Direct naar artikelinhoud
column

Mocht ik de truc met het bierviltje ooit onder de knie krijgen, verander ik dan in een Chileen?

Daan Heerma van Voss.Beeld Bob Van Mol

Daan Heerma van Voss is een Nederlandse schrijver.

Alejandro Zambra, een van de meest bijzondere schrijvers van Latijns-Amerika, kent een trucje. Hij legt een bierviltje op de rand van de tafel, of eigenlijk iets over de rand, en geeft het vilt dan een tikje, waarna het al draaiend omhoog vliegt. Vervolgens plukt hij het achteloos, zonder het gedraai een blik waardig te gunnen, uit de lucht. Volgens Zambra kunnen alleen Chilenen het. Mocht ik de truc ooit onder de knie krijgen, verander ik dan in een Chileen? Hij: “Dat zou best wel eens kunnen.”

De move met het viltje is niet zomaar een cafétrucje. Het zegt iets over hem, en ook, in zekere zin over zijn opvatting van schrijven. Luc, Zambra’s vertaler en uitgever – beste lezer, vraag in de boekhandel eens naar de boeken van uitgeverij Karaat! – probeert de truc herhaaldelijk te imiteren, maar in plaats van het viltje te vangen slaat hij het weg, soms schiet het over de grond, soms landt het naast het bord van een verstoord kijkende student. “Luc woont in Colombia”, verklaart Zambra. “Colombianen kunnen het niet, dus van wie moet onze Luc het dan leren?”

Talloze trainingsuren heeft Alejandro Zambra erop zitten, in zijn eentje in een café in New York, in Mexico City, in Chili, verveeld, wachtend

De truc draait om toewijding. Talloze trainingsuren heeft Zambra erop zitten, in zijn eentje in een café in New York, in Mexico City, in Chili, verveeld, wachtend. Uren zonder specifiek doel, aangewend ter perfectionering van een op het oog willekeurige handeling, die het niettemin verdient om geperfectioneerd te worden. Toewijding, zelfs als het uiteindelijke nut daarvan niet duidelijk is, en misschien nooit zal worden.

Het komt vaak voor dat Zambra lange tijd niet aan een boek werkt. Maar dan schrijft hij wel. Notities, handgeschreven, schriften vol. Als hij sterft, moeten zijn dierbaren alle schriften verbranden. Wat hij noteert, is niet bedoeld voor lezers, voor anderen. Het is voor hemzelf. Soms schrijft hij zomaar woorden op, alsof hij oefent op zijn eigen handschrift. Het schrijven van een boek moet niet aanvoelen als een verplichting. Alleen dan kan iets nieuws ontstaan.

Zambra zegt dat hij altijd hetzelfde boek schrijft, maar aangezien hij steeds verandert, valt het uiteindelijke boek ook telkens anders uit. In zekere zin geldt dat denk ik voor alle schrijvers, behalve voor hen die altijd hetzelfde boek schrijven en nooit veranderen. Jullie weten wel wie ik bedoel.

‘Verandering is goed. Het dwingt je om goed na te denken over wat je per se wilt bewaren, het verhoogt je precisie, het maakt je beter’
Alejandro Zambra

Tegenwoordig woont hij in Mexico, waar ze Spaans spreken, maar net een ander Spaans dan in Chili. Hij merkt dat zijn taal verandert. In zijn notities verschijnen nieuwe woorden, gekke zinswendingen, sommige vertrouwde woorden verliezen hun glans. Soms is hij bang dat zijn zoontje, dat nog niet kan praten, nooit echt Chileens zal leren spreken. Maar ook ‘echt Chileens’ verandert altijd: als hij met emigrés praat, hoort hij ouderwetse woorden, die in het dagelijks spraakgebruik niet meer voorkomen. Hun taal is gestold.

Is hij ooit bang om zijn moedertaal te verliezen? “Verliezen is goed”, zegt hij. “Verandering is goed. Het dwingt je om goed na te denken over wat je per se wilt bewaren, het verhoogt je precisie, het maakt je beter.”

Daarom maakt hij notities, om het te laten stromen (zijn woord). En daarom legt hij af en toe een bierviltje op de tafelrand neer, of eigenlijk iets over de rand. Daarom laat hij het viltje spinnen, daarom vangt hij het op, daarom lijkt het achteloos.

Beste lezer. Koop alle boeken van Alejandro Zambra, en haast u naar het café, waar ik u zal opwachten met een bierviltje in mijn hand.