Testament aan het personeelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Afscheid in intieme kring, want ik hou niet zo van grote woorden
ZoÂ’n 180 jaar sta ik hier te kijken
Als ervaringsdeskundige wetend dat alles moet wijken
Rijke jaren, magere jaren, in mijn stam gegrifte dingen.
Als museumstukken bewaart in mijn jaarlijkse ringen.
Geboren in Gasthuisbeemden toen Leopoldstraat nog niet bestond
En je er enkel een onooglijk aardeweggetje vond.
Zo maakte ik veel mee, de stad die zag ik groeien
Heb van op mijn hoogte ook veel zien verknoeien.
Leefde in het koninkrijk der Nederlanden, de bevrijding van Antwerpen, onder Frans bewind, toen ze les temps des cerises nog zongen
De Brabantse omwenteling, in meer troebele tijden, maar wel in een stad met groene longen
Zag 3 moordende cholera epidemieën daardoor veel van jullie collega’s verdwijnen.
De 16e eeuwse van Coudenberghe door een granaat gesneuveld, in een stadmagazijn wegkwijnen.
Schutterhoven, 2 wereldoorlogen, vliegende bommen, overblijfselen van een bezette stad
De oranjerie, Bourlaserre, 2 Libanonceders die moesten ook plat.
Mogen de huurlingen morgen met hun kettingzagen dit snel merken.
En schrapnel in mijn bast hun machines trager doen werken.
Want mijn lot lijkt nu wel beslecht.
Geveld door een honingzwammetje, Â’t is precies nog niet echt.
Normaal in symbiose samenleven, het kan
Een multicultureel zootje ze kennen er in de plantentuin wat van.
Zaden en stekken uit de Jardin des plantes uit Parijs, New arrivals uit Suriname, Batavia, Madagaskar mee van op reis.
Vanuit mijn vogelperspectief kan je wel merken dat ik kan spreken van échte natuurlijke netwerken
Zo was er de moerascipres die al jaren over reuma kloeg
Van ellende met zijn takken de tropische serre aan diggelen sloeg.
De ginkgo biloba, het sterkste ras, dat is nauwelijks overdreven
Die dinosaurussen en Hiroshima overleefden.
Er zijn er die zonder verpinken
Poneren dat ik hier als een groene kathedraal sta te blinken.
Kathedraal? Belachelijk. Ik ken dat zotgedraaid oud wijf wel.
Anderhalve tempeltoren, zich prostituerend als een echte del.
Met een stadsdichtertje als groupie in volle kuikentjeskoorts avances makend aan die boeregabber.
Pathetische clown, die aanvaardt mij, ziet mij staan roept, dat noemt zichzelf wolkenkrabber.
Maanden hebben ik gewacht tot die Braem adept de zogenaamde toren van het gezag.
Vanop den Oudaan terug zou schreeuwen, houdt u maar al in snotneus, ge weet dat het niet mag.
Ze hebben wel geprobeerd om mijn verval te remmen.
Een betweter als Sinterklaas die beweert dat ge ne schimmel met peekes kunt temmen.
Of met zonnewende het optreden van een wicca witch.
Zelfverklaarde universele genieën, kortom echte kitsch
Kwatongen beweren dat is zonder liegen.
Dat er ter mijne glorie een kudde witte wieven op nen bezem rondvliegen
Af en toe een rare snuiter die tegen bomen praat.
Laat ze maar; ze doen echt geen kwaad
Generaties werklieden zag ik hier voorbij struinen.
Pensioensgerechtigd met ook niet veel haar op hun kruinen.
Het valt wel mee, ook tuinvrouwen beginnen hier rond te kruipen
‘k kende nochtans periodes waar het testosteron bijna van mijn bladeren ging druipen.
Neem een voorbeeld, mij kan men tot niets verplichten.
Ik ben éénhuizig, laat dat een les zijn, macho’s, neven en nichten
Toch jullie hoveniers waren best vriendelijk.
Met je maaimessen mijn wortels plettend hoogstens wat hinderlijk.
Ongeacht in welk pak, streetwise of met eigen code.
Van Beirendonck, modenatie, al naargelang de mode.
Den botaniek had meermaals een Marshallplan.
Jullie bewijzen dagelijks dat het zonder die new speak ook wel kan
Verzorgden de plantenverzameling met vakkennis en toewijding en weet, zonder te vergissen
Dat jullie de gene zijn die mij echt zullen missen.
Enfin de normale gang van zaken, iedereen moet het zelf maar leren
Wens ik jullie veel succes met je beroepscarrière.
Nog een goeie raad, de beuk erin en vooral niet veel zagen.
Maar het snelste voertuig om vooruit te komen aan Â’t stad daÂ’s geen talent maar daÂ’s ne kruiwagen.
Sonja Steurs
|