Wat weet je van mijn verdriet,
wat weet je van mijn hartepijn. Hooghouden het hoofd, hooghouden de schijn.
Spijt is wat ik heb, alle grote woorden waren nep. Verscheurt wordt ik door verdriet, dat je mij verliet.
Al ben ik weggegaan, jij hebt me niet zien staan. Met al mijn verdriet, ik had je nodig dit zag je niet.
Nu net zo als toen, hetzelfde aan het doen. Sterk zijn hooghouden de schijn, van binnen verscheurt van pijn.
|