Direct naar artikelinhoud
AnalyseOorlog Israël-Hamas

Propaganda of groeiend zelfvertrouwen: waarom Hamas het staakt-het-vuren afwijst

Gebombardeerde straten in Khan Younis, in Gaza.Beeld ANP / EPA

Het leed in Gaza is amper te overzien, maar Hamas denkt het tij mee te hebben en blijft onwrikbaar in onderhandelingen over een staakt-het-vuren. Aangezien ook Israël een mes tussen de tanden houdt, is een deal nog lang niet in zicht.

Even was er hoop, en leek er na bijna zeven maanden oorlog een staakt-het-vuren in Gaza in de maak. De Amerikaanse regering sprak van een ‘genereus aanbod’ van Israël. Maar woensdagavond liet Hamas-woordvoerder Osama Hamdan vanuit Libanon weten dat de militante beweging het nieuwste voorstel afwijst. Voorlopig is de hoop daarmee vervlogen, al haastte Hamas zich in een tweede verklaring te zeggen de onderhandelingen met Israël voort te willen zetten.

Een verrassing kan deze ‘nee’ niet worden genoemd, integendeel. Feitelijk zijn de eisen van de groepering – die in de VS en de EU op de terreurlijst staat – al maanden dezelfde. De eerste: terugtrekking van alle Israëlische troepen uit bezet Gaza. Twee: het volledig (en dus niet tijdelijk) beëindigen van de oorlog, zodat Hamas heer en meester blijft in de strook. Drie: onbelemmerde doorgang van ontheemde Palestijnen van zuid naar noord. Israël heeft zich alleen op dat laatste punt inschikkelijk getoond.

De details van het afgeschoten voorstel zijn niet bekend, de contouren wel. In de eerste fase van het door Egypte ontworpen plan zou Hamas 33 gijzelaars vrijlaten, in ruil voor een gevechtspauze van zo’n zes weken. In fase twee en drie zou Israël zich vervolgens moeten terugtrekken uit delen van Gaza, in ruil voor de vrijlating van de overige gijzelaars en een uitbreiding van het bestand naar enkele maanden of zelfs een jaar.

Struisvogelgedrag

Je zou Hamas blinde halsstarrigheid en struisvogelgedrag kunnen aanwrijven, nu het dodental is opgelopen tot meer dan 34.000 en het humanitaire leed als gevolg van de Israëlische bombardementen niet te overzien is. Ziekenhuizen slagen er nauwelijks meer in de doden te registreren. Het noorden balanceert nog steeds op de rand van een hongersnood, al meldt VN-organisatie UNRWA dat er sinds kort wat meer voedsel te koop is op de lokale markt. Een wezenlijk probleem is dat veel burgers geen contant geld hebben om inkopen te doen.

Onder Palestijnen groeit de woede. “Ik bid elke dag dat God degene zal straffen die ons in deze situatie heeft gebracht”, zo zei een inwoner van Rafah vorige week tegen de Financial Times. “Ik bid elke dag voor de dood van Sinwar (Hamas-kopstuk, red.).”

In een recente opiniepeiling van het Palestijnse Center for Policy and Survey Research daalt Hamas in populariteit, zowel in Gaza als op de bezette Westelijke Jordaanoever. In november steunde 43 procent van de Gazanen de beweging; dat is sindsdien met zo’n 10 procentpunt gedaald.

Irritatie

Daar staat tegenover dat iedereen het ‘nee’ van deze week van mijlenver kon zien aankomen. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu verklaarde dat zijn oorlogskabinet hoe dan ook van plan is Rafah in Zuid-Gaza binnen te vallen, bestand of geen bestand. Bij Qatar, dat al maanden bemiddelt tussen de strijdende partijen, leidde die opstelling tot grote irritatie. Hoe kun je Hamas vragen de wapens neer te leggen als je zelf het mes tussen de tanden hebt?

“Een Rafah-operatie staat een deal in de weg”, aldus een anonieme Qatarese onderhandelaar tegen de Israëlische krant Haaretz. Ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken, die deze week een diplomatieke reis door de regio afrondde, kwam met die boodschap naar Netanyahu.

Oorlogen eindigen doorgaans als beide partijen denken dat ze niet meer kunnen winnen, maar dat moment lijkt nog lang niet in zicht. Netanyahu schermt met een ‘totale overwinning’, terwijl Hamas denkt dat de klok in zijn voordeel tikt. Een Hamas-functionaris beweerde eind april dat Hamas-kopstuk Yahya Sinwar kortstondig de tunnels had verlaten en zich op straat had laten zien om zijn strijders te begroeten. Propaganda? Goed mogelijk, maar het kan ook een teken van groeiend zelfvertrouwen zijn.

Troefkaarten

Anders dan in november, ten tijde van het eerste (en voorlopig enige) staakt-het-vuren, denkt Hamas dat het politieke tij meezit, zo zegt Palestina-kenner Mouin Rabbani, verbonden aan het pan-Arabische webplatform Jadaliyya. “Ze zien de protesten tegen Netanyahu in Israël en de groeiende druk op Israël internationaal. Vergelijk dat met november: toen stonden westerse regeringen nog onvoorwaardelijk achter Israël.”

In de ogen van Hamas is de tijd nog niet gekomen om voor een bestand te tekenen. Omdat de gijzelaars hun enige ‘troefkaarten’ zijn, zullen Sinwar en de zijnen die zo lang mogelijk proberen vast te houden. Voor vrijlating vragen ze de hoofdprijs, volledige terugtrekking, en daar is Israël voorlopig niet toe bereid.