Hij vertelde van de tijd in het leger. Hij heeft gediend kort na de W.O.II. Daar heeft hij leren patatten jassen. Thuis moest hij dat niet doen. Enige zoon... nee, in die tijd was dat werk voor moeder en zuster. Wat niet wegneemt dat hij met plezier goed z'n mannetje stond in de keuken. Dat had hij geleerd, om te beginnen, in het leger. In die tijd leerden die jonge gasten in het leger zowat alles, denk ik. Maar het was een goeie tijd. Ik kan het me haast niet inbeelden dat ik zou spreken van een goeie tijd als men mij maar loopt te commanderen voor niets. Enfin, voor niets is dat natuurlijk niet, het is in het belang van ons landje. Nog maar net terug vrij van bezetting, maar men moest toch op z'n minst een leger hebben, neem ik aan. Hij had het er goed. Vooral heeft hij heel veel plezier gemaakt. Veel vrienden had hij daar en samen staken ze uit wat ze konden. Dus, je kan het raden. De straffen bleven niet uit. Maar die namen ze erbij met plezier, dat was het waard.
Wat hij allemaal heeft uitgestoken, heeft hij me wel ooit verteld, maar ik weet het niet meer. Mijn broer onthoud zulke dingen beter dan ik. Ik weet wel dat hij nog lang na zijn legerdienst contact bleef hebben met z'n maats. Zo zie je maar, het leger heeft beslist zijn nut. Het brengt mensen dichter bij mekaar. Uit die tijd heb ik enkele fotootjes. Allemaal even mooi. Zo'n uniform doet natuurlijk ook al wel wat, het maakt een man meer mannelijk. Het is stoer. Of mijn vader stoer was, dat kan ik me amper inbeelden. Gehard was hij zowiezo, door de oorlog. Zoals iedereen in die tijd had hij ook zijn miserie gehad in die jaren. Gelukkig was de oorlog voorbij toen hij soldaat was. Hij heeft niet moeten vechten aan het front.
Hij heeft als jonge burger zijn deel gehad en het heeft hem bewerkt en veranderd. Jaren later heeft hij daarover verteld...