2018
Verslag Najaars Fietstocht Westhoek
Brugge - Gent/Leie - Ieper – Palingbeek - Westhoek
Met de Bende van Bob
Van maandag 3 à donderdag 6 september 2018
De najaarstocht 2018 met de bende van Bob stond in het teken van vele verhalen. In Steenbrugge namen we met ons vieren, Bob en Antoine, Pol en Robrecht de Vaart naar Gent om via de bossen van Beernem naar de mooie Bellemse Kraenepoel te fietsen waar een hartelijke ontvangst op ons stond te wachten bij Noëlla en Hubert vrienden van Robrecht.
De doortocht door de bossen van Beernem langsheen plaatsen van delict “De moorden van Beernem” bracht ons het eerste verhaal. Na ontdekking van het lijk van Jonkheer d’Udekem d’Acoz werden tussen 1915 en 1945 nog 5 mensen vermoord. Niet alles kwam in de doofpot terecht maar tot nu toe blijven nog vele vraagtekens bestaan. Na Beernem kwam Ruiselede en tijdens het fietsen langs de 278 meterhoge zendmasten hoorden we van Bob een tweede verhaal: “Dit zijn zendmasten speciaal geplaatst in 1923 om met lange radiogolven met Vlaamse emigranten in Amerika te communiceren.” Nu is het zendstation beschermd monument.
Na het nuttigen van een Vedette in een prachtig aangelegde tuin van onze gastheer Hubert en gastvrouw Noëlla fietsten we naar de wondermooie Kraenepoel in oorsprong een turfwinningsgebied en nu een beschermd landschap. In Lotenhulle dachten we langs boer Charel’s doeninghe te passeren maar we waren de E40 en de brug van Landegem in een mum van tijd voorbij en moesten remmen om Bistro de Lork niet voorbij te vliegen. ’s Namiddags kwamen we aan de oude abdij van Drongen in het historisch kloosterpand met zijn uitgestrekte tuinen die wij herinneren van de uitzending “Het goeie leven” van Wim Lybaert. Wim is trouwens ook de maker van “De weg naar Santiago de Compostela” en een goede kennis van Robrecht. Tijdens de laatste kilometers van de dag genoten we van villa’s om ter mooist en grootst in Sint-Maartens-Latem en Deurle.
Het traject van Dag 2 loopt van Bachte-Maria-Leerne naar Zillebeke over een afstand van 65 km. Tijdens de eerste 20 km ontdekten we hoe mooi de oude Leie en haar afgesneden bochten wel zijn. Vele kunstenaars werden er geïnspireerd. Zij ontvluchtten in de zomer de stedelijke drukte van Gent en vestigden zich op het platteland in kleine dorpjes die we links en rechts ontwaarden.
Deze streek heeft 100 jaar Vlaamse kunst voortgebracht van impressionisme over expressionisme naar moderne kunst. De laatste in onze herinnering is Raveel uit Machelen, de voorvechter voor het behoud van de mooie Leiearmen. Hoe meer we Roeselare naderden hoe meer industrie langs de Leie, ooit de "golden river" genoemd. Die naam komt door de vlasverwerking. Het water is er arm aan kalk en ijzer en dus erg geschikt voor het roten van vlas. Het roten is er nu verboden wegens milieuaantasting. Maar de rivier blijft een economische slagader en is belangrijk voor de binnenvaart.
Op de middag zochten we naar het kanaal Roeselare-Leie en stopten op de markt van Izegem voor een spaghetti. Daar kwamen we op het idee om een bezoekje te brengen aan Marie-Jeanne; 4 mannen om haar een riem onder het hart te steken. Vanaf daar zouden we fietsen door de speeltuin van Robrecht, gelegen in Beitem en Rumbeke. Hij heeft er tabak genaaid, tussen de koeienvlaaien gevoetbald, het leven gedeeld in een ast voor chicorei. En waarlijk daar stond den ast te pronken langs onze route als archeologisch erfgoed. Stilaan kwamen we op de hoger gelegen flanken rond Ieper. We hielden halt aan de Polygone en Hill62 die in 1916 door Canadese troepen werd veroverd. De aanblik van de omgeving deed iets met ons.
Bij VOF Greta Mahieu in Zillebeke was de ontvangst zoals gewoonlijk heel hartelijk. We douchten ons en trokken uitgangskledij aan, want we wilden even naar Ieper. In het restaurant Regina tijdens een gezellig etentje beluisterden we boeiende verhalen uit Australië van een man met 6000 schapen. Aan de Menenpoort stond ondertussen een grote menigte Engels sprekende mensen klaar voor de Last Post.
Palingbeek, Heuvelland en Westhoek staat op de planning van Bob als dag 3. De gps toonde ons de weg naar de Palingbeek. 600.000 beeldjes in klei gemaakt, met een symbolische betekenis, werden daar één voor één uitgezet. Ze verwijzen naar 600.000 slachtoffers tijdens de eerste wereldoorlog. Het is een boodschap dat de wereld één geheel moet vormen om vrede te creëren. Bob kon het niet laten om nog even te peddelen naar de faciliteitengemeente Mesen, de kleinste stad van België met een rijke geschiedenis. Met ijzerhoudend natuursteen uit de streek werd alleen nog de kerk na de eerste wereldoorlog heropgebouwd en niet meer de oude abdijgebouwen. De Sint-Niklaaskerk valt op in de regio door zijn koepelvormige toren. Pol wees ons erop dat hier een van de merkwaardigste herdenkingsplaatsen van de Eerste wereldoorlog staan: Iers vredespark.
In de enige winkel van het stadje kochten we water en een belegd broodje. We scheerden even langs de schreve, de grens met Frans Vlaanderen en klommen en daalden verder door “heuvelland” met prachtige uitzichten die ons deden stoppen en kijken. Wijngaarden liggen op de zuidelijke hellingen van de Monteberg en de Rode Berg. Spijtig hadden we geen tijd om het domein Vidaigne te bezoeken. Herman Schotte, een kozijn van Robrecht, teelt er druivenstokken op biodynamische wijze. In Westouter aan de voet van de Rode berg, aten we onze boterhammen vooraleer we langs de Klyte naar Poperinge gingen.
Engelse soldaten zochten in de oorlog buiten de frontlinie verademing en troost op de markt van Poperinge bij Ginger. Ook wij hielden er even halt maar haalden vooral onze kracht in de schaduw van de abdij st. Sixtus door het drinken van het abdijbier Westvleteren 12 graden. Ondertussen verlangden we naar de Fintele, de stad Lo, Pollinghove één voor één prachtige dorpszichten en weidse landschappen met kerktorens die als naalden in het platte land staan.
Bij VOF Frank Delanote , woonachtig in Pollinghove nabij Lo, leerden we over de vruchtbare grond daar en moderne landbouwtechnieken. Hij had ook enkele stukken van de wereld gezien en had interessante inzichten over de geschiedenis in de streek. Zonder veel woorden konden we raden waar de eerste geuzen vandaan waren. s’ Avonds bij het binnenrijden van de Westpoort in Lo en tijdens het eten van potjesvlees onder het oude stadhuis en belfort konden we mijmeren hoe door de neergang van de lakennijverheid de streek kleinschalig bleef maar daardoor des te mooier om er te fietsen.
Al de voorbije dagen hadden we geen regenzeil nodig gehad. De voorspellingen voor de laatste dag waren ongunstig maar toch bleef het droog. In de voormiddag vonden we op onze weg piepkleine, charmante dorpjes met de ijzertoren voortdurend als baken aanwezig. Lampernisse viel op als waterrijk gebied met een rijke flora en fauna. Aan Frontzate was het langs de uitgebroken spoorweg beuken tegen de wind in tot in Nieuwpoort.
Daar lieten we ons overzetten aan de IJzer en via het militaire domein kwamen we aan in Westende -Bad. We hadden de intentie om met volle teugen te genieten van de zee die aan het opkomen was. Het opkomende tij gaf meer kracht aan de koude noorderwind, zodat we besloten om in Mariakerke landinwaarts te trekken. In Stene hebben we dan gekozen om in de Vlasschaard heerlijke mosselen te proeven.
Pol, lief hebber van ijscrème, had grote goesting. Hugo, ook nog lid van de bende, heeft namelijk de bendeleden leren grote bollen ijscrème likken. Bob bad beloofd voor één ieder twee bollen in de Macarel te trakteren. Vooruit dan maar richting Plassendale en Paddegat!
In de Bloemendalestraat, Sint-Andries, stopte de reis voor Pol en Robrecht en 7 km verder in Male voor Bob en Antoine: een reis met vele verhalen en ontmoeting met mensen die ons deugd deden.
Verslag door Robrecht
01-03-2023 om 12:22
geschreven door Via de la Plata
|