Ineens was je daar,zo lief zo zacht. Je fonkelende oogjes grepen mijn aan. In het geniep kwam je even kijken. Je dacht...wat was dat nou ; al dat gerammel om die ene deur, even keek je om de deur.
En flop! iets schoot ineens mijn hart "een pijl? Het was iets warm's en fijn, iets die mijn hartje verwarmde met jou leuke snoet. Ik gooide mijn armen in de lucht. Nam je op,en knuffelde je zo hartstochtelijk, wij vonden het zo reuze-fijn,jij dankte mij met je natte snoet op mijn mond. En wij zworen voor altijd in het leven samen te blijven.
Getekend het vrouwke
Lekker knuffelen "snufsnuf"
Zeg die flits doe raar zunne "wafwaf"
Allemaal plaatjes van de Labrador Retriever's En dat zijn er een hoop.......
GESCHIEDENIS De moderne Labrador Retriever is niet afkomstig uit Labrador, Canada, maar uit Newfoundland voor de kust van Labrador. De voorloper van de Labrador, die beter bekend was als de Lesser Newfoundland, is verdwenen, maar niet nadat hij een grote invloed op de huidige Labrador heeft gehad. Niemand weet precies waar deze hond vandaan komt, of uit welke honden hij is ontstaan. Maar hij leefde zeker al in het begin van de 19e eeuw in deze streken. Hij werd gebruikt als apporteur, waarbij hij het ijskoude water in ging om vissers te helpen en vogels binnen te halen. Hij heeft een sterk, compact lichaam en een korte, vettige, waterafstotende vacht.
Vissers en handelaars namen de 'Labrador' mee naar Engeland, waar hij al snel populair werd als jachthond. Later in de eeuw liep het aantal in Engeland en Newfoundland, door een zware hondenbelasting en quarantainemaatregelen, terug. Voor hij definitief verdween, werd het ras gered door inkruising van verschillende andere retrievers. Om de eigenschappen van de Labrador niet verloren te laten gaan, werd een rasstandaard opgesteld en de praktijk van het door elkaar fokken van verschillende retrievers aan banden gelegd. Er werden rasverenigingen opgericht en sinds die tijd hadden Labrador Retrievers veel succes in veldwedstrijden en op shows.
Door de combinatie van gelijkmatig temperament, sterk lichaam en werklust is de Labrador een veelzijdig, populair ras. Hij werkt als speur-, therapie-, geleide- en sociale hond, maar zijn talent ligt ook op het vlak van gezelschapshond. Niet voor niets is hij enorm populair, ook bij kinderen.
IDEALE RASKENMERKEN Schofthoogte: reuen 56 tot 57 cm, teven 54 tot 56 cm.
Vacht en kleur: kort, dik, recht, hard. Zwart, geel (lichtcrème tot vosrood), lever- of chocoladekleurig.
Hoofd: brede schedel met een rechte snuit; middelgrote, zwarte of bruine ogen; niet grote, dicht langs het hoofd afhangende oren.
Staart: middellang, dik, vrolijk gedragen.
De Labrador Retriever
Over Mijn Hond Rocky
09-11-2008
Voor een hond
Voor een hond
Voor een hond zoals jij,val ik. Voor een wollebol zoals jij,val ik. Voor een beest als jij,rap ik diamantjes. Want voor jouw,raap ik alle moed bij elkaar. Jij mijn steunpilaar,wat hou ik van je.
Maatje jij ben de enige,die weet hoe ik in elkaar zit. Maatje je weet niet wie,er echt me hartje beheer. Maatje jij ben de enige,die mij verstaat. Maatje jij weet niet wie,er echt mij hartje sneller doe slaan. Jij mijn maatje,ik leef gewoon voor jou.
Mijn grote knuffelbeer zo wit zo zacht en teer met je mooie bruine ogen werdt ik verknocht aan jou je pels zo heerlijk zacht èèn enkele blik van jou vertederd mij iedere keer.
Labradors zijn afkomstig uit Engeland en het is een ideale gezinshond. Het Hezehof heeft blonde labradors, maar ook de chocolade kleurige, en zwarte labrador. Deze speelse kindervriend is zeer lief, slim en sociaal. Hij leert snel en zal het nooit meer vergeten.
Karakteristieken
Een labrador wordt ongeveer 56 cm groot. deze honden hebben een korte vacht, die weinig verzorging vraagt. Labradors worden gebruikt voor de jacht, maar ook als drughond, en blindengeleidehond.
Deze hond is goedmoedige, vriendelijke en zeer gehoorzaam. Hij is ook zeer sociaal, aanhankelijk, trouw, en werkwillig. De labrador is zeer gemakkelijk op te voeden. Hij houdt echt van zijn gezinnetje. Labradors zijn echte kinder- en grote mensenvrienden en zijn daarom niet zozeer geschikt als waakhond. Een labrador heeft veel beweging nodig. Ook houd deze hond van zwemmen en apporteren.
Labrador retrievers zijn ingedeeld in groep VII van de FCI als niet-staande jachthonden. Ze dienen het geschoten wild te vinden en te apporteren zonder het daarbij te beschadigen. Mensen die een labrador als huishond hebben, hebben er geen idee van hoe fijn het is een labrador retriever als jachthond te hebben. En toch is bijna iedere labrador tot op zekere hoogte in staat om te worden opgeleid tot jachthond omdat het instinct dat zij hebben om voorwerpen te apporteren generaties lang is versterkt. In 1904 verschenen de eerste labradors op een field trial en sindsdien zijn ze er niet meer weg te denken. Apporteren zit de labrador retriever in het bloed. Het is aan ons om hem dat te leren doen op commando, zonder dat hij zich laat afleiden door wat er verder nog gebeurt op het jachtterrein.
Een werkende labrador moet in optimale conditie verkeren en de juiste aard en temperament hebben voor de verschillende disciplines. Hij moet moedig genoeg zijn om in dichte begroeiïng door te dringen en om onder alle omstandigheden en over allerlei soorten terreinen te apporteren. Soms is het essentieel dat de hond het geschoten wild zelfstandig weet te vinden (verloren apport) en het bij de voorjager te brengen. Een andere keer moet hij dan weer in staat zijn enkel op aanwijzingen van zijn baas (dirigeren) tot bij het wild zien te komen. Labrador retrievers staan tevens bekend om hun uitstekend markeringsvermogen (onthouden van de valplaats). Een goed getrainde labrador moet in staat zijn meerdere valplaatsen te kunnen onthouden en die dan te kunnen apporteren in een volgorde die de voorjager bepaald. Bovendien beschikt hij nog over een excellent reukvermogen. Maar bovenalles is de labrador retriever een uitstekende zwemmer die er niet voor terugdeinst ook bij winterse temperaturen te water te gaan.
Wanneer U van plan bent een labrador aan te schaffen, doet U er goed aan, U vooraf grondig te laten informeren door deskundige mensen. "Verzint vooraleer je begint" is zeker geen overbodige gedachte ! De labrador retriever staat bekent als een vriendelijke, plezierige, zelfs gemakkelijke hond. Maar bedenk dat dit alleen geldt voor een labrador die uitstekend is opgevoed. En opvoeden kost tijd en energie ! Een labrador opvoeden tot een aangename huishond neemt 1 tot 2 jaar in beslag. Stel jezelf ook eens de vraag : waarom een labrador ? "Voor de kinderen" is zeker geen goed uitgangspunt. Kinderen worden groot en krijgen andere interesses. Een gezonde labrador word gemiddeld 12-13 jaar oud. U zal zelf bereid moeten zijn de verantwoordelijkheid op U te nemen.
De labrador retriever is een zeer populaire hond en dus ruiken veel broodfokkers hun kans. Ten koste van het ras, de pup en de naiëve eigenaar word er met elke labrador willekeurig gefokt. Er word geen rekening gehouden met de gezondheid van de ouderdieren of met erfelijke aandoeningen zoals heupdysplasie of oogafwijkingen. Gevolg : vaak ongezonde, niet gesocialiseerde en vaak angstige puppy's. Daarom deze gouden raad : Ga steeds te rade bij een erkende kennel en eis steeds een officiële stamboom van St.Hubertus. Dit is je enige garantie op gezonde en verantwoord gefokte honden. Voor inlichtingen betreffende betrouwbare labradorkennels kan je steeds informatie opvragen bij de BLRC (Belgische labrador retriever club) of bij de Koninklijke maatschappij St.Hubertus.
een perfecte heup slechte heupen - let op de slechte pasvorm
De labrador retriever is van nature een jachthond met een enorme "will to please". Bovendien vertoefd hij graag in het gezelschap van mensen, lange tijd alleen zijn is niets voor hem. Bedenk dus dat U iedere dag de nodige tijd zult moeten vrij maken om in zijn behoefte te voorzien ( uitlaten, opvoeden, verzorgen, trainen,...) Als je het hierboven vermelde allemaal kan opbrengen, dan pas ben je klaar voor "jouw labrador" en kan je er van uit gaan dat je hond zal uitgroeien tot een aangename huisgenoot.
Wanneer je alles goed overwogen hebt wordt het tijd om een geschikte kennel ui te kiezen. Bij een goede zichzelf respecterende kennel zal je steeds gastvrij ontvangen worden en is er tevens de mogelijkheid de ouderdieren te bekijken. Hier kan je ook terecht met al je vragen. Het fokken gebeurt er selectief, rekening houdend met schoonheid, karakter en jachteigenschappen. Nu nog je keuze bepalen (welke kleur zal het worden ? een reu of een teefje ?) en het aftellen naar je nieuwe huisgenoot kan beginnen. Hoogstwaarschijnlijk kom je op een wachtlijst te staan want het fokken gebeurt (in tegenstelling tot bij "puppy-fabrieken") er niet aan de lopende band. Soms kan het wat sneller gaan, maar meestal zal je toch wat geduld moeten uitoefenen. Maar het wachten word hoe dan ook beloond met een kerngezonde en een reeds gesocialiseerde labradorpuppy.
Welke kleur verkies je ?
Een labradorteef word tweemaal per jaar loops. Ongeveer twee maand na de dekking worden de puppy's geboren. In het begin zijn ze nog blind en wat hulpeloos. Vanaf de 10e dag gaan de ogen open en komt er leven in de brouwerij. De kleine labradors beginnen nu hun eerste indrukken op te doen die ze hun verdere leven zullen meedragen. Om deze reden verdienen kennels waar de pups in huiselijke kring worden grootgebracht de voorkeur. Na enkele weken word er stilaan overgeschakeld op vast voedsel. Tot dan hebben de pups enkel bij hun moeder gezoogd. Op de leeftijd van ongeveer 6 weken krijgen ze hun eerste inentingen. Nog een week later krijgen de kleintjes hun tatoeagenummer (St.Hubertus). Vanaf de 8e week is de grote dag aangebroken en mogen de eerste pups het nest verlaten en kan hij of zij naar z'n nieuwe thuis. Uw fokker zal U graag met woord en daad bijstaan omtrent de behoeften van uw nieuwe pup. Aarzel niet om vragen te stellen over dingen die voor U onduidelijk zijn.
De labrador is een jachthond. Bij het interpreteren van de rasstandaard dient U dit steeds in gedachten te houden. De rasstandaard heeft betrekking op zowel de lichamelijke als de geestelijke kenmerken en is bepaald door de Engelse Kennel Club en overgenomen door de FCI (Féderation Cynologique International). De lichaamsbouw van de labrador moet zodanig zijn dat hij zijn werk als jachthond ten volle kan uitvoeren. Zijn karaktereigenschappen zorgen er voor dat hij een gewaardeerde jachthond is en een fijne kameraad.
ALGEMENE RASKENMERKEN
Sterk gebouwd, kort in de lendenen, breed in de schedel, breed en diep in de borst en de ribben, breed en sterk in de lendenen en de achterhand. Goed temperament, erg behendig. Buitengewoon goede neus, zacht in de mond en uitgesproken liefhebber van water. Korte, dichte weersbestendige vacht en een otterstaart. Een mooi gesneden hoofd met een duidelijke stop en een brede achterschedel, krachtige kaken en vriendelijke ogen die karakter, intelligentie en temperament uitstralen.
Temperament & karakter Intelligent, levendig met een sterke wil zijn baas te behagen (will to please). Vriendelijk karakter met geen enkel spoor van agressie of ongepaste schuwheid.
Hoofd Het hoofd heeft een brede schedel met een duidelijke "stop", scherp besneden zonder vlezige wangen.
Ogen De ogen zijn middelmatig groot met een intelligente, vriendelijke uitdrukking. De kleur is donkerbruin bij zwarte en gele labradors en hazelnootkleurig bij chocolade-kleurige honden. De oogranden zijn zwart bij zwarte en gele-, en bruin bij chocolade-kleurige labradors. Oogranden zonder pigment zijn een diskwalificatie.
Oren Niet groot of zwaar, dicht tegen het hoofd aanliggend en vrij ver naar achteren geplaatst.
Mond Kaken en gebit sterk met een volmaakt, regelmatig en volledig scharend gebit. D.w.z. dat de bovenste tanden net over de onderste heen vallen. Bij volwassen honden is het gebit voorzien van 42 elementen : 12 snijtanden, 4 haaktanden, 16 premolaren en 10 molaren. Een labrador moet "zacht in de mond" zijn. D.w.z. dat er geen druk mag uitgeoefend worden op het geapporteerde wild.
Lichaam Borstkast van goede breedte en diepte, met goed gewelfde tonvormige ribben. Horizontale bovenbelijning. Lendenen kort, breed en sterk. De schofthoogte van een labradorreu bedraagt 55 - 58 cm, teven 54 - 56 cm. Het gewicht van een volwassen reu bedraagt 35 - 38 kg, teven 25 - 30 kg.
Voorhand Schouders lang en schuinliggend. Voorbenen krachtig in "bone".
Achterhand Goed ontwikkeld, niet naar de staart aflopend, goed gehoekte knie. Laag geplaatste hakken. Koehakkig absoluut ongewenst.
Hals Droog, sterk, krachtig geplaatst op goed liggende schouders.
Voeten Rond en compact. Goed gebogen tenen en goed ontwikkelde voetzolen.
Staart Kenmerkend voor het ras. Erg dik bij de aanzet en geleidelijk toelopend naar de punt. Van middelmatige lengte, vrij van bevedering, maar rondom dik bekleed met een korte, dikke en dichte vacht waardoor een ronde vorm ontstaat die wordt omschreven als "otterstaart". Mag vrolijk gedragen worden maar niet over de rug krullen.
Vacht Kenmerkend voor het ras. Kort en dicht, zonder golven of bevedering. Vrij hard aanvoelend met een waterbestendige ondervacht.
Gangen / beweging Vrij, voldoende bodem beslaand, recht en zuiver, zowel voor als achter.
Kleur Geheel zwart, geel of lever(chocolade)-kleurig. De gele kleur kan varieren van roomkleurig tot vosrood. Kleine witte vlek op de borst is toegestaan.
Reuen Reuen moeten twee ogenschijnlijk normale testikels hebben, welke volledig in het scrotum zijn afgedaald.
Fouten Iedere afwijking van de hierboven vermelde punten moet als fout worden aangemerkt. De mate waarin moet in verhouding tot de ernst van de fout staan.
In England werden Labradors voor het eerst officieel erkend door de Kennel Club in 1903. Maar ongeveer 100 jaar daarvoor gebruikten vissers in Groenland een hond die erg leek op de Labrador om vis te apporteren. Later werden deze honden ook aangetroffen op vissersboten die voeren tussen Newfoundland en England. Er schijnen duidelijk twee verschillende soorten te zijn geweest : een grotere met een zware vacht, bekend als de Newfoundlander en een kleinere die beweeglijker was : De St.John's hond. Beide honden hadden een erg dichte vacht die waterdicht was en een korte, dikke staart die rond van vorm was. Dit was de hond van de vroege beschrijvingen, de vermoedelijke voorouders van de huidige Labrador Retriever.
Hiernaast twee van de laatste originele St.John's honden in Newfoudland. Auteur Richard Wolters schrijft in zijn boek "The Labrador Retriever" van 1981 dat deze twee reuen het uitsterven overleefden omdat ze in een ver afgelegen gebied leefden. Er waren geen vrouwtjes meer om met te fokken. In 1881 was "Lassie" rechts op de foto 13 jaar en zijn broer links 15 jaar oud. Net zoals de eerste Labradors in England hadden deze honden witte vlekken op de voeten en de borstkast. Door de jaren heen is deze eigenschap er grotendeels uitgefokt. Een kleine witte vlek op de borstkast is nog steeds toegelaten op de rasstandaard. Het is dus een overblijfsel van de voorouders.
Wanneer de naam "Labrador" voor het eerst werd gebruikt is niet precies geweten, maar het moet ergens in het begin van de 19e eeuw geweest zijn. In 1839 namen de Hertog van Buccleuch en Lord Home hun honden "Moss" en "Drake"mee op hun jacht. Zij noemden hun honden toen al "Labradors". Het verhaal gaat dat de tweede Graaf van Malmesbury (1778-1841) een "Labrador" op een vissersboot zag en meteen regelde dat de handelaren er voor hem enkele meebrachten vanuit Newfoundland. De Graaf was zo onder de indruk van de opmerkelijke apporteercapaciteiten van deze honden dat hij besloot zich geheel te wijden aan de ontwikkeling en de instandhouding van dit ras. Al snel werden ook anderen zich bewust van de talenten van deze honden. Vol overgave probeerden adelijke families het ras te verbeteren. In die tijd werden er talrijke kruisingen gemaakt met naar alle waarschijnlijkheid de Pointer, de Setter,... Ondertussen hadden de Graaf van Buccleuch en Sir Richard Graham gerenomeerde kennels opgebouwd. Zij maakten voor het eerst nauwkeurige aantekeniningen van de fokresultaten en probeerden zo zuiver mogelijk (zonder kruisingen) te fokken.
Aan het einde van de 19e eeuw kwam er een einde aan het importeren van honden vanuit Newfoundland. Door twee wetten was het niet meer mogelijk dieren uit deze streken naar England te halen. Enerzijds was er de quarantainewet die verbood om zoogdieren te importeren in England en anderzijds was er het belastingsdecreet op de teven in Newfoundland zodat veel teefjes reeds gedood werden bij de geboorte. Engelse kennels waren nu wel verplicht om raszuiver te fokken met hun eigen honden wat eigenlijk een voordeel zou worden voor het huidige Labradorras. Rond de jaren 1880 zijn dan ook alle originele St'John's honden uitgestorven in England. Een toevallige ontmoeting tussen de 3e Earl of Malmesbury (op een leeftijd van 75) en de 6e Duke of Buccleuch (1831-1914) met de 12e Duke of Home (1834-1918) zal de definitieve basis vormen voor het Labradorras. Tijdens een bezoek aan een zieke tante spreken ze samen af om te gaan jagen. De twee laatstgenoemde zijn bijzonder onder de indruk van de capaciteiten van de honden van de Earl of Malmesbury. Hij verteld hen dat het dezelfde bloedlijnen zijn als de honden van hun vaders en dat hij getracht heeft de bloedlijnen van de originele St.John's honden zoveel mogelijk te behouden. Malmesbury schenkt de twee enkele van zijn honden met de bedoeling het fokprogramma verder te zetten. Deze honden waren Ned (1882) en Avon (1885). Velen beweren dat deze twee de basis gevormd hebben voor alle Engelse Labradors.
Buccluech AVON geboren in 1885 3e Earl of Malmesbury
<---HERON COURT thuishaven van de Malmesbury's
ENKELE BELANGRIJKE DATA IN DE GESCHIEDENIS VAN DE LABRADOR RETRIEVER
* In 1892 worden de eerste twee chocolade-kleurige labradors geboren in de kennel van BUCCLEUCH.
Een groep labradors van de Buccleuch kennel
* In 1899 werd de eerste gele labrador (vanwaar aangifte) geboren in de kennel van Major C.J. Radclyffe en kreeg de naam BEN of HYDE.
Ben of Hyde Major Radclyffe en Ben of Hyde die een forel apporteert
* In 1903 was de labrador retriever populair genoeg om erkend te worden door de Engelse kennel club.
* In de vroege jaren 1900 werden in England de eerste offciele field trials georganiseerd voor retrievers.
Een van de eerste field trials
* In 1916 werd de Engelse labrador club opgericht door toedoen van Lord Knutsford (Munden kennel), Lady Lorna en Lady Howe (Banchory kennel). Uit deze kennel is de beroemde labrador "Bachory Bolo" afkomstig. Hij was de eerste labrador die duo champion werd. Bolo was drager van het chocolate-gen en stond bekend om zijn witte haren onder de voeten.
Lady Howe BACHORY BOLO (1915-1927) Bolo op een tekening uit 1922 Banchory Bolo en enkele van zijn nakomelingen
Lord Knutsford met zijn labradors van de Munden kennel "Munden" Sentry winnaar van vele Fied trials
* Rond de jaren 1920 werden geel-kleurige labradors alsmaar populairder. In 1924 werd door Major Warmold de "Yellow labrador club" opgericht.
Major Warmold en zijn "Knaith" labradors Knaith Banjo winnaar van 40 field trials King George VI was liefhebber van gele labradors
* In 1932 en 1933 behaalde "Bramshaw Bob" als eerste labrador de titel Best in show op de Crufts in England.
BRAMSHAW BOB winnaar van de crufts in 1932 & 33 Enkele tekeningen van een beroemd kampioen : Bramshaw Bob
* Op 16 maart 1968 word in ons land de Belgische retriever club opgestart.
* Tot op heden behoort de labrador retriever tot één van de populairste en meest gegeerde hondenrassen. Niet alleen als jachthond, maar ook als huishond zal deze enorme mensenvriend U jarenlang plezier en vriendschap bezorgen.
Hoi beste vrienden hier, ben gaan joggen met m'n hond. voor kerst kado kreeg ik van mijn gezin een speciale riem om te gaan joggen met je huisdier.
Echt het was super De hond en ik hadden er evenveel deugd van, ik ben begonnen met starter-run,dus opbouwen natuurlijk. Ik mag zeer tevreden zijn,want ben toch al enige kilo's kwijt en is de bedoeling om er fit en gezond te leven. Ook om meer met Rocky bezige te zijn en ook om aan zijn lichaam te werken want labrador's kunnen zwaar uitvallen in gewicht. Dus we hebben beiden er deugd van.
Ga nu even langs bij m'n schoonouders op thee-time en dan zien we elkaar vanavond dan nog eens op het net
Met dit gedicht Schijn ik een licht Op een pad Dat duister lijkt Maar veel mooier is Als je beter kijkt.
Met heel mijn wezen Hoop ik dat jullie allen genezen Van wat pijn doet En verdrietig maakt Van al waardoor Je steeds die zucht weer slaakt Om auw te zeggen.
Ik hoop dat kerst dit jaar Mooier zal zijn dan anders De sterren helder staande daar Waar alles kan veranderen.
Het mooiste voor 2008 Dat wat de verleden tijd je bracht Verwerkt zal worden, zal zijn Zodat jullie allen weer kunnen leven In een wereld zonder pijn En niet langer van koude angst Hoeven te beven.
Voor elk die een moeilijke tijd heeft Kijk even goed om je heen Misschien zie je het niet meteen Maar geloof me maar Je leeft.
Een werkelijk mooie tijd Zullen ook jullie tegemoet gaan Van verdriet word je bevrijd Dus blijf daar nu niet langer staan Het mooie, nieuwe jaar komt er aan.
Heel veel liefs en alle goeds voor de komende tijden. Dikke kerstknuffel,
Wat een plezier hadden die twee het (Rocky-Mudje) Ze waren allebeiden in de weer,op en af de golfbreker. En maar stoeien met z'n twee in het zand.
Waren ik en m'n man blij dat we hun gooibal mee hadden. Iedere keer opnieuw brachten ze de bal terug. We waren van Raveling tot bijna in Middelkerke gewandeld.
Heerlijk weerke en frisse neus opgehaald. De honden waren echt dolblij,graven,rollen,blaffen enz... Tot ze uitgeteld waren en heel rustig verder wandelde.
Dan zijn we met ze allen weer huiswaards gekeerd En konden we gezellig in ons warm huisje genieten van een vers kopje thee en 'och,! ja de honden kregen een pot vers water een dikke kuffel en een buffelbeen kado
Vandaag weer gaan joggen op de schorre, dat met m'n oudste dochter en m'n hond Rocky Het was een ware modderpoel daar, maar plezier was daarom niet minder hoor! door plas en modder liepen we door Een rocky was zeker blij voor al dat nattigheid is een labrador voor iets è
We hebben met ze drie er deugd van gehad, en de conditie wordt alsmaar beter.