Maarten Vangramberen lokt de blikvangers van de Tour naar zijn tafel: “Een Franse renner uit een Franse ploeg kun je vergeten”

Niet alleen de wielrenners zweten in de Ronde Van Frankrijk. Maarten Vangramberen (39) beweegt elke dag hemel en aarde om ’s avonds na iedere etappe een van de blikvangers aan zijn Tour­tafel te krijgen. En dat loopt niet altijd van een leien dakje. “De Fransen zijn bijzonder chauvinistisch. Die wimpelen je vraag onmiddellijk af.”

Tom Vets

Het gesprek aan de Tourtafel begon jaren geleden met Lieven Van Gils in Vive le Vélo. Intussen is Maarten Vangramberen er al drie jaar mee op post. “We hebben steeds een filmpje met leuke fragmenten van eerdere gesprekken om ploegen over de streep te trekken”, zegt hij. “Wat ook helpt, is onze goede naam. Het lukte ons jarenlang niet om Chris Froome te strikken. Die heeft nogal een reputatie. Maar toen het vorig jaar toch lukte, kwam hij bij ons goed uit de verf. Team Sky is nu toegankelijker om een gesprek te versieren.”

Niet smeken

Toch is Maarten nooit honderd procent zeker. “We hebben altijd een plan A, B én C. Je mag nooit alles laten afhangen van één gok. Als je een Franse renner uit een Franse ploeg wilt, mag je het trouwens op voorhand vergeten”, zegt Van­gramberen. “Fransen zijn zo chauvinistisch, dat ze enkel aandacht hebben voor eigen media. In de eerste Tourweek wilden we een gesprek met ­Sylvain Chavanel. Niet omdat hij zo super was, maar gewoon omdat hij al de meeste Tour-edities op z’n naam had staan. Een andere ploeg zou direct toehappen, maar bij zijn ploeg werden we wandelen gestuurd. En smeken gaan we niet doen.”

Helpt ook: de talenknobbel van Maarten. Van Nederlands, Frans, Engels tot Spaans of Italiaans, hij heeft het allemaal onder de knie. “Gelukkig maar. Een Spanjaard of Italiaan zit er niet op te wachten om een interview in het Engels te doen. Ik krijg de kans van de VRT om mijn talen bij te spijkeren en zelf durf ik de koers ook via een Spaanse zender te volgen.”

In het begin waren de Vlamingen de enigen die met een Tourtafel de hotels afschuimden. “Maar daarna deden de Nederlanders dat ook, en nu zijn zelfs de Fransen en Denen ermee op pad. En je kan dan wel zeggen dat je slechts vijf minuten nodig hebt, maar als elk land dat vraagt, zijn die ­renners al snel een halfuur kwijt.”

Plan A lukt dus niet altijd. “Als je voelt dat je misschien naar plan B moet grijpen, begint de stress toe te nemen. Hoeveel kilometer ben je verwijderd van het hotel van die andere ploeg? Welke vragen moet je dan gaan stellen en in welke taal? Je moet ook nog tijd voorzien om de camera’s op te stellen. Wanneer geef je plan A op om nog op tijd bij de andere wielrenner te geraken?”

Belgische bieren

De dagen in de Tourkaravaan zijn lang. “Alles is strak ge­timed. Toch probeer ik altijd een rustmoment te creëren. Zo sta ik ’s morgens extra vroeg op om mijn dagelijkse tien kilo­meter te lopen. En onderweg luister ik naar podcasts over wielrennen. Zo hoorde ik dat Marcel Kittel graag La Chouffe drinkt. Toen ik hem interviewde en aanhaalde dat hij graag bieren dronk, noemde hij meteen dat merk en dat hadden we dus bij. Ik lees het hele jaar door over wielrennen en alle interessante dingen schrijf ik op. Dat is nodig, want we willen met kleine verhalen achter de sport het verschil maken.”

En is het na de Tour eindelijk vakantie voor Vangramberen? “Helaas nog niet. Ik ben vijf ­dagen thuis, en dan vertrek ik al naar Berlijn, naar de Euro­pean Championships Atletiek.”

INFO

INFO

Lees meer

Hoofdpunten

Keuze van de redactie

Video