Het is kwart over tien en ik zit aan mijn PC. Zij slaapt al. Hij rommelt nog wat op zijn kamer. Plots gaat het alarm van mijn firewall af en in de volgende seconde flitst mijn beeldscherm uit, valt de computer stil, de lichten gaan uit
Stroompanne!
Op de tast stommel ik naar beneden, naar de kelder waar mijn zaklamp voor noodgevallen ligt. De eerste die ik in handen krijg is plat en de volgende geeft een flauw schijnsel.
Van op het terras tuur ik naar de buren. Stilte. Nergens een glimpje activiteit. Ik kan niet onmiddellijk dedecteren of we lotgenoten zijn.
Ik stessel naar de voordeur, de straat is leeg. De overkant van de Schelde baadt in een luxueus licht van straatlantaarns en uitstalramen. Mijn kant ligt in de donkerte. Een eindje verder tekent een raam zich duidelijk af. Daar is automatische noodverlichting. Dat ken ik van op t werk. Daaraan kan je zelfs op klaarlichte dag zien dat de lichten het niet doen, omdat de noodexemplaren branden
Ik wandel op mijn binnenhuissandalen naar de hoek van de straat, ook daar heerst relatieve duisternis. Mijn bejaarde buurman komt in kamerjas poolshoogte nemen, zijn tanden heeft hij thuis gelaten. Het waren geen echte en hij heeft ze bij zijn verkenning van de situatie niet nodig. Hij neemt het filosofisch op, al goed dat hij nog bougies heeft. Dat zijn kaarsen en geen ontstekingsattributen voor in de auto, hé!
Mijn theelichtjes werken niet goed mee, de helft is ondertussen al uitgedoofd, de wiekjes zijn te kort. De vlammetjes geven een grillig licht maar het is best gezellig.
Mijn zoon speurt de lucht af en merkt op dat onze stad lijdt aan lichtvervuiling. We besluiten samen een ommetje te maken om het getroffen gebied te verkennen. Het doet me aan iets denken. Aan de Afrikaanse nachten die zo plotseling kunnen vallen, al om zes uur s avonds. En hoeveel leven er dan nog is op straat.
Ook hier zijn er opvallend meer mensen op straat. We worden achtervolgd door een rood lichtpuntje. Spooky. Een plezanterik met een laserstraal, ergens boven ons hoofd. We moeten uitwijken voor een bouwwerf die het hele voetpad inneemt, het silhouet van een half afgebroken huis kijkt ons met lege ogen aan.
We slaan de tweede hoek om en even later speelt het licht van een zaklamp op ons hoofd. Een dame op leeftijd leunt door haar raam op de eerste etage en spreekt ons aan. Haar telefoon doet het niet. En ze had graag haar zoon gebeld. Maar ja, de panne zal zo wel opgelost zijn, hé!, troost ze zichzelf.
We vervolgen onze tocht, passeren mensen met zaklantaarns in alle formaten. We vinden het eigenlijk wel grappig.
Hij slaat de kap van zijn zwarte sweater over zijn hoofd, steekt de straat over om te testen hoe onzichtbaar hij wel is. Helaas steken zijn lichte broek en schoenen duidelijk tegen de rest af. Hij vindt het spijtig dat hij zonder zijn zwarte Reeboks en dito broek vertrokken is.
Een paar straten verder bouwen enkele studenten een feestje op straat. Een draagbare radio op een stoel en een fles drank binnen bereik, lachen en dansen
Vóór we terug thuiskomen staan we even stil. Hij vindt het jammer dat het niet pikkedonker is. Zon gelegenheid en dan schijnt de maan. Al is het maar voor driekwart
Ik heb een punthoofd. Dat is er natuurlijk niet van de ene op de andere dag gekomen. En nee, ik lijk nièt op Paulus de boskabouter en al helemaal niet op Plop, want die hééft zelfs geen púntmuts.
Grijze haren heb ik ervan gekregen! Onnózel werd ik er soms van.
Mijn computer is in de rebellie gegaan. Omdat één van zijn speeltjes stuk ging. Tenminste, dat vermoed ik
Een drietal weken geleden gaf mijn router de geest. Zonder die vrolijk flikkerende lampjes wou mijn peecee het wereldwijde web niet op. Na veel vijven en zessen liet ik me in een gespecialiseerde winkel adviseren en schafte me een nieuw model aan. Een router wel te verstaan.
Om een lang verhaal kort te maken: het internet valt nog steeds uit. Zelfs nadat ik het apparaat omruilde. Het duizelt me van de internetprotocollen, pingen, IP- en MAC-adressen, configuratie-instellingen en dies meer. Ik heb zitten commanderen in DOS-vensters, een heel plezante bezigheid overigens. Ik dweil diverse fora af op zoek naar lotgenoten. Mijn allerliefste broer gaf me telefonische ondersteuning bij het stap voor stap herinstellen van de router. Ik kreeg aanwijzingen via mail. Niets mocht baten. Na een tijdje valt de verbinding met de wijde wereld weg. Het maakt niet uit hoe: met kabel, draadloos, op mijn PC of die van mijn huisgenoten, na een kwartier of een uur of vier. Foetsie mijn connecties
Dat er hier überhaupt nog iets te lezen valt, komt doordat ik de stekker er af en toe uittrek. En er uiteraard weer insteek! Pas dan heb ik toegang tot het weeweewee.
Tot hier dus dit verhaal vol kommer en kwel,
Om te melden dat ik van een punthoofd herstel
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!