Ik lag met jou in hetzelfde bed we sliepen wel rechtop. Jij stak er net wat boven uit vandaar jouw blauwe kop. Ik was stapel op jou lange lijf dat mag je nu best weten. Ik vond jou echt een reuzewijf gewoon om op te vreten.
Laatst droomde ik de hele nacht aan een stuk door van jou. Jij werd mijn bruid, mooi wit omdat ik van sleepasperges hou.
Plots werd mijn droom bruut verstoord ik bloedde aan mijn kuiten. Wij werden allebei vermoord door zo'n hovenier van buiten.
Wij werden in een kist gelegd en spoedig daarna gewassen. Mijn rug was krom, de jouwe recht jij was dus eerste klasse.
Wat wreed toch van die hovenier ons zo uiteen te rukken. Ik heb jou daarna nooit meer gezien want ik lag bij de stukken.
Weet je wat ik het gekke vind het is eigenlijk heel stom. Terwijl ons leven in de grond begint is dat bij mensen net andersom.