Direct naar artikelinhoud
Theaterrecensie

Lazarus speelt 'Camus', en blijft wat steken in het spelplezier

CamusBeeld RV/Raymond Mallentjer

Camus is niet altijd zo'n heldere voorstelling, die wat blijft steken in het eigen jongensachtige spelplezier.

Wie streeft naar het verwerven van betrouwbare kennis over de wereld, hét wezenskenmerk van de filosofie, komt ook in het theater aan zijn trekken. Hoe ongrijpbaarder de wereld om ons heen wordt, hoe minder het in de wereld van het rode pluche om ijdelheden en franje draait. Theatermakers gaan gretig de wijsgerige toer op.

Bruno Vanden Broecke blies twee jaar geleden op tekst van Stefaan Van Brabandt Socrates nieuw leven in. In een vervolgmonoloog zal Johan Heldenbergh binnenkort de 200ste verjaardag van Marx (1818) herdenken. In 2016 speelde Koen De Sutter Montaigne. Dit jaar legde Naomi Velissariou de innerlijke wereld van cultuurfilosofe Susan Sontag bloot en binnenkort kunnen we genieten van de herneming van Sartre zegt sorry, waarin stand-upper Laura von Doltron het existentialisme een trap na geeft.

Mee met de trend

Ook Lazarus, het huisgezelschap van het Arsenaal, laat zich niet onbetuigd. Het brengt die andere invloedrijke existentialist-absurdist voor het voetlicht, Nobelprijswinnaar Albert Camus (1913-1960). In Camus zien acteurs Pieter Genard en Günther Lesage de logische voortzetting van eerder werk, Karamazow. Ook hier schuldvragen, rebellie om de dood van een kind, moraal zonder God en de vraag in hoeverre daden veroorloofd zijn.

Camus.Beeld RV/Raymond Mallentjer

Meer dan een filosofisch traktaat wil de voorstelling een beeld geven van hoe bij Camus leven en werk met elkaar vervlochten zijn.

Scheeftrekking ernst en luim

Camus speelt in een sobere setting met centraal niets meer dan een hoopje dorre herfstbladeren. De dood is niet ver zegt ook de beeldbepalende blok samengeperst schroot, een verwijzing naar het auto-ongeluk waarin de schrijver het leven liet. Inhoudelijk zet Lazarus in op twee verhaallijnen: de breuk met Sartre met de vereenzaming van Camus die dat tot gevolg had en daarnaast de frivole kant van de schrijver als womanizer en schuinsmarcheerder.

CamusBeeld RV/Raymond Mallentjer

Dat menu wordt geserveerd met losse overgangen tussen ernst en luim. We krijgen afwisselend sec gebrachte, tekstueel rake monologen, futiele anekdotiek die bij momenten overgaat in flauwiteiten, zwierige danspassen en zo nu en dan een muzikaal intermezzo. Het is verdienstelijk om een moeilijke materie luchtig te willen houden, maar die neiging schiet soms door en dan wordt het poppenkast gebracht door een ongeleid jongenskoor dat te lang aan het inpilsen is geweest. Die schreeuwerige momenten geven aan dat de voorstelling toch niet echt gezegd krijgt wat ze wil zeggen en een makkelijke uitweg zoekt in fillers en opleuking.

Anderzijds slaagt Lazarus wel in een belangrijk opzet: de toeschouwer die voorbij het gekscheren van de presentatie kan kijken, trek doen krijgen in het oeuvre van Camus. Daarvoor zorgt onder meer de sterke afsluiter met Joris Van den Brande die heel aangrijpend een stuk genadeloze introspectie uit de roman La Chute (De val) brengt.

Op tournee door Vlaanderen, www.arsenaallazarus.be