Direct naar artikelinhoud
Review

Wanneer een Britse rapper Japanse anime ten huwelijk vraagt

Gaika, vorig jaar op Rewire Festival in Den Haagfoto Bram PetraeusBeeld Hollandse Hoogte / Bram Petraeus

In de ene uithoek van Gent zwaaide Beautiful Boy de scepter, in de Vooruit was dat eerder een Weird Boy, in de persoon van de Britse rapper Gaika. Hij bracht, in het kader van Film Fest Gent, een hommage aan de Japanse anime-cultfilm Akira. En wat er toen gebeurde, kunnen wij nog steeds niet vatten.

- “Zeg, Gaika, zie jij het zitten om Akira door de blender te jagen?”

- “Ja.”

We waren er niet bij, maar we vermoeden dat de conversatie tussen Videodroom – het luik waarmee Film Fest Gent een brug legt tussen film en klank – en de Londense rapper exact zo is verlopen. Gaika is namelijk een superfan van het werk van Katsuhiro Otomo uit 1988, en staat er als woord- en klanktovenaar om bekend dat hij vaak vreemd gaat met beeld.

Er was alleen onduidelijkheid over wat en hoe. Zou het brein achter een van de intrigerendste rapplaten van het jaar, Basic Volume, de soundtrack van Akira herwerken? Of zou hij ook aan de slag gaan met beelden van de baanbrekende animefilm? Een boodschap aan de deuren van de Theaterzaal van Vooruit bracht meteen duidelijkheid: “Dit is geen live soundtrack bij de film, maar een nieuwe audiovisuele show, geïnspireerd op Akira.”

Ook de inleiding door Videodroom gaf meer duiding: “Dit is een interpretatie van de film, een ode.” Was dat jammer? Ergens wel, want wij hadden niet liever gewild dat Gaika in de rol van stadsgids zou kruipen en ons van begin tot eind door het Neo-Tokyo van Akira zou leiden.

Gewauwel

Het was halfnegen toen Gaika in een hoek van het podium kroop, met aan de andere zijde celliste Lucinda Chua. Tussen hen: een gigantisch scherm waarop de Londenaar verknipte en vertraagde fragmenten van de film projecteerde. Hij haalde zo de angel uit het verhaal, maar koos ervoor om het dystopisch en apocalyptische karakter van Akira extra in de verf te zetten.

Gaika begeleidde Akira niet, het was tweerichtingsverkeer. Wie de ogen sloot en de Londense beatbakker aardedonkere, krakkemikkige beats uit de school van Gang Gang Dance hoorde opdienen, zag een grootstad in verval, waar gehuil het lokale dialect had kunnen zijn. En omgekeerd: geen begeesterende soundtrack zou beter passen bij de klassieker uit 1988 dan de show die Gaika speciaal voor deze gelegenheid in elkaar had getimmerd.

Dat was althans onze conclusie na een kwartier. Naarmate de minuten tikten, begon het ontbreken van een duidelijke verhaallijn echter in het nadeel van de rapper te spelen. Hij klonk soms te langdradig, te eentonig, en dat leidde de aandacht van de film weg. Gaika stuiterde van intens, over fascinerend, maar gleed meer en meer af naar slaapverwekkend. Het publiek – een paar honderd man – langer dan tien minuten in een wurggreep houden, lukte hem zelden.

Het geheel was té experimenteel, té vaag, té doelloos. Een schuldige: het gewauwel waarmee de Brit zijn pastiche van dancehall, futuristische beats en experimentele pop noir overgoot. “At the end of the world”, kreunde Gaika toepasselijk – een van de zeldzame keren dat hij iets verstaanbaar zong.

Beklijven

“Als je focuste op de muziek, zat je echt in een goede trip”, hoorden we een bezoeker na afloop zeggen. Maar was het net niet de bedoeling om getuigen te zijn van een huwelijk tussen geluid en beeld? En is het ook niet veelzeggend dat, wanneer we een nekslag naar rechts maakten, drie mensen binnen de straal van vijf meter waren ingedommeld?

In tegenstelling tot Thurston Moore, eerder op deze editie van Videodroom, wist Gaika niet te beklijven. Dat is zonde, maar niet het einde van de wereld. Als de Britse rapper binnenkort zijn fenomenaal album Basic Volume komt voorstellen op een Belgische podium, zullen wij terug present tekenen.