Het paradijselijke vakantieresort dat één grote leugen was

© Shutterstock

Arous was een idyllisch resort aan de oevers van de Rode Zee in Soedan. Een toeristisch paradijs en een welgekomen oase in de snikhete woestijn, of zo leek het toch. Maar niets was minder waar: deze glamoureuze bestemming was een basis voor Israëlische spionnen met een geheime missie. De toeristen die er toestroomden waren zich van geen kwaad bewust.

evdg

“Een wondere wereld weg van alles, waar zoveel te zien en te beleven valt.” De aanlokkelijke slogan pronkt op de oude brochure van Arous. Foto’s van witte bungalows, helderblauw water, exotische vissen en lachende bevolking springen in het oog. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de plek aan de kust van Soedan uitgroeide tot een hotspot voor duikers en toeristen die graag eens weg zijn van alles. Het foldertje werd gedrukt en wijdverspreid: gespecialiseerde reisbureaus in Europa namen Arous Village op in hun aanbod en al snel trokken honderden reislustigen naar het paradijs.

Alleen bleek Arous geen echt paradijs te zijn. Achter de magische façade ging immers een netwerk van spionnen en geheime missies schuil. De plek was compleet nep. Arous was een cover-up, opgezet en gerund in de vroege jaren ‘80 door agenten van Mossad, een organisatie binnen de Israëlische geheime inlichtingendienst.

Doel: duizenden Joden redden

Arous werd gebruikt als dekmantel voor een buitengewone humanitaire missie: duizenden Ethiopische Joden redden die in Soedanese vluchtelingenkampen waren gestrand en hen vervolgens - via dekmantel Arous - richting Israël evacueren. Hun uiteindelijke bestemming? Jeruzalem. De plek waar ze veilig en welkom waren.

Al was die operatie niet zonder gevaar. Het Arabische Soedan behoorde tot de vijanden, niemand mocht ook maar iets van de geheime plannen afweten, noch in Ethiopië, noch in Israël, laat staan in Soedan zelf. “Het was een staatsgeheim, niemand had het erover,” zegt Gad Shimron, een van de agenten die destijds in het resort werkte. “Zelfs mijn familie wist er niets van.”

Een groot staatsgeheim, maar hoe?

Even terug in de tijd: de Joden uit Ethiopië behoorden tot een gemeenschap genaamd Beta Israel, wat zoveel betekent als het Huis van Israël. Hun oorsprong blijft tot op vandaag mysterieus. Sommigen geloven dat ze afstammen van een van de tien verloren stammen van de oude koninkrijken van Israël, waarbij een zoon van de koningin van Seba (toen gelegen in het huidige Ethiopië) en koning Salomo (uit Israël) in Ethiopië belandde rond 950 voor Christus en daar een eigen stam oprichtte. Anderen geloven dat ze uit Israël zijn gevlucht na de verwoesting van de eerste Joodse tempel, in 586 voor Christus. Wat wel vast staat is dat ze de Thora volgden, de grondslag van het joodse geloof en de Hebreeuwse Bijbel. Duizenden jaren leefden ze geïsoleerd van de rest van het Jodendom, en geloofden ze dat zij de laatste overgebleven Joden waren in de wereld. Pas in 1977 werd hen duidelijk gemaakt dat dat niet het geval was en ontstond hun wens om terug naar huis te keren, terug naar Israël.

Een van hen slaagde erin te ontsnappen aan de Ethiopische burgeroorlog en de opkomende voedselcrisis. Hij stak de grens met Soedan over en stuurde tal van brieven naar hulporganisaties. Het nieuws belandde bij Mossad, een van de drie organisaties binnen de Israëlische geheime dienst, en vervolgens bij Menachem Begin, de premier van Israël. Begin, die ooit zelf kon ontsnappen uit het door nazi’s bezette Europa, kon een 2.700 jaar oude droom vervullen: een veilige haven creëren voor alle in gevaar verkerende joden.

© BELGAIMAGE

Te voet door de woestijn

In de daaropvolgende periode maakten maar liefst 14.000 Beta-Israëli’s een gevaarlijke tocht van zo’n 800 km. Ook meer dan een miljoen andere Ethiopiërs waagden zich aan de reis, te voet en door een snikhete woestijn. Alles om in Soedan te geraken, weg van oorlog en honger in hun thuisland Ethiopië. Veel mensen kwamen om van vermoeidheid, gebrek aan medische zorgen of van ontbering in de vieze vluchtelingenkampen rond Gedaref en Kassala in Soedan.

De Joden moesten op alle mogelijke manieren hun identiteit en religie verbergen, want in een land met een moslimmeerderheid zijn ze niet veilig. De Soedanese geheime politie zou ze zonder reden arresteren. Maar wie de tocht wel overleefde en erin slaagde nepparadijs Arous Village te bereiken, was zonder twijfel gered.

Een toevallig ingenieus idee

Een verlaten dorp aan de kust van de Rode Zee, omringd door niets of niemand: toen Mossad de plek - bij toeval - ontdekte, ontstond hun ingenieuze idee. Ze introduceerden zichzelf aan de Sudanese International Tourist Corporation als een groep Zwitserse ondernemers, inclusief valse paspoorten, die buitenlandse toeristen naar Soedan wilden brengen: een win-win onderneming. Ze mochten de plek drie jaar huren voor 320.000 dollar (omgerekend zo’n 290.000 euro). Enkele Italianen die eerder ook al wouden investeren in het gebied, bliezen de deal af door het gebrek aan nutsvoorzieningen. Mossad zag daar geen probleem in, zij zouden alles het land binnen smokkelen via hun connectie met Israël.

Arous werd in nog geen jaar tijd een duikersparadijs. Na heel wat renovaties en investeringen werd het een prachtig resort met eersteklas faciliteiten en activiteiten, met een overvloed aan vers voedsel en wijn, met een uitzicht om bij weg te dromen. Al gauw deden toeristen lange trektochten om de plek te bereiken. Wat ze niet wisten was dat de kelder waar het duikmateriaal zich bevond, ook werd gebruikt om de geheime missie te leiden. De radio’s werden er ingezet om het hoofdkwartier in Tel Aviv te bereiken. Enkele vrouwelijke agenten kregen de taak om het resort te leiden en de gasten te ontvangen, het andere personeel werd tevreden gehouden door een hoog loon en goede werkomstandigheden.

Valse duikinstructeurs en Arabische nachten

“We vroegen de Israëlische marine om hulp”, vertelde een agent die op hoog niveau betrokken was bij de reddingsoperatie. Zij brachten de agenten alles wat in Soedan niet te vinden was: goede airco’s, buitenboordmotoren en watersportartikelen van topkwaliteit. “We introduceerden windsurfen in Soedan zodra het eerst surfboard werd binnen gesmokkeld”, zei Gad later al lachend. “Ik leerde het de gasten aan als hun privé sportleraar. Andere geheime agenten waren dan weer zogezegde duikinstructeurs.”

Arous Village bouwde een fantastische reputatie op en kon al snel rekenen op cliënteel uit de Egyptische legertop, buitenlandse diplomaten, belangrijke functionarissen en heel wat Europese toeristen. “In vergelijking met de rest van Soedan boden we Hilton-achtige normen aan”, zei Gad, “Het was zo’n prachtige plek, dat het er echt uitzag als iets uit de sprookjes van Arabische nachten. Het was ongelofelijk.”

© Google Maps

Maar het duizend-en-één-nacht decor transformeerde zich ’s nachts tot de spannendste scenario’s: zonder medeweten van de hotelgasten werden Ethiopische Joden per vrachtwagen en per boot, en later ook per vliegtuig, naar Israël gebracht. De gasten werd verteld dat de managers naar een ziekenhuis in het verder gelegen Kasala of de hoofdstad Khartoem gingen om Zweedse verpleegsters te ontmoeten.

Tegen de vluchtelingen die ze amper 10 kilometer verder oppikten, werd helemaal niets verteld. Hun verbijstering veranderde pas in opluchting als ze voet op Israëlische bodem zetten: dan pas werden ze bevrijd van hun doodsangsten en kregen ze de waarheid te horen. Eindelijk thuisgekomen beseften ze dat ze gered waren. “Ze waren in de zevende hemel”, aldus Gad. “Ze keken ons aan alsof we wezens uit de ruimte waren. Maar nadien was het geweldig om te zien hoe blij ze waren.”

Toeristen achterlaten

In 1985 veranderde de situatie in Soedan. “Buiten ons duikdorp was de atmosfeer aan het veranderen”, vertelde Gad. “Vanaf januari 1985 kon ik in de lucht ruiken dat er een staatsgreep zou komen.” Niet veel later ontstond effectief een legercoup, een wending die de geheime agenten van Mossad en het resort in gevaar brachten. De nieuwe militaire macht joeg op Mossad om zijn positie en imago in de Arabische wereld te versterken. Het hoofd van Mossad gaf daarop de opdracht om Arous Village te evacueren.

“Zes van ons verlieten het duikdorp nog vóór zonsopgang”, zei een van de agenten die anoniem wil blijven. “Een C130 landde op een plek waar we nog nooit eerder hadden geland, we stapten erop en voor we het goed en wel beseften, waren we terug thuis.” Maar wat met de toeristen die achterbleven? “Er waren nog toeristen in het dorp. Wij waren weg, maar het lokale personeel was er nog steeds”, vertelde hij nog. “Niemand anders van ons: de duikinstructeur, de vrouwelijke managers, … ze waren verdwenen.”

De echte helden

De bijna 500 Ethiopische Joden die achtergebleven waren door de plotselinge stopzetting van de missie, werden twee maanden later geëvacueerd met behulp van Amerika. George Bush liet ze uiteindelijk door de American Hercules naar Israël vliegen. In de jaren daarop volgden nog meer reddingsoperaties. In totaal konden bijna 18.000 Beta-Israëli’s een ​​nieuw leven beginnen in Israël.

© Photo News

“De Ethiopische Joden zijn de echte helden van dit verhaal”, zei Gad in een interview, terwijl hij in een café in Tel Aviv thee drinkt. “Niet de piloten, de Navy Seals of wij, de Mossad-agenten. Als ik denk aan wat de vluchtelingen meegemaakt hebben … Wreedheden die een gewoon mens niet één dag zou kunnen volhouden. Wij hebben gewoon ons werk gedaan.”

Een Hollywood verhaal

De geheime missie van Mossad in Asour, ondertussen gekend als operatie Moses, klinkt zo onwezenlijk en sensationeel dat er ondertussen plannen zijn gestart om het verhaal te verfilmen. De Israëlische filmmaker Gideon Raff kondigde onlangs aan dat de film ‘The Red Sea Diving Resort’ zal heten. Het verhaal wordt gefilmd in Namibië en Zuid-Afrika en de cast bestaat onder meer uit Chris Evans, Haley Bennett en Michael K. Williams.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen