nu we in kalme waterkens varen, krijgen we toch af te rekenen
met de demonen van vroeger. Waar bleef de ondersteuning? Waar moesten we heen
met ons verdriet, ons gemis?
Mijn eigen
pubers werpen me terug in de tijd. Het is zo confronterend! Maar nu ben ik
volwassen en zelf moeder. Niet meer de oudste zus die zich geen raad weet en
geen natuurlijk gezag heeft.
Zelfs nu is het moeilijk, met mijn eigen kinderen. Zonder partner. Zonder iemand die het af en toe van mij overneemt en zegt dat
ik het goed doe. Zonder iemand die af en toe zegt: zo is het, en niet anders
Twee weken geleden was hij nog eens in Oostende om te golfsurfen. Hij kwam de studio binnen, snoof eens diep en verkondigde: "Ha, ik ruik de vakantie weer!" Hij heeft echt heimwee naar die zomermaanden waarin hij met volle teugen genoot. Zijn Afrikaanse naam is hem op het lijf geschreven: Kunde, en dat betekent VRIJHEID...
Dit vond ik, van zijn hand, tussen mijn documenten:
Eindelijk vakantie 2 maand lekker chillen,
En we doen alles wat we willen!
BUITEN MET DIE WEKKER!!!
Geef eens de tv stekker
Ik ga 3 weken niet in bad
Zwerf uren rond int stad
Ik blijf ongezond laat op
En loop rond met een mottige kop
Met mijn wiskundeboeken stook ik de open haard
Dan zijn ze tenminste nog wat waard
Ik loop elke dag op straat
Tot s avonds heel laat
En doe heel wat mensen kwaad
Ik veeg mijn voeten aan de regels
En spuw op de livingtegels
Want het is vakantie, de twee maand waar je alles mag
Ja jaaa vakantie elke dag!
Huh?! MILJAARDE MILJAAAAAAR, 't is nie waar, t is weer een nieuw schooljaar...
Tja, die vakantie is ondertussen een herinnering... Hij is een meester in het koesteren en opdiepen van zijn wedervaardigheden.
Ik laat hem zelf vertellen over zijn eerste woordje Engels:
"Het is misschien maar een belachelijke herinnering maar ik vind deze speciaal en het is iets wat nog scherp in mijn geheugen zit.
Ik was 2 jaar en mijn papa had me net in mijn bedje gestopt. Ik bleef meestal niet in mijn bed maar deze keer wel omdat mijn papa thuis was en ik was een beetje bang van papa omdat hij streng kon zijn.
Er was een vriend van mijn papa, een Afrikaan en Afrikanen onder elkaar zijn nogal luidruchtig, dus ik kon het hele gesprek van op mijn kamer volgen. Maar ik snapte er toch niets van omdat het in het Engels was, ik verstond alleen Frans en een beetje Nederlands. En toen ving ik een woordje Engels op: pipo eigenlijk people en ik keek toen onmiddellijk naar mijn knuffel clown en ik viel daarna in slaap.
Ik herinner mij ook iets cool uit de derde kleuterklas.
We waren op de speelplaats, jongens en meisjes, aan het praten en ineens ontstond er gekibbel. Iedereen stond gelijk in een kring maar ik stond er buiten. Toen op een gegeven moment werd het me teveel en wou ik de ruzie stoppen maar ik werd altijd uit de kring geduwd. Dus ik dacht ik spring erover, en dat was geen droom hoor want ik ken iemand die het zich ook nog herinnert. En het was me gelukt om over de mensen te springen en zo midden in de kring te landen en doordat ik gelijk uit de lucht kwam vallen is de ruzie gestopt. Voilà."
Ze kijkt om nadat we afscheid hebben genomen aan de uitgang. En nog eens. En nog Ik blijf wachten en zie haar verdwijnen, een stip uiteindelijk.
Het is finale van de Beker van Vlaanderen en zowel de jongens als de meisjes zijn geselecteerd na een spannende halve finale. Het was làng geleden dat de meisjes er nog eens bij waren.
De ochtend is grijzig, de zon is nog niet van de partij. Picknick, drankjes en dergelijke zijn ingeladen, de GPS meldt: Rij voorzichtig, het signaal is te zwak en dat doen we ook tot onze eerste halte, het benzinestation. Of in mijn geval: de dieselpomphouder. Zalig mijn Berlingo na die zuipschuit van een Omega!
Mijn sprekende wegwijzer instrueert mij een dik half uur later om de afrit Berchem/Wilrijk te nemen, in stomme tegenspraak met mijn afgeprinte route. Maar ik heb een blind vertrouwen in mijn computergids, die me de stad in- en uitloodst. Ik heb wel bedenkingen bij de snelste weg maar allé, we arriveren toch bijtijds in Lier.
Het wordt een stralende dag in verschillende opzichten.
Vooreerst de zon die inmiddels is opgedoken en ons de hele dag verlicht, verwarmt en opvrolijkt.
De jeugd zet schitterende prestaties neer, die bevestigd worden bij de prijsuitreiking. Jongens en meisjes halen allebei de tweede plaats, vreugde alom. Ze sprokkelde bij de werpnummers heel wat punten, maar het siert haar dat ze hierdoor geenszins naast haar schoenen loopt, net zo min als haar collega-sprokkelaars.
Het programma is serieus uitgelopen en het wordt sprinten om op tijd te zijn voor mijn nachtdienst
Maar wat de dag bijzonder maakt voor mij is het bezoek van mijn zus. We zien haar zo zelden en ik was ronduit blij dat ze op mijn uitnodiging inging, samen met haar dochter, mijn petekind. We kunnen wat bijpraten, zijn blij met elkaars gezelschap, al wordt mijn aandacht voordturend afgeleid naar het atletiekgebeuren. Wat lijkt ons Padelleke uiterlijk op mijn andere zus! Die is er natuurlijk ook samen met mijn schone broer en hun jongste die de eer van de pupillen verdedigt. Zij slaagt erin als eerstejaars 8 punten bijeen te rijven met een vijfde plaats bij kogelstoten. De nichtjes zijn aan elkaar gewaagd!
Wanneer het afscheid nadert wandel ik met haar mee naar de parking om mijn vouwstoeltje uit de auto te halen. Een ganse dag hangen en staan laat zijn sporen na, ik wil wel eens zitten.
We zijn geen kussende familie, dus scheiden onze wegen verbaal en met een intens oogcontact Ik blijf kijken en zij kijkt om en om
"En, heeft het deugd gedaan bij de kinesist?" vraag ik hem wanneer hij iets na vijven thuiskomt. Nee, want hij was te laat omdat zijn fiets weer verstek liet gaan: versnelling, ketting en tandrad zijn stuk. Inwendig kreun ik, hij zal weer nonchalant geweest zijn, zeker? Gisteren zag ik hem ook al toekomen met zijn vriendin op de bagagedrager
Maar de kinesist had nog een gaatje, hij mag straks om acht uur terugkeren.
Hij is te moe om naar de fietsenmaker te gaan, een eindje verder in onze straat, maar laat zich toch overreden.
Nadien moet hij ontstressen van zijn intensieve schooldag: een hapje eten, wat drinken, zijn favoriete programma op de buis bekijken en vertellen over wat hem momenteel bezighoudt. En nu denk ik, wat heerlijk dat ik halftijds beginnen werken ben, een goed half jaar geleden. Mijn tieners kunnen écht thuiskomen! Ik ben heel blij dat ik van het georganiseer van de babysits en het nablijven op school af ben! Maar dat is een verhaal apart
Na de ontspanning volgt de inspanning voor schoolwerk en dan is het tijd om de herstelde fiets op te halen. Een pak van mijn hart, de panne was te wijten aan pure slijtage. Zevenentwintig euro moet ik neertellen, vorige week waren het er tweeëntwintig
Mijn dochter en ik hebben ons net in de zetel geïnstalleerd wanneer hij furieus terugkomt van de kinesitherapie. Zijn fiets is gestolen!
In zijn haast had hij niet de moeite genomen zijn fiets op slot te doen, wat een uitnodiging voor gauwdieven! Ik slik mijn preek halverwege in, besluit in de omgeving een kijkje te nemen, je weet maar nooit In een ver verleden hebben ze mijn tweewieler eens honderden meters verder te vondeling gelegd, waardoor ik hem kon recupereren. Helaas
Hij is er het hart van in, zon goeie fiets vindt hij niet meer
Ook ik ben er niet goed van, vooral omdat hij drie maand geleden hetzelfde presteerde met mijn eigen fiets!
Ik heb nog een ganse nacht om over de te treffen maatregelen na te denken (allé, eigenlijk niet, want straks ga ik werken). Maar het staat nu al vast dat een andere occasie van zijn spaar- en/of zakgeld zal komen.
Hoe ga je morgen naar school? vraag ik.
Met de bus zeker?
Ok. Je weet dat je dan op tijd moet opstaan, hé!
Van mijn hart een steen maken, en de verleiding weerstaan toe te stemmen in het uitlenen van mijn vehikel, het zal niet gemakkelijk zijn
Noewi is in de tuin op ontdekkingstocht. Een voorschoot groot slechts, maar rondom begroeid met klimplanten, struikjes en bloemen, waar het voor een poes heerlijk rondstruinen is. Plots stormt hij de living binnen, zwevend over stoelen en tafel, met overeind staande haren en dubbeldikke staart. Ik ritsel met de krant en verschrikt maakt hij een huppelsprongetje en kijkt schichtig om zich heen. Zijn gat in de hoogte en met gestrekte achterpoten loopt hij behoedzaam rond. Eén stap in zijn richting en hij verschanst zich onder de zetel waar hij me argwanend aankijkt.
Na veel vijven en zessen slaag ik erin hem uit zijn schuilplaats te lokken, maar relaxed wordt hij er niet van, hij blijft een opgespannen veer. Wat heeft hem angst aangejaagd? Waart daarbuiten de geest van Milo? Of een of ander beest? Groot kan het niet wezen, want ik zie niks.
Ik vergeet het hele voorval wanneer een vriendin langskomt, om e-mailkes te verzenden. Ik ben een poosje in de weer om mijn laptop middels een lange kabel met het internet te verbinden, want mijn draadloze aansluiting doet het niet meer. En de instellingen van mijn router controleren lukt niet, mijn paswoord is blijkbaar verkeerd! Miserie, miserie!
Het is stralend weer (heerlijk, zalig, waaw, mmmmm) dus verhuis ik mijn activiteiten waar mogelijk naar buiten, ik weet niet hoe lang de zonnegarantie loopt. Eén dag, één week?
Noewis vreemde gedrag zakt nog verder weg in de vergetelheid, naarmate de uren verstrijken.
Twee dagen later zit ik aan mijn terrastafel. Koffie, croissants, de krant, alles om het genoeglijk te maken dus. Mijn kat sluipt weer door mijn bloemetjes. Voor ik helemaal groen aanloop uit sympathie voor mijn groene vriendjes, nietwaar valt het me op dat hij uit zijn normale doen is. Iets onder die blaadjes houdt zijn aandacht gevangen. Maar wat?
Ik speur dus mee met Noewie. Veiligheidshalve plaats ik mijn voeten wat hoger dan grondniveau, ge weet maar nooit, hé! Hij loopt nu eens hier, dan daar, snuffelend, behoedzaam, hij ziet meer dan ik.
En dan, hoor ik het voor ik het zie. Een tjirpend geluid. Een sprinkhaan, een krekel, denk ik, en zie hem achter iets lopen, een kikker?
Een muis!
Ik dacht dat muizen, piepten! Daar lijkt het niet op!
De bodembedekkers trillen in de windstille lucht. Noewi houdt zijn pootje in de aanslag, trekt weer terug, wacht af. Neust, plots pats, getjilp.
Wat later zie ik iets bewegen, een staartstompje meen ik, ai heeft Noewi ? Dan zie ik dat het een muizensnoetje is, heel lang en spits, sapristie das geen gewone muis
Ambivalente gevoelens razen door me heen. Ik wil geen muizen in mijn huis. Waar er één zit, zijn er meer. Maar misschien verricht zon spitsmuizeke wel nuttig werk, slakken opeten bijvoorbeeld.
Zonder scholing gaat Noewi op jacht, niemand die t hem voordeed Wonderlijk
Ongestoord en onbevreesd genieten van de avondlucht op mijn terras zit er momenteel niet in. De romantiek van het getjirp in het donker krijgt ineens een andere dimensie, het waren toen wellicht géén concerterende zuiderse krekels
"Mag ik ne keer een vraag stellen, verzoekt Ward terwijl ik na mijn laatdienst op weg ben naar de auto. Ja, natuurlijk, maar in een rapke, hé, want alles is weer eens uitgelopen, in tijd dan. Hij denkt even na. Ziede gij mij nog geiren? Spontaan schiet ik in een lach. Ik verwachtte voor de elfendertigste keer een Is het donderdag dagcentrum?, en een Wie gaat er mij voeren? Maar dit? Neen, ik kan hem wel opeten, zo op dit moment, al zou ik daar een serieuze boterham aan hebben. En natuurlijk zie ik hem nog graag. Alleen, platonisch, maar dat zeg ik er niet bij, want dan sta ik hier nog tot morgenvroeg uit te leggen en wellicht gaat hij hiermee niet eens akkoord ook. In elk geval, deze avond keer ik lichtvoetig naar huis.
Vandaag, twee dagen later, staan we klaar om met de hele groep naar het kasteel te vertrekken. Ons Mercy is vuur en vlam aan t spuwen. Ze is boos. En dat hoor je al van verre. In gedachten had ze zich reeds een plaatsje in de auto toegeëigend, maar in de bittere realiteit is dit door anderen ingenomen. Nu moet ze dus mee met de bus, en dat zint haar niet. En dat mogen we allemaal weten, vooral de eigenaar van de auto. Die is kop van Jut.
Met dat boze busje, want de furieuze stemming heeft zijn tentakels inmiddels tot in alle uithoeken van het interieur gestrekt, vertrek ik als eerste. Het duurt gelukkig niet lang voordat ik het tij kan keren, en mijn passagiers worden ronduit vrolijk, wanneer ik vergeet bijtijds linksaf te slaan. Waar zijn mijn gedachten! Honderden keren deed ik reeds die rit!
In mijn spiegeltje zie ik dat mijn collega me trouw volgt. Ha!
Of we Gonda eens zullen foppen? Daar hebben ze wel oren naar. Dus fantaseren we er duchtig op los welke reden we kunnen opdissen om deze omleiding te rechtvaardigen. Een nieuwsflash op de radio berichtte ons over een ingestorte brug een eindje verder, of het leger houdt daar manoeuvres, of de koeien zijn uit de wei losgebroken Ambiance troef
Aan de ingang van de tent wordt ons een sticker opgeplakt. Twee kikkers staan symbool voor het thema van dit jaar: een opkikker voor iedereen Links en rechts, enthousiaste begroetingen. Hartverwarmend, zon welkom. We zingen en wuiven ons door de viering, geen gêne hier. Ik start als sopraan, probeer dan bariton, pater Godfried heeft blijkbaar zijn gitaar niet aan mijn stemhoogte aangepast. Ik denk, enfin ik hóóp, dat ik niet al te erg opval in het algemene gekweel. Hoe we dit thema gestalte kunnen geven in de loop van dit werkjaar, wordt aan de hand van sketches uitgebeeld.
We eindigen met de nummer één uit de plaatselijke kerkelijke hitparade: Halleluja!
En dan is het tijd voor de traditionele frieten met frikadellen, een must om krachten op te doen voor de diverse wandelingen die deze namiddag op het programma staan.
Mijn deel van het feestprogramma zit er op. Ik moet Adam en Jobbe terugbrengen naar huis. Onderweg vertelt Jobbe honderduit over de baby van zijn zus. Hij is nu namelijk grootvader, of is het peter? Nonkel bedoelt hij eigenlijk. En zijn mama staat op de lijst voor de verkiezingen. Ze wordt vast Burgemeester, hij is namelijk een grote fan van die man uit Samson en Gert. Aan hoge snelheid passeert ons een moto, voorwiel in de lucht. Waaw, wat ne zot, zo rijdt mijn vader niet, zenne! En hij beschrijft hoe ze samen in de bochten liggen, met helm en motorjack. Ach, wat geniet ik van die ontboezemingen
Wanneer ik een hele tijd later met mijn auto wil vertrekken, vind ik een papier onder mijn ruitenwisser. Jobbe heeft me een boete gegeven. Ik sta fout geparkeerd, voor de voordeur, en dat mag niet
De boekenkafterij bij het begin van september, een gratis service aan mijn schoolgaande kinderen, is een ideaal moment om mijn gedachten de vrije loop te laten gaan. Het enige probleem voor mij bestaat erin die ideeën te vangen en onder woorden te brengen. Ze zijn dikwijls zo vluchtig en voor ik het weet is alles in het niets vergaan
Bij het einde van het atletiekseizoen moest ze haar keuze voor volgend jaar kenbaar maken. Mij had ze reeds toevertrouwd dat ze zich liever op speerwerpen zou toeleggen. Waarom geen discus of kogelstoten? Neen, daar had ze geen zin in, ze had het gevoel niet veel bij te leren op training, omdat ze wel geattendeerd werd op fouten, maar niet hoe ze die dan moest verbeteren. Bovendien, en dat hoorde ik achteraf, wil ze niet zon dubbeldikke spierbundel worden.
Ze legde dit voor aan haar trainster en die adviseerde haar toch voor de drie werpdisciplines te gaan.
Een prioriteit voor mij is dat ze gaat voor de dingen die ze grààg doet, dus niet enkel deze waarin ze uitblinkt. Ze is dol op hoogspringen en al heeft ze niet direct een elegante stijl, voor mij mag ze zich daar verder in bekwamen, zonder dat ze het tot topprestaties moet brengen. Hetzelfde geldt voor de sprintnummers.
Uiteraard stimuleer ik ook dat ze haar talenten ontwikkelt. Want dat ze een gave heeft voor kogel/discus/speer staat buiten kijf.
Hoe kwam ik zo bij die gedachten?
Vorig weekend ging in Herve het Belgisch kampioenschap meerkampen door. Liesbeth van onze club haalde goud bij de juniores. Als Belgisch Kampioen kreeg ze voor deze zeven proeven 25 euro prijzengeld. Ik denk dat dit nèt de verplaatsingskosten dekt Betekent dit dat een Belgisch Kampioen op de 100m bijvoorbeeld slechts 4 euro verdient?
Voor alle duidelijkheid, noch Liesbeth, noch haar ouders, beklagen zich over dit honorarium, alleen ìk heb deze bedenkingen
Hij noemt me een stresskip. Nu moet ik eerlijk toegeven dat dit bij tijd en wijle wààr is, zo ook deze avond. En dan is het ècht gedaan met de rust die ik op ontspannen momenten uitstraal.
Na zijn tiendaagse in het Franse Vézénobres laat hij zich ontvallen dat hij graag met die en die naar Waregem Koerse wil. Ik ben zeer verbaasd, want hij heeft nooit interesse laten blijken voor paarden, laat staan voor de rennen. Beetje bij beetje achterhaal ik dat het niet om die sport gaat, waar zijn mijn gedachten! maar om al die festiviteiten die daarmee gepaard gaan. In mijn eigen denk ik dan dat zelfs die feesten hem gestolen kunnen worden, en dat het meer om het samen-zijn gaat. Socializing heet dat.
Hij laat het zich s ochtends - alhoewel, zijn ochtend begint tegenwoordig op de noen - geregeld ontvallen: hij mist dit Zuid-Franse kamp. De vrienden, de vrijheid, de zon, de gezelligheid en wat al meer
Dus gun ik het hem van harte, dit uitstapje. Maar ik wil toch enige zekerheden. Of de slaapgelegenheid geregeld is, bijvoorbeeld.
Waar ik me zorgen om maak! Een tentje in een of andere tuin natuurlijk. Hij weet weliswaar niet precies waar, maar hij heeft er alle vertrouwen in. Ik heb visioenen van zon twee-of-drie-personen-inkruipertje waarin een achttal tieners samengeperst liggen terwijl de regen genadeloos binnensijpelt en alles in een modderpoel herschapen wordt. In een ander visioen zie ik hem s nachts op de dool in Waregem, want een slaapplaats, daar was nooit sprake van
Ik herinner me bijtijds mijn eigen tienerjaren, waar ik met een vriendin en mijn jongere zus mocht kamperen aan zee, tot ons geld op was. Een waar staaltje van loslaten voor mijn vader, aangezien mijn moeder enkele maanden voordien overleden was. En uiteraard deden we geen domme dingen.
En dat zal hij ook niet doen, zo veel vertrouwen heb ik wel in hem. En met die argumenten, en de belofte haar alle beschikbare details te briefen, kan ik Sabine geruststellen. Zo gaat Kaat, zijn vriendin ook mee
Dus daar gaat die stress vanavond helemaal niet om. Hij heeft deze namiddag een afspraak met de orthodontist, want tijdens de vakantie is hij zijn beugel kwijtgespeeld. Ik vind dus dat dit zeker moet doorgaan, ook al vertrekt de rest van het gezelschap reeds om 14.00u. Bovendien heeft hij om 17.30u basketbaltraining. De afspraak is dus dat hij de trein neemt om 20.09u naar Waregem waar ze hem rond halfnegen zullen oppikken.
Kaat zou om zeven uur bij ons zijn. Om 19.35u is ze er nog niet. Joram belt haar op mijn aandringen - om rechtstreeks door te rijden naar het station. Om 19.40u besluit hij nog een douche te nemen. Het nieuwe doosje met de nieuwe nachtbeugel tottert de trap af. Doosje stuk
Kijk, dat is stress voor mij. Daar kan ik niet rustig bij blijven. Dus maan ik tot spoed aan. Ongelooflijk maar waar, maar tien minuten later zitten we in de auto. De stress is er nog altijd, vooral omdat hij even later meldt dat hij zijn GSM vergeten is. En hierdoor het nummer van zijn contactpersoon.
Ik drop hem dus aan het station met de boodschap dat als ik om 20.05u niet terug ben hij alvast naar het perron moet.
De terugweg naar huis verbijt ik mijn ergernis achter een pikdorser waar ik niet voorbij kan. Voor mijn voordeur staat de fietsenmaker. Hij kan de fiets van mijn dochter niet maken wegens het ontbreken van een onderdeel. Ik bezorg hem iets dat ik onder de fiets vond en verontschuldig me voor mijn haast. Ik grits de GSM van de tafel en vraag zus mee te rijden voor ingeval ik geen parkeerplaats vind. De duivel is ermee gemoeid, nu zit ik achter een leerling chauffeur. Het werkt op haar lachspieren.
Op het Sint-Pietersplein staat hij me al op te wachten, het ticket in de hand.
Zekerheidshalve snel ik toch naar perron 5. Ze zijn nergens te bekennen! En net als de trein binnenrijdt merk ik ze van verre op. Uitzwaaien
Terug thuis duurt het nog enige tijd eer ik wat bekomen ben, het stressmonster bedwongen. Ach, ik hoop dat mijn kroost het mij vergeven kan
Lief klein konijntje
heeft een vliegje op zijn neus zing ik uit volle borst mee, tot groot plezier
van mijn pappenheimers op mijn werk, want jaaaaaaaaa ik (her)ken dit liedje al
van op het blog. De sfeer zit er goed in, ik voel het: dit wordt een leuke dag!
Ik krijg veel
spontane hulp bij de voorbereiding van de maaltijd. Even later regent het
pijpenstelen, dus zullen we noodgedwongen in de keuken barbecuen. Aan diegenen
die niet graag afwijken van wat gepland is stel ik de vraag of ze goesting
hebben om met dit strontweer buiten te eten. Neen, luidt het antwoord. Oef
Na de middag
bestuderen we nauwgezet de affiche van de Paardenhappening in de Bevegemse
Vijvers. Nergens een inkomprijs te bekennen, dus besluiten we dat het gratis
is, wat voor een aantal gegadigden toch wel van belang is! Met mijn GPS ga ik
onverschrokken dit avontuur aan
Mij kan niets
gebeuren, de weg wordt voor mij uitgestippeld! Ik heb de keuze tussen de
snelste of de kortste route. Ik kies voor het vluggertje, kwestie van het
uiterste uit de beschikbare uren te halen!
Zonder problemen
raken we in Zottegem, er staan daar warempel wegwijzers naar het gebeuren.
Plots geen pijlkens meer, en mijn GPS instrueert mij linksaf. Ik heb alle
vertrouwen in de techniek, dus sla ik de smalle straat in. Geen tegenligger te
bekennen, gelukkig. De weg kronkelt omhoog en gaandeweg zie ik geparkeerde
wagens. Hier moet het zijn, denk ik, en probeer ons busje in een leeg gat te
wurmen. De plaats is te steil en te modderig. Ofwel kan ik niet parkeren, denk
ik in mezelve. En ik denk ook aan collega Alisa waarbij hulptroepen dienden
uit te rukken om het busje en zijn inzittenden uit hun benarde te bevrijden. Na
een interventie van de VAB moest ze indertijd namelijk een poosje rijden om de
platte batterij op te laden. Inderhaast had ze wat kandidaten geronseld voor
dit ritje. Een fluitje van een cent immers, dus vertrokken ze op pantoffels.
Van de nood een deugd makende, koos ze voor pittoreske landelijke wegeltjes,
het oog wil ook wel wat, hé! Tot ze een doodlopend pad opreed, wou draaien en
alzo de bus vastreed. Geen nood, ze zou wel helpen duwen. Zette het contact
uit. Dat had ze niet mogen doen, want het contact gaat niet meer aan! Batterij
plat, nietwaar! In geen velden of wegen is een huis te zien. Gelukkig is er GSM
en ze belt mij. Ik bestel hulptroepen
Dit wil ik dus
vermijden! Dus rijd ik met samengeknepen billen die hele weg achteruit. Pfft,
vooruit is toch gemakkelijker en lijkt het minder smal. Uiteindelijk kan ik
draaien en vind ik een parkeerplaats. Een wandeling, het hoort erbij hé!
Wanneer we, via
een zijweg, het terrein willen opgaan krijgen we te horen dat dit 3 euro per
persoon kost. Aan de hoofdingang
geraken we toch kosteloos binnen. Met dank!
De festiviteiten
zijn ten voordele van Hippoc, een vereniging die paardrijden als therapie voor
minderbegaafden promoot. We kennen de
organisatie uiteraard, enkele bewoners nemen regelmatig lessen.
Hey Lieve,
ghebt ons nu niet zien rijden! Ik ben aangenaam verrast bij de ingang Wigbert
met enkele bewoners aan te treffen. Hun act zit er al op en ik wist er niet
van. Er resten nog genoeg celebrities, allé eentje minder nu, knipoogt hij.
Remi herkent een
minister. Ik zie niks. In de verte bemerk ik iemand die zich links en rechts
handenschuddend een weg baant naar the place to be.
Van achteren kan
ik niet zien welke minister het is. Er zijn er zo vele en ik ken ze niet
allemaal, troost ik mezelf.
Het spektakel is
prachtig, ontdekken we gaandeweg. We kunnen ons in een circus wanen waarbij
halsbrekende toeren op paarden worden uitgehaald. Een bekende stem voorziet
hetspektakel,van commentaar. Jaak
Pijpen! Ik hoor hem wel maar ik zie hem niet. Ik meen ook nog De Croo te horen,
maar misschien is dat inbeelding. We zien in elk geval Markske van De
Kampioenen met een brede lach in een rijtuig voorbijrazen. Mijn gasten speuren
vergeefs naar Boma en Carmen We hebben ons geïnstalleerd aan de inkompoort van
het veld. Telkens een nieuw land word geïntroduceerd, wordt de versperring
opzij geschoven, dendert een ruiter het veld op en dienen wij mee op te
schuiven
Voor we het weten
is het tijd om naar Ronse te spurten om ons Mercy op te halen, die op
kraamvisite is bij haar zus. Mijn GPS voorspelt 24 km. Er is geen knopje voor
toeristisch reizen, toch rijden we op onooglijk kleine baantjes. Dit is echt
kunstwerk! Bibberend daal ik via boswegeltjes de berekende weg af. Een sliert
geparkeerde autos markeert een
trouwfeest. Halleluja, daar ben ik schadevrij gepasseerd!
Dit kan echt niet
de kortste weg naar Ronse zijn! Al die kleine straatjes! Mooi is het wel, maar
gerust ben ik er niet in! Uiteindelijk bereiken we het ziekenhuis in Ronse. Ik
bel dat we gearriveerd zijn. Waar? Aan de voorkant uiteraard, de straat met de
bomen.De voorkant blijkt de achterkant te zijn dus heeft het heel wat voeten in
de aarde eer we Mercy hebben opgehaald!
Eind goed, al
goed, en veel te laat rijden we huiswaarts, mijn dienst is officieel al
voorbij
Kwart over twaalf
in de nacht verneem ik dat haar speertraining de volgende ochtend niet
doorgaat. Nondeku! Had ik dàt geweten dan waren we deze avond reeds vertrokken
naar Oostende! Een nachtje in
eigen bed, een brunch en menige stressvolle minuten later zijn we dan toch op
weg. Mijn dochter en ik.
Zoonlief hebben we
drie dagen eerder uitgezwaaid, die zit nu in het zuiden van Frankrijk. Op het
laatste moment komt hij te weten dat zijn vriend zich in de verkeerde periode heeft ingeschreven. Stom, vindt hij. Maar hij laat
het niet aan zijn hart komen en op de verzamelplaats is hij al het middelpunt
van een groepje Allemaal rokers, helaas, ik hoop dat hij zijn principes trouw
blijft
Zaterdag, op de
noen, en ik dien mijn zonnebril uit te halen. In Jabbeke wordt de lucht grijs
en wanneer we de koninginnestad binnenrijden is het asfalt kleddernat. Uuuuh!
Zeg niet dat ik de zon heb ingeruild voor een regenbad hé!
Dit weekend zal
in het teken staan van zuiderse muziek. De Gentse Feesten gingen aan mij voorbij, niet éénmaal waagde ik me in het centrum van de stad. Shame on me! Ik
had er echt geen zin in, die voeten van mij waren er vierkant tegen Nu willen we
dus naar het Afro-Caribbean-festival in Bredene. Het weer is druilerig, de
kinderen zijn er vlug uitgekeken En tot overmaat
van ramp: ik liet mijn regenvest in Gent liggen Ik zal die méér dan nodig
hebben!
Uren later laten
we de kinderen achter bij Jim Carrey, Pet Detective, en we beleven allemaal een
leuke avond. Eigenlijk kon het voor mij voordien al niet stuk, want we
giechelden als jonge meiden om de stomste en onnozelste zaken, en dat heeft
deugd gedaan!!!
Of dit plastic
bakje weg mag? Neen, t kan misschien nog dienst doen voor Mickey, de hond, als
voederbakje. Komaan zeg, ze
is toch geen Duitse Herder! (Bakje is nogal groot) Vele minuten
later trapt voorgaande spreker in het oorspronkelijke bakje, véél te klein voor
zijn voet. Gniffel
gniffel
De trend wordt s
avonds voortgezet, met een Dronken Noorderbuur, die in het Polderland woont.
Hij beweert dat hij in de kruipruimte van zijn huis slechts een luik dient te
openen om een visje te kiezen! Het optreden van
Kékélé is subliem. Ik moet twee keer kijken, maar die prachtige hoge stem
behoort onmiskenbaar een man. En de danseressen die na elke act van outfit
wisselen, raken bij mij een gevoelige snaar. Zo vertrouwd, deze dansen, waar is de
tijd
Zondag starten we
met koffiekoeken. In de namiddag kunnen we Nelson ter plaatse toch overtuigen
dat het echt geen surfweer is. Het dondert en bliksemt, slechts twee tellen scheiden beide. Hij is nauwelijks te houden, hij popelt en smacht, de uitdaging is groot, de golven
prachtig. De volgende dag vernemen we dat er in Blankenberge iemand van zijn
plank is gebliksemd.
s Avonds zijn er
Paulusfeesten in Oostende. Kris Joris staat op het programma. Vele jaren
geleden volgde ikwekelijks
conga-lessen bij hem in Mechelen, later in Haacht. Ik vond het nòg leuker dan
dansen. Het genre,
free-jazz, kan me niet echt bekoren, het neemt niet weg dat hij echt een
meneer is. Ik hou meer van de Afrikaanse ritmes In de spiegeltent
vinden we een plaatsje achter zijn rug. Mijn gezelschap smiest er vandoor. Ik
volg als laatste. Wanneer we véél later terug langskomen is het optreden past
tense. Verdiende loon
Bij het groot
podium worden we gerookt door het vuurwerkspektakel The Wall van Compagnie
Doedel. Een metalen constructie en acts die utopisch en tegelijkertijd
middeleeuws aandoen.
De organisator
moedigt ons aan vele worsten en pinten te consumeren want het slechte weer nekt
de nering. Rond middernacht
banen we ons moeizaam een weg door de massa op het Petrus- &
Paulusplein.De populaire
vissersliederen van Lucy Loes begeleiden onze aftocht naar onze vakantiestudio.
(Nog eens hartelijk dank aan Martin en Rita, voor de genoten
gastvrijheid!)
Maandag is het
weer van datte: regen en nog eens regen. Voor de golfsurfer is dit niet echt
een probleem, nat ben je so wie so. Nog voor ik de meisjes kan inschrijven
heb ik geen droge draad meer aan mijn lijf, allé bijna toch, mijn geleende
regenscherm is een speelbal voor de wind. De planken zijn uitverkocht, want
gebezigd door het sportkamp, dus besluiten ze te kanoën. Uitgerust met
wetsuit en reddingsvestje kiezen ze het wijde sop om enkele minuten later te
stranden. De branding is heftig. De wind haalt dertig knopen. Een hele tijd
later zie ik hen worstelen met hun plank. Aan land stuurt de wind hen de ene
kant op, in zee drijft de stroming hen naar de andere kant. Eens ik hen uit het
oog verlies lukt het mij niet meer ze van de anderen te onderscheiden. De
spanning vloeit bij me weg wanneer ze het voor bekeken houden en een warme
douche gaan nemen.
Het hoeft geen
betoog: ik hou oneindig veel meer van de zon!
Ik ben immens
trots op mezelf want ik heb mijn handwerk voleindigd. Een wit gehaakt kleed.
Het is zo mooi (jaja!) dat ik er reeds onmiddellijk een afnemer voor heb. De
oudste dochter van mijn stiefmoeder wil het kopen voor 900 frank! Een bom geld
in mijn ogen. Het brengt paardrijlessen binnen mijn bereik
Het is een
turbulente tijd geweest. Papa schreef zich maanden geleden in het relatiebureau
Schakel in en leerde zo Simone kennen. En ondertussen zijn ze getrouwd. Een vrouw met
vijf kinderen. Drie ervan zijn reeds volwassen, of toch zo goed als, twee komen bij ons wonen. Marie is
dan 11 en haar broer Luc is 8. We vinden het best spannend, een nieuwe wereld
gaat voor ons open.
De televisie doet
zijn intrede, en hiermee ook de salon, het tapijt Voordien hadden wij namelijk
geen zithoek. Dat was ook niet nodig. Wanneer we wilden zitten, dan was dat aan
tafel. Die was speciaal voor ons gezin gemaakt. Voor 8 personen en uittrekbaar
voor 14. Een cigaretteproof tafelblad. Solide eiken poten. Ze heeft de tand
des tijds doorstaan en staat nu, anno 2006, bij Steentje en ziet er zelfs
stijlvol uit!
Wij hadden nog
dergelijke tafels in een kleiner formaat en bij mooi weer zat ik buiten, in de
tuin, mijn lessen te leren. Dat was vorig jaar, in 1969. Mijn moeder stond dit
glimlachend toe, vond dat ze al een grote dochter had die graag wou zonnen.
De ware reden was dat ik uit de tuin een vrij zicht had op de kamer van mijn
vlam van het ogenblik, de oudste broer van Karin. En studeren ontaardde meestal
in mijmerend verlangen
Maar kom, door
deze transactie kan ik af en toe naar manège Minne in Deurle. Ik bereid daar
Vantard, hoog, maar zo zacht als een zetel, Godiva, kleiner maar vinniger,
Goldie een braaf ouwke. Het is een hele trip met de fiets en we zijn er een
ganse namiddag zoet mee.
Behalve het
rijden in grote en kleine voltes in de manège trekken we er ook op uit in de
bossen. Door mijn geringe ervaring en mijn gebrek aan gezag knabbelt mijn paard
onderweg ongestoord aan de blaadjes wanneer het hem zo invalt om dan plots een
galop in te zetten in navolging van zijn voorgangers. Ho paardje kalm, zeg ik,
maar dat is niet het geschikte jargon. Ook mijn zweepje en teugels durf ik
nauwelijks hanteren, dus blijft mijn paard baas. Toch steek ik zonder problemen
de drukke Kortrijkse Steenweg over en even later bestellen we, hoog te paard
gezeten, een ijsje bij een crèmekar.
Ik draag Karins
tok, dat is een helm, maar op een zeker moment tijdens de rit vraagt ze hem
terug. Wat een geluk want even later tottert ze van haar rijdier! Ik ben er nooit
afgedonderd, ook niet bij de eerste jumpingoefeningen. Dat stelde niet zo veel
voor, maar kom, Goldie diende toch over een boomstammetje laag bij de grond te
springen. Ook wanneer mijn paard de staart van zijn voorganger in zijn neus
krijgt en steigert, jawel dus, op zijn achterpoten danst, blijf ik
in het zadel zitten, zij het niet koelbloedig.
Eigenlijk hou ik er meer
van op het manègeterrein rond te struinen en alles te observeren
Behalve mijn zoon en onze kat Noewi heb ik nog een man in huis. Om eerlijk te zijn, en mijn
tante zal dit niet graag horen, vertoeft hij meestendeels in de tuin. Hij is
een harde werker en daardoor zeer gespierd. Ik ken hem al lang, van in mijn kindertijd
Ik ben nog een
heel klein meisje en logeer bij bobonne op de Floraliënlaan in Berchem, op de
grens met Wilrijk. Een appartement met glas-in-loodramen aan de straatkant. De
badkamer wordt gedeeld, zo hoor ik ettelijke jaren later, met de huiseigenaar
op het gelijksvloers. Een deal voor de participatie in de installatiekosten. In
de eetkamer, waarin nota bene niet gegeten wordt, is een deur die toegang
verschaft aan de slaapkamer van mijn grootouders. Het heilige der heiligen, ik
heb die kamer bij mijn weten nooit betreden!
Het leven speelt
zich voornamelijk af in de keuken. Op zekere namiddag ontdek ik bobonnes
maquillageset, klim op een krukje, stift mijn lippen met een knalrode stick,
geef mezelf wat blush en bekijk het resultaat in de kleine ovalen wandspiegel.
Een beetje teleurstellend vind ik, het valt geeneens op! Bobonne merkt tot mijn
grote verbazing wel mijn opsmuk en is behoorlijk boos.
In de zitkamer tovert bompa de divan om tot een bed en voor het slapen vertelt hij me een verhaaltje, een mopje eigenlijk. Kareltje vraagt aan de meester op school: Ik moet pipi doen, mag ik naar de W.C.? Meester vindt dit niet beleefd en maant Karel aan in het vervolg te vragen of hij mag fluiten. Wanneer hij s avonds in bed ligt en bompa hem toedekt zegt Karel dat hij eerst nog wil fluiten. Doe dat morgen maar, zegt bompa maar Karel dringt aan en zegt dat hij niet kan wachten. OK, zwicht bompa, maar stillekes dan, hé, in mijn oor Ik kan het me zo levendig voorstellen en ik geniet
Wanneer ik vanuit
mijn logeerbed de eetkamer inkijk, zie ik scherp afgetekend tegen de lichte
rechthoek van het raam, een man met een hamer. Eng, bedreigend, beklemmend, ik lig verstijfd onder de dekens. Later op de dag beken ik mijn grootmoeder
hoeveel schrik ik heb. Ze is verrast maar begrijpt me kennelijk verkeerd en
neemt het aapje met de groene lichtgevende ogen mee naar haar slaapkamer. Ik
durf niets meer zeggen en de volgende ochtend doemt het dreigende silhouet weer uit de schemering te voorschijn
Wanneer bobonne
vele jaren later bij ons in Gent inwoont, krijg ik het beeld van haar. Ik ben
er zeer aan gehecht. Het noemt La Source du Pactole en is in brons gegoten
door E. Picault. Mijn overgrootvader kreeg het naar aanleiding van veertig
jaren dienst in de Banque de Crédit Commercial. De tijd is rijp om mijn bronzen man in ere te herstellen en binnenskamers een plaatsje voor hem in te ruimen
Je voeten vegen,
hé!, maant Karin als we op weg gaan om haar nieuwste aankoop te bewonderen.
Euhm, moeten we onze voeten vegen om de strààt op te gaan? verwonder ik me,
want we staan in haar gang. Dan valt de consequentie van wat ik uitkraam mij te
binnen en ik krijg een onbedaarlijke lachstuip
Het voorwerp van
haar netheid staat even verder in de straat: een motorhome Fiat Ducato. Een
druk op de knop en een treetje springt uit en vergemakkelijkt het beklimmen van
het inwendige. Een kleine woning op wielen, met alles erop en eraan. Een
twijfelend tweepersoonsbed, een douche-toilet-lavabo-in-één, een fornuis, een
koelkast, een gootsteen, slimme kasten in de hoogte en in de vloer, een
muggenraam je zou zó op reis vertrekken. Dat is natuurlijk ook de bedoeling,
maar helaas niet met mij
Ooit was het
anders! We draaien de
klok zesendertig jaar terug. Ik ben zeventien en mag samen met Seske en Karin
kamperen aan zee. Haar ouders voeren ons naar een camping in Klemskerke en
helpen ons met het opzetten van de tent. Diezelfde avond keert haar vader nog
terug met stormpiketten, want het waait behoorlijk en we dreigen met tent en al
het luchtruim te kiezen. Als voorzorgsmaatregel graven we rondom greppeltjes,
dat moet het water uit ons vakantieverblijf houden. We hebben elk 1.000 fr,
heden ten dage vertegenwoordigt dit 25 euro, en we mogen blijven tot ons geld
op is.
Het hoeft geen
betoog dat we hiermee zuinigjes omspringen! We leven op boterhammen met
confituur en het omruilen van ons leeggoed levert ons nog een extra dagje op. Vooral mijn rug
kleurt mooi bruin daar in de duinen, voor het eerst in mijn leven! Twee maal in de
week trekken we naar het Torenhof, de plaatselijke dansgelegenheid, en
verbruiken daar telkens één drankje. Een nieuwe wereld gaat open voor mij: de
bamba, slowkes en rock en roll. Hopen dat die knappe gast me komt halen. En
help, ik moet iemand afwimpelen die ik helemaal niet zie zitten!
Karins broer komt
op bezoek en tijdens het dansen slaat het plots toe: ik ben op slag smoorverliefd!
Ik loop op wolkjes, mijn hart bonst zo hard dat ik vrees dat iedereen het kan
horen, ik voel me verward, want eigenlijk was het de andere broer die me
aantrok! De storm woedt uitsluitend in mij, een buitenstaander ziet enkel een
meisje en een jongen kwinkslagen uitwisselen, met elkaar dansen en plezier
maken.
Gelukkig vaar ik
tegenwoordig in minder woelig emotioneel water Maar t kan verkeren
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!