Direct naar artikelinhoud
Column

Wij willen geen erotiek, geen dieren en geen zweep, wij willen drank

Wij willen geen erotiek, geen dieren en geen zweep, wij willen drank
Beeld Geert Joostens

Halina Reijn is actrice bij Toneelgroep Amsterdam en schrijft wekelijks over wat haar bezighoudt.

Ons hotel bevindt zich in een obscure buurt vol schimmige cafeetjes en ‘love hotels’ waar je voor een uurtje een kamer kunt huren. ‘The bar in which live pinguins are present!’ We besluiten naar binnen te gaan. In een hoek van het rokerige café is een bassin te zien met daarin een stuk of vijf totaal uitgebluste pinguïns. Met dieptrieste ogen staren ze levenloos voor zich uit en laten verslagen hun kopjes hangen. Vol afschuw, zoals het een verwende Hollandse dierenvriend betaamt, rennen we naar buiten en passeren we een sm-club. Een man zit op zijn knieën, een vrouw hangt gevaarlijk met zweep over hem heen. ‘Come inside!’ staat er vrolijk met roze letters op een bord te lezen. 

Een stukje verderop staren foto’s van lolita-achtige wezens ons vriendelijk aan, ‘Talent in pub!’ flikkeren de neonletters. Maar wij willen geen erotiek, geen dieren en geen zweep, wij willen drank. De adrenaline wegspoelen, is op dit moment onze enige wens. Een paar straten verder stuiten we op een cocktailbar, maar daar worden we geweigerd. Het is al de derde keer vanavond en we beginnen zo langzamerhand de hoop te verliezen.

Het muisstille publiek leek niets te merken van mijn onzekerheid en mijn collega’s ­vergaven mijn kleine foutjes

Zojuist hebben we Othello gespeeld, in het Metropool-theater van Tokio. Een beklemmende ervaring voor mij. De andere acteurs voeren het stuk al meer dan tien jaar op, maar ik nam een rol over en had maanden naar deze avond toegeleefd op basis van één repetitiedag en video. Godzijdank ging alles zoals gepland. Al vormde de combinatie van een jetlag, de onbekende rol plus voorstelling een grote uitdaging. Het muisstille publiek leek echter niets te merken van mijn onzekerheid en mijn collega’s ­vergaven mij warm de kleine foutjes die ik maakte.

“Daar!” Ik wijs naar een hoek met een bar die geschilderd lijkt te zijn door Hopper himself. “Eén voor één naar binnen”, commandeer ik mijn mede­acteurs, “anders schrikken we de barman af.” Even lijkt de cocktail shaker ons de deur te willen wijzen, maar moedig besluit hij onze bestelling op te nemen. Als een militaire operatie begint hij de dertien drankjes te prepareren die hij het koste wat het kost tegelijk wil presenteren. Dorstig maar geduldig wachten wij af en worden beloond met perfect gemixte alcoholische versnaperingen. 

Automaat met gebruikte slipjes

Ontspanning maakt zich van ons meester en weldra hangen wij loom aan de bar. De zenuwen van de voorstelling lijken tot een ander tijdperk te horen. We raken niet uitgepraat over de fascinerende stad, hoe opgeruimd de straten zijn, prachtig de parken, hoe klein de huisjes, gigantisch de warenhuizen, hoe lief de mensen en volstrekt verwarrend de cultuur. Automaten met gebruikte slipjes naast grote plastic Hello Kitty-poppen, we kunnen er geen genoeg van krijgen. Even dreigt het MeToo-onderwerp ons levendige gesprek te gaan bepalen, maar we besluiten dat we een avondje zonder kunnen stellen.

Als we aan het eind van de week in de grote blauwe vogel naar huis vliegen, ben ik opgelucht. De nachtmerrie in Tokio waar ik zo tegen op zag, bleek een kleine droom te zijn.