Te zwaar, te luid en te gevaarlijk: “En toch rijden we er binnen twee jaar allemaal mee”

Tim Wellens en Dylan Groenewegen klaagden maandag over oorpijn. Ze rijden niet op een fiets met schijfremmen, maar zagen en hoorden in de openingsrit van de BinckBank Tour het effect ervan. Sinds 1 juli zijn schijfremmen door de UCI officieel toegestaan in profkoersen. Vijf vragen en antwoorden over die innovatie in het peloton.

Bram Vandecapelle

Wat zijn de voordelen?

Greg Van Avermaet: “Je remt er directer mee. Ook in de ­regen. Bij gewone velgremmen moeten de remblokjes in natte omstandigheden eerst de velg nog droog maken vooraleer ze kunnen remmen. Met schijfremmen is dat probleem alvast van de baan.”

Sep Vanmarcke: “In de regen rem je vijf procent sneller met schijfremmen dan met velgremmen. Ik was in het begin geen voorstander van schijfremmen, maar nu ben ik dat wel. Je voelt je zekerder op een fiets met schijfremmen. Als je aan de remgrepen trekt, voel je altijd een reactie. In welke omstandigheden ook.”

Michael Matthews: “In natte omstandigheden zijn de renners die velgremmen hebben bang op de fiets, terwijl de renners die met schijfremmen rijden dat minder snel zullen zijn. Zij zitten meer relaxed op hun fiets.”

Marcel Kittel: “Ook in lange afdalingen is het beter rijden met schijfremmen. Voor een bocht moet je veel later in de remmen gaan.”

Jasper Stuyven: “Je wint daardoor één à twee seconden per bocht. In natte omstandigheden win je in een lange afdaling van een col gemakkelijk een halve minuut.”

Van Avermaet: “Naast de tijdswinst heb je op de fiets ook een veiliger gevoel in een afdaling.”

Walter Planckaert: “Het is wel geen wondermiddel. Zelfs met schijfremmen was Philippe Gilbert nog gevallen in de afdaling van de Portet d’Aspet.”

Dylan Groenewegen: “De fietsen met schijfremmen zijn aerodynamischer. Het zal ook in massaprints enkele fracties winst opleveren.”

Kittel: “Ook in de voorbereiding op de sprint. Je moet later in de remmen bij een haakse bocht. Je kan beter doseren.”

Oliver Naesen: “Met schijfremmen warmen ook de velgen niet meer op wanneer je remt. Elk jaar valt er wel een renner zwaar doordat de tube van zijn velg schiet omdat die velg oververhit is. Dat zal nu niet meer gebeuren.”

Waarom liever niet in berg- en kasseiritten?

Stuyven: “Schijfremmen wegen meer dan velgremmen. Dat extra gewicht is bergop een nadeel.”

Vanmarcke: “In bergritten rijden wij er niet mee. Het is wachten tot wanneer ze het systeem iets lichter kunnen maken.”

Yves Lampaert: “Ook in Parijs-Roubaix zou ik er nog niet mee willen rijden. Een band vervangen duurt langer met schijfremmen. In Roubaix zijn het niet allemaal professionals die langs de kant staan met reservewielen. Soms ook gewoon vips of kameraden. Mochten die dan in volle stress zo’n band met schijfremmen moeten vervangen… Het zou miserie opleveren.”

Van Avermaet: “Om dezelfde reden heb ik er ook in de klassiekers niet mee gereden.”

Stuyven: “Ik wel. Onze mecaniciens hebben een manier gevonden om bandenwissels met schijfremmen bijna even snel te doen. Bij Trek-Segafredo hebben we geen fietsen zonder schijfremmen meer. En ik werd in Roubaix toch vijfde.”

Vanmarcke: “Bij een natte versie van Roubaix zal je blij zijn als je schijfremmen hebt. Ik overweeg om volgend jaar met schijfremmen in de klassiekers te rijden.”

Zijn er kinderziektes?

Tim Wellens: “Het maakt verschrikkelijk veel lawaai in de regen. Die remmen piepen dan zeer hard.”

Groenewegen: “Na de regenrit van maandag in de BinckBank Tour was ik er bijna halfdoof van.”

Vanmarcke: “Soms is er ook drukverlies. De schijfremmen worden gevuld met olie. Soms ontstaat er dan een luchtbel. Als die luchtbel net naar boven komt wanneer je moet remmen, rem je niet of heel traag. Het is in onze ploeg bij mijn weten nog maar één keer in een wedstrijd gebeurd. Maar het kan wel gevaarlijk zijn. Temeer omdat je verwacht snel te kunnen remmen, maar dat dan plots niet lukt.”

Lampaert: “Ook de koeling kan nog wel wat finetuning gebruiken. Tijdens lange afdalingen in zeer warme omstandigheden warmen die schijven op en maken ze een vreemd lawaai.”

Is het gevaarlijk?

Laurens De Vreese: “Ik ben een tegenstander van schijfremmen en ben blij dat onze ploeg ze nog niet gebruikt. Ik vind het levensgevaarlijk. Als je gewoon al kijkt naar die wielen. Die schijven staan er open en bloot op. Stel dat er bij een valpartij iemand tegen rijdt aan een snelheid van 60 km/u… Ik wil de gevolgen niet zien.”

Walter Planckaert: “Ze zeggen wel dat ze die schijfremmen hebben afgebot, maar het blijft wel een schijf.”

Van Avermaet: “Momenteel is er nog niks gebeurd. In de Tour zijn er toch ook al een paar valpartijen geweest, maar zonder schade van schijfremmen. Je kan dan evengoed zeggen dat het grootste tandwiel even gevaarlijk is.”

Stuyven: “Het tandwiel is minstens even scherp.”

Lampaert: “Als je valt, is alles onveilig. Als we de veiligheid van die schijfremmen in vraag stellen, moeten we bijna alles in vraag stellen.”

Groenewegen: “Dat is typisch in de koers: alles wat nieuw is, is altijd gevaarlijk.”

Matthews: “Verandering wordt altijd kritisch onthaald.”

Wellens: “Ik ben geen voorstander. Als je kordater kan remmen, kan je ook wel rapper vallen. Ook met mijn mountainbike heb ik heel lang niet willen toegeven aan schijfremmen.”

Naesen: “Onze ploeg rijdt nog niet met schijfremmen en ik merk wel dat het gevaarlijk is als je rijdt naast en achter renners die wel schijfremmen hebben. Omdat zij voor een bocht pas heel laat beginnen remmen, kan je je daar met gewone velgremmen aan mispakken.”

De Vreese: “Renners met schijfremmen steken je voor een bocht dan op het nippertje voorbij. In regenachtige omstandigheden rijd ik dan rond met schrik tot achter mijn oren.”

Naesen: “Hopelijk is dit een overgangsfase. Ofwel moet iedereen er mee rijden ofwel niemand. Maar dit moet geen vijf jaar meer duren.”

Waarom zijn er ploegen die nog twijfelen?

Marc Sergeant: “Bij ons in de ploeg wordt het nog niet gebruikt, maar de renners zijn vrij om het wel te doen. De fietsindustrie is aan het pushen om dit door te voeren. Zij zijn de sponsors van de ploegen. We gaan er niet aan kunnen ontsnappen.”

Groenewegen: “Het is de toekomst. In onze ploeg zijn ze de fietsen aan het voorbereiden om er volgend jaar ook mee te rijden.”

De Vreese: “Ik heb altijd gezegd dat ik mijn carrière wil afsluiten zonder te hebben gekoerst met schijfremmen, maar ik vrees dat ik niet in mijn opzet zal slagen.”

Kittel: “Je moet geen waarzegger zijn om te zeggen dat binnen twee jaar alle ploegen en renners met schijfremmen rijden. Het is een technologische vooruitgang.”

Lampaert: “In de mountainbike en het veldrijden rijdt iedereen er ook mee. Waarom zou het wegwielrennen dan achterblijven? Binnen twee jaar remmen we er allemaal mee.”

Meer over Marcel Kittel

MEER WIELERNIEUWS

Keuze van de redactie

Video