Direct naar artikelinhoud
Vuile Lakens

Misschien doe ik het erotische potentieel van de prothese oneer aan. Wie kent de mogelijkheden van zo’n hand in bed?

Anaïs Van Ertvelde.Beeld ID/ Stefaan Temmerman

Anaïs Van Ertvelde is historica en podcaster bij Vuile Lakens. Elke twee weken schrijft ze in Zeno over lichamen, seks, macht, kwetsbaarheid en verzet.

Je hand gaat open en dicht. Het vel van polyurethaan rimpelt eerst over de krommende vingers, spant zich dan strak om de botten die hier op kantoor in 3D geprint werden. Het mechanische geluid van de klikkende motortjes, daar valt weinig aan te doen, vertelt de Poolse hoofdingenieur. Dikker vel kan het geluid dempen, maar klikkende motortjes blijven klikkende motortjes.

De jonge mensen die deze start-up runnen in een keurige buitenwijk van Poznan – huizen met de kleur van ­plakkerig snoepgoed – hebben mooie idealen. Ze willen een nieuw soort handprothese ontwikkelen. Geen log cosmetisch geval dat dient om te verbergen. Geen grijphaak, een model dat sinds de wereldoorlog geen update meer kreeg. Geen rechtstreeks op het brein aangesloten hightech die voor de meeste mensen onbereikbaar blijft.

De jonge start-uppers willen een prothese die via spraakopdrachten werkt. Siri voor je handen, zeg maar

Nee, een prothese die via spraakopdrachten werkt. Siri voor je handen, zeg maar. “Hand, neem het glas!” Een adaptor voor een wereld die niet op je maat gebouwd werd. Zoals een smartphone die je bovenhaalt om je weg te zoeken in de stad. Zoals een leesbril die je opzet om die smartphone beter te kunnen zien.

Virtual manuality’ luidt de catchy slagzin, of misschien ‘extended manuality’, afhankelijk van wat het marktonderzoek oplevert. Het team wil namelijk ook verkopen en moet opboksen tegen grote orthopedagogische bedrijven waarover wordt gefluisterd dat ze vernieuwende initiatieven de kop indrukken – onlangs nog, een Japans bedrijfje dat ver stond met een programma om thuis protheses te printen.

Ik draag nooit een prothese. Daarom ben ik hier. De start-up wil graag weten waarom ik geen potentiële klant ben. Omdat het niet gelogen is, vertel ik aan hen dat ik mij hun prothese sporadisch zie gebruiken. Je kunt je auto laten aanpassen, of je kunt een handextensie opklikken om te rijden. Beide kosten handenvol geld. Maar wat voor mij in het dagelijks leven altijd belangrijker is geweest dan het functionele, is het ­tactiele, het sensuele contact met mijn eigen lijf. Belangrijker dan vlotter boterhammen smeren.

“Kijk hoe heftig ik gesticuleer wanneer ik dit vertel. Hoe mijn lijf op mijn woorden beweegt. Met het dode gewicht van een prothese hangt mijn arm zwaar naast me, verlies ik dat expressieve lijf.”

Misschien doe ik het erotische potentieel van de prothese oneer aan. Wie kent de mogelijkheden van zo’n hand in bed?

De start-uppers horen me aandachtig aan, zeker die ene appetijtelijk uitziende programmeur met het baardje. “Of je ligt in bed met een liefje en een hand die niets voelt, want ze is ontworpen om glazen te heffen, niet om aan te raken.” De programmeur giechelt een beetje. Bloost hij nu?

Terwijl de woorden aan m’n lippen ontsnappen, bedenk ik me dat ik ooit een uitnodiging voor een rolstoeltoegankelijk seksfeestje zag waarop stond: ‘Every wheelchair is a sex toy.’ Misschien doe ik het erotische potentieel van de prothese oneer aan. Wie kent de mogelijkheden van zo’n hand in bed? Ik werp een steelse blik op het prototype dat nog steeds onvermoeibaar open- en dichtgaat. Wat moet zo’n prothese sterk zijn.

“Weet je dat er heel veel investeerdersgeld zit in de markt voor seksspeeltjes?”, meldt de hoofdingenieur schoorvoetend. “Misschien moeten we geïnteresseerden uit beide werelden aanspreken, dat doet niemand.” Extended manuality. Om je veters te knopen, of om eindeloos te vingeren. De programmeur met het baardje lijkt alvast enthousiast.