Je kan de verwijten niet meer aan, het vergif dat op je afgevuurd wordt.
Je kan de eeuwige ontevredenheid niet meer aan, het eeuwige gekanker, gezeur.
Je kan het geroep en de oeverloze kritieken niet meer aanhoren.
Niet alleen op jezelf maar ook naar hen toe.
Zelfs wanneer je er niet meer bent werkt al wat je raakte verder, als zuur dat je binnenste verder wegbrandt.
Daags en soms dagen nadien voel je je geradbraakt, lichamelijk, geestelijk.
Je beseft dat het zo niet verder kan, zeker niet nu je zonder die gesel al moet vechten tegen wat was en er nog bijkwam.
Je hoeft dit echt niet langer meer te verdragen, spreek je jezelf toe. Dat hoefde je al langer niet meer.
Je wilde er blijven zijn voor diegene... tot je voelt hoe je er straks voor niemand nog kan zijn, jezelf inbegrepen.
Pijn doet het, heel veel pijn.
En soms denk je dat al die pijn in je... je gezondheid op alle vlakken heeft ondermijnd.
|