Wie van zijn herinneringen kan
genieten
leeft twee maal.

Rechtstreekse afstamming

Maria Noëz  1896 –1984

 

Victor E. Noëz

1863 - 1896

 

Judocus Josse Noëz

1834 – 1889

 

Joannes Baptista Noëz

1805 – 1849

 

Adrianus Josephus Noëz

1774 –1837

 

Martinus Josephus Noëz

1748 –1815

 

Adrianus Josephus Noëz

?  - 1777

Noëz in het kort

 

Eerste generatie

Adrianus Noëz  kwam via de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748)

In Mechelen terecht. Hij huwde er Maria la Fors en had 4 kinderen.

Martinus Noëz werd de eerste leidekker van de familie.

Na het overlijden van Maria la Fors huwde hij Maria Barbara Maschalé.

Ze hadden een huis aan de Nekkerspoelpoort, het huis de Poorte, genaamd.

Op 24 juni werd   1777 werd Adrianus op het kerkhof van Sint- Jan begraven

Inhoud blog
  • VOORWOORD
  • OOSTENRIJKSE SUCCESSIEOORLOG
  • De slag te Fontenoy 11 mei 1745
  • Adriaan Noëz, hij kwam met een heel leger naar Mechelen
  • Uit de huwelijksakte van Adrianus Noëz en Maria la Fors
  • Het gezin Noëz - La Fors
  • Het huis de Poorte aan de Keizerstraat
  • Schepengriffie 1777
    Contact

    Schrijf mij als u wat wenst te vragen of inlichtingen wenst.

    De buurt van Adrianus Josephus NOEZ

    Oude kaart rond 1745 met zicht op de Keizerstraat. Let rechts midden, op de sinds 1778 verdwenen  kerk Sint-Pieter en Paulus.

    De verdwenen gotische kerk Sint- Pieter en Paulus aan de Keizerstraat.
    (archief Berlemont SAM ©)

    De nieuwe Sint- Pieter en Paulus zoals Adrianus Noëz ze zou hebben gezien in 1775
    (archief Berlemont © SAM)

    Sint-  Pieters en Paulus

    De beeldkwaliteit van de afgedrukte akten is niet altijd 100 %

    Sint - Janskerk

    Uit de tekst


          "
    After you sir !"

     

    Weetjes

     

    De draagwijdte van

    de geweren en pistolen

    en het indringvermogen

    van de kogels waren zo

    gering, dat het pas  verstandig

     was te vuren wanneer de vijand

    vlakbij was, zogezegd op het lijf

    gedrongen zat.

     

    Situatie 1599 uit Nieuwpoort

    van Verhoef C.

    Blijkbaar al iets beter in 1745

    maar nog ver af van de huidige

     vuurwapens

     

    Zicht op Mechelen rond 1800.
    Kant Zandpoortvest, waar toen een kazerne was gelegen
    (Stedenatlas Mechelen Installé H. SAM)

    Zicht Keizerstraat voor de bouw van het Gasthuis. 
    (Archief Berlemont © SAM)

    Het momentele leegstaande gasthuis dat door de rechtbank zal
    worden ingenomen.

    Uit de tekst

     'Adrianus Noëz, hij kwam met een heel leger naar Mechelen'

     

    Het kostte de Mechelaars  150.000 gulden voor de maand november 1747, 11.000 soldaten te huisvesten. Bovendien hieven de Fransen belastingen op bier, wijn, paarden en karren, bestrating en allerlei handels verrichtingen.  

    Uit de tekst

    'Adrianus Noëz, hij kwammet een heel leger naar Mechelen'


    Mei 1747

    Kardinaal Aartsbisschop Tomas Philippus  d’ Alsace verwelkomde de Franse koning Lodewijck XV hartelijk en sprak in zijn rede de beroemd geworden gedurfde wensen uit.:


    ‘Sire, le Dieu des armées est aussi le Dieu des miséricordes. Pendant votre Majesté lui rend des actions de grâces pour ses victoires, nous lui adressons de voeux pour les faire heureusement cesser par une paix prompte et durable. 

    Het voormailge paleis van Margareta van York, echtgenote Karel de Stoute.
    Thans schouwburg van de stad.

    Keizerstraat met links gewezen paleis Margareta van York vanuit Veemarkt gezien

    Paleis Margareta van Oostenrijk zoals Adrianus Noëz het zou kunnen gezien hebben. 
    (archief Berlemont © SAM)

    Binnenzicht paleis Margareta van Oostenrijk, momenteel gerechtshof.

    Uit de tekst

     "Uit de huwelijksakte van Adrianus Noëz en Maria la Fors"


    De Royal Cravattes

     

    Ze droegen in 1740 een blauwe mantel met een rode voering, een witte gestikte draagriem schuin over de rug. De broek was gemaakt uit dierenvel, de hoed, drie duim breed, afgeboord met een fijne zilverdraad. Hun vaandel was gemaakt uit blauwe zijde afgeboord met goudachtige franjes met in het midden een zon en vier lelies op de hoeken van de vlag

    Nekkerspoelpoort gezien door kunstenaar De Noker © SAM

    Borgbrieven

    Was iemand onbemiddeld dan kon hij steun krijgen van de Armenkamers, laat ons zeggen de vroegere OCMW .Verhuisde zo iemand naar een andere gemeente dan moest de gemeente van vertrek een “borgbrief “meegeven, waarin ze verklaarde dat zij borg stond voor de verhuizer in geval deze hulp zou nodig hebben in zijn nieuwe gemeente. Logisch want hij had daar nog geen frank belasting betaald. Weze opgemerkt dat vele gemeenten geen borgbrief gaven, omdat zij die ook niet vroegen aan een andere gemeente.

    Maria Theresia verplichtte in 1750 de borgbrief. Er werden ook reeds borgbrieven gevonden midden 17e eeuw.

    Op het Rijksarchief liggen borgbrieven van H.Geesttafels op naam van 18 gemeenten uit de provincie Antwerpen*.

    In het stadsarchief van Mechelen zijn ze niet te vinden, mogelijk ergens anders gerangschikt. In de randgemeenten van Mechelen, vond men wel borgbrieven door Mechelen uitgeschreven.

    *Fr.Bellon

  • Een geslacht leidekkers te Mechelen
  • Hoofdpunten blog familiegroep

    Heen en terug leidekkers
     

     
    Noëz I
    Eerste generatie
    08-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOORWOORD

    Vanwaar mijn belangstelling

    M
    ijn grootvader Desideer Bellon ( 1899 -1964) huwde in 1921 met mijn grootmoeder Maria Noëz ( 1896 -1984). Als we  over genealogie spreken moeten we ook de geschiedenis onderzoeken van de aangetrouwde partners. Ook hun genen en karaktertrekken spelen een rol in de verdere afstamming.
    Uit waardering voor mijn grootmoeder begin ik met haar familiegeschiedenis: De Noëzs.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    Ik nam me voor zowel hun persoonlijke geschiedenis, geschreven in historisch Mechelen, als hun verbondenheid met deze stad, in kaart te brengen. Brokjes histories, gewoonten en gebruiken over het leven in Mechelen moet de familie Noëz beter uit de verf laten  komen. Allerlei foto’s, krantenknipsels, humor, omkaderen een tijdsbeeld waarin een gezin leefde.  Zelf ben ik geboren in Mechelen, heb ik er school gelopen, heb ik gesupporterd voor de “Malinois", genoot ik van de bloemenstoeten, het klokkenwerpen, de foor. Zag ik de grote films in de Eldorado en de Rio zoals de Tien Geboden  en Ben Hur. In Mechelen was het goed om te leven. Regelmatig  kom ik er terug en ontdek ik nu de ziel van de stad en de verbondenheid van een familie, die  er een stukje industriële geschiedenis maakte. De titel legt al iets bloot  en wil ik met dit  familieverhaal ook begrip opbrengen voor onze  huidige dakdekkers, die, soms in gevaarlijke omstandigheden, de ’finishing touch’ plaatsen op  onze gebouwen. Het dak van een gebouw is als een hoed  voor een mens: Sierlijk, frivool,stijf, opvallend, beschuttend tegen zon en regen.

    Op 27 april 1748 komt ene Adrianus Josephus Noëz, samen met zijn madam Maria La Fors, naar de kerk Sint -Jan in Mechelen om er hun zoon Martinus Josephus te laten dopen.Vanwaar Adrianus kwam is voorlopig niet geweten.In ieder geval is hij  met veel spektakel in Mechelen terecht gekomen. Zijn twee zonen komen in de bouw terecht. Ze zijn leidekkers, zeg maar dakwerkers. Ze zijn de eersten van een generatie Noëzs die in Mechelen een ferme vinger in de pap zullen hebben in het bouwen van huizen, het herstellen van kerken en stadsgebouwen.Samen met de metselaars hadden zij de coördinatie van heel wat bouwwerken. Velen van  hen blonken uit in hun ambacht en verkregen de titel van meester leidekker. De meester leidekkers hadden arbeiders in dienst, deden aan prospectie en construeerden burgerwoningen, zorgden voor de  aankoop van hun bouwmateriaal. Deze  ambacht was misschien niet de goudmijn. Arm zullen ze er zeker niet van geworden zijn. Hierover hebben we al sterke aanwijzingen. De stiel ging over van vader op zoon, zodat bijna alle mannelijke Noëzs leidekkers werden. Uit akten vond ik dat enkele  Noëzs,  in Dobbelhuizen woonden. Dat waren woningen, die onder andere aan de Dijle lagen, waarvan de achterkant aan de oever uitkwam om er het materiaal, dat men per schip aanbracht, rechtstreeks te lossen en ze vervolgens aan de voorkant op karren te laden. Reden waarom we  verschillende Noëzs in de Lange Schipstraat[1] aantreffen.  Ook op de Korenmarkt hadden er een paar generaties  lang hun verblijfplaats. We treffen er ook aan  in de lange Nieuwstraat, het Groot Begijnhof en in de Keizerstraat.

    Onze Noëzs werkten voor  stad en voor  kerk.  Zo toont een rekening van O.L.V o/d Dijle aan dat  deze parochie nog achterstallen van lonen diende te betalen aan Noëz Joannes.  Noëz.J osse sleepte  in 1870     een groots contract binnen om  het gehele dak van eerder genoemde kerk te restaureren. De Noëzs waren sterk verbonden met de stad Mechelen die dikwijls hun opdrachtgever was.  Stadsrekeningen bewijzen dat.  Sinds begin van de 19 de eeuw verplichtte het Mechels brandreglement  o.a. de meester schaliedekkers  dienst te nemen bij de brandweer. Dakdekkers kenden immers de constructies van  huizen en hadden  bovendien  geen hoogtevrees. Zij waren gewoon op steile daken te klimmen en te werken. Bij de brandweer in Mechelen hebben zij geschiedenis gemaakt en dat tot 1979. Sinds het jaar 1822 komen hun namen voor in de registers.  Er zijn er die heldenmoed hebben gehad, daarvoor medailles hebben gekregen, brigadier en het  zelfs tot bevelhebber hebben gebracht.

    De Mechelse brandweer herbergt in haar museum  heel wat foto’s en geschriften van en over hen. 

    De Noëzs hadden ook iets met het militaire.  Nu België  net 175jaar onafhankelijkheid vierde, moeten we het leven van  Joannes Baptista Noëz belichten, die verplicht werd  tijdens de dagen van de Belgische omwenteling dienst te kloppen bij de burgerwacht. Door wettelijke omstandigheden moest hij deel nemen aan de tiendaagse veldtocht tegen Willem van Oranje.  In het rijtje militie vinden we nog Noëzs die hun strepen hebben gehaald bij het Belgische leger.

    Opkomend voor hun idee, in de woelige sociale periode kort en na de eeuwwisseling, schoten zowel de vader als de broer van mijn grootmoeder  er het leven bij in. De 19de eeuw kraakte onder de sociale en technische veranderingen, waarbij liberalisme en katholicisme  voor de nodige harde confrontaties zorgden, terwijl tussendoor met een regelmaat cholera en hongersnood het leven kwamen verstoren.  Hoe ze het beleefden wil ik zo goed als mogelijk beschrijven.

    Ziehier dus de geschiedenis van de Noëzs levend en werkend in de stad Mechelen. 

    We beginnen ons verhaal in de jaren 1740.…



    [1]  Eveneens gelegen aan de Dijle



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!