Ik ben alien in space, en gebruik soms ook wel de schuilnaam zotspook.
Ik ben een vrouw en woon in in het spokenkot (spokenland) en mijn beroep is zorgkundige.
Ik ben geboren op 14/03/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, turnen, dansen, fietsen, reizen en uitstappen maken, Barbie- en Bratzpoppen verzamelen, mazen, haken en breien..
M'n andere grote hobby is de Russische Tsaren verzamelen, en vooral de laatste tsaar met z'n familie boeien mij enorm.
De poppetjes worden allemaal op dezelfde manier gemaakt, alleen de hoedjes en de gezichtjes zijn verschillend. Ieder poppetje bestaat uit 4 delen, een kop, een rokje, een kraagje en een mutsje.
Borduur de ogen, wenkbrauwen, neus, mond en haren, met een steelsteek of platsteek naar eigen fantasie!
Benodigdheden: restjes dunne katoen en een haaknaald nummer 1,75 en voor elke eierwarmer een schuimplastic bolletje van 3 centimeter. (u kunt het ook stevig opvullen met watten)
Gebruikte steken: lossen, halve vasten, vasten en stokjes.
Kop: 1e toer: Haak 10 vaste in een opzetlus. trek de begindraad goed aan zodat de opening sluit. 2e toer: V, haak 2 vasten in elke 2e vaste (= 15 vasten). 3e toer: V, haak 2 vasten in elke 3e vaste (= 20 vasten).? 4e toer: V, haak 2 vasten in elke 4e vaste (= 25 vasten). 5e toer: 25 vasten. 6e toer: V, haak 2 vasten in elke 5e vaste (= 30 vasten). 7e toer t/m 10e toer: 30 vasten
11e toer: V, haak elke 5e en 6e vaste samen (= 25 vasten). 12e toer: 25 vasten, schuif nu het plastic bolletje naar binnen en haak verder. 13e toer: V, haak elke 4e en 5e vaste samen (= 20 vasten). 14e toer: V, haak elke 3e en 4e vaste samen (= 15 vasten). 15e toer: V, haak elke 2e en 3e vaste samen (= 10 vasten). Knip de draad op 25 cm af en rijg deze door de buitenste lussen van de 10 vasten. Trek stevig aan en naai met deze draad de kop later op het rokje.
Rokje:1e toer: Haak 10 vaste in een opzetlus. trek de begindraad goed aan zodat de opening sluit.
2e toer: V, haak 2 vasten in elke vaste (= 20 vasten). 3e toer: 20 vasten.? 4e toer: V, haak 2 vasten in elke 2e vaste (= 30 vasten). 5e en 6e toer: 30 vasten. 7e toer: V, haak 2 vasten in elke 3e vaste (= 40 vasten).8e toer t/m 10e toer: 40 vasten. 11e toer: V, haak 2 vasten in elke 4e vaste (= 50 vasten).. 12e toer t/m 19e toer: 50 vasten. 20e toer: kreeftesteek (vasten van links naar rechts. Hecht af.
Kraag: Haak een ketting van 17 lossen.? 1e toer: 1 vaste in elke steek, te beginnen op de 4 steek vanaf de haaknaald (= 15 vasten). 2e toer: *3 lossen, sla 1 vaste over, 1 vaste in de volgende vaste, herhaal van * af 6 maal = 7 bogen. 3e toer: haak om elke boog, 2 st, 1 picot, 2 st en 1 picot. Knip de draad op 20 cm af en zet hiermee de kraag vast om de hals.
Knoopjes: haak 10 vasten in een opzetlus, rijg de einddraad door de buitenste lussen van de 10 vasten en trek deze vast aan zodat een bolletje ontstaat. Naai twee van deze knopen op het rokje.
Hoedje 1: 1e toer: Haak 10 vaste in een opzetlus. 2e toer: V, haak 2 vasten in elke vaste (= 20 vasten). 3e toer: V, haak 2 vasten in elke 2e vaste (= 30 vasten).? 4e toer: V, haak 2 vasten in elke 15e vaste (= 32 vasten). 5e toer t/m 9e toer: 32 vasten. 10e toer: *3 lossen, sla 1 vaste over, 1 vaste in de volgende vaste, herhaal van * af 14x, eindig met 3 lossen, 1 halve vaste in de eerste steek.
Hoedje 2: 1e toer: haak 12 vaste in een opzetlus. 2e toer: *sla 1 vaste over, 1 vaste in 1 vaste herhaal vanaf * = 6 bogen. 3e toer: haak om elke boog 7 vasten. 4e toer: *5 lossen, 1 vaste in de 4e vaste, 5 lossen, 1 vaste tussen de twee bogen, herhaal van? * =12 bogen. 5e t/m 8e toer: ga met halve vaste naar het begin van boog, *5 lossen, 1 vaste in het begin van de boog, herhaal van * af. 9e toer: als 5e toer, maar haak 3 lossen ipv 5 lossen.10e toer: haak om elke boog 3 vasten = 36 vasten. 11e toer: 1 vaste in elke vaste.
Hoedje 3: haak voor de bovenkant de 1 t/m 8e toer als bij het rokje =40 vasten. 9e toer: vaste, haak 2 vasten in elke 4e vaste (=50 vasten) 10e t/m 12e toer: 50 vasten. 13e toer: 50 kreeftesteken.
Hoedje 4: haak voor de bovenkant de 1 t/m 6e toer als bij het rokje =30 vasten. 7e toer: vaste, haak 2 vasten in elke 10e vaste (=33 vasten) 8e t/m 17e toer: 33 vasten. Naai aan weerszijden een plooi in de punt.
Als je met twee priemen een hals breit, inplaats van met vier is dit heel gemakkelijk; je maast eerst de schoudernaad van het voorste en de rug aaneen, en dan neem je van de volgende schouder van het voorste die niet gemaast is de steken op van de hals en zo verder ook de rugkant. En dan brei je 1 priem een ribbelsteek, hetzij rechts of averechts, hoe de priem zich voor doet, maar zorg dat je altijd 1 priem ribbelsteek hebt. Dan kan je voor de tweede priem de boordsteek of een andere siersteek verder breien, als je een ribbelsteek breit ligt er het boordje van de hals prachtig op de halsopening. je breit dit tot de boord af is en dan maas je de beide kanten van de boord mooi aan elkaar en je hebt een pracht van een hals. Ook de andere schouder maas je dan.