© JEFFREY GAENS

Griepepidemie houdt Genkse A-kern in houdgreep

Philippe Clement heeft in de aanloop naar de match in Lokeren zelfs geen schijnbewegingen nodig om mist te spuien rond zijn opstelling. Zowat één derde van de A-kern is intussen getroffen door de griepepidemie. “Ik zal pas laat kunnen beslissen, welke spelers fit genoeg zijn om aan de aftrap te komen.”

Marnik GEUKENS

Inderdaad, de griep is in het land. In de Genkse kleedkamer verspreidt ze zich aan een razend tempo. Ook dinsdag konden enkele spelers niet trainen. Anderen kregen een lichter regime opgelegd, slechts een kleine groep maakte de voorziene training vol. Zo werd het improviseren voor coach Philippe Clement, die vooralsnog alleen Jakub Brabec volledig zag afhaken.

“Maar daar kunnen woensdag nog namen bijkomen, wie weet zelfs van spelers die zich nu nog goed voelen”, beseft de Genkse coach. “Namen noemen, doen we niet. We moeten Peter Maes ook niet wijzer maken dan hij al is. We doen er alles aan om iedereen zo fit mogelijk aan de aftrap te brengen. De voorlopige selectie telt 21 namen, dat zijn alle spelers die niet geblesseerd zijn.”

In het begin van de week werden al enkele maatregelen genomen om de verspreiding van het virus af te remmen. “Iedereen moet geregeld de handen wassen, we geven elkaar ook geen handjes meer. Zelfs geen vuistje, gewoon de hand opsteken kan volstaan als begroeting.”

Geen oplapwerk

Mentaal is de schade minder groot, houdt de Genkse coach vol. Philippe Clement vond na de nederlaag tegen Anderlecht geen geslagen kleedkamer.

“Integendeel. Het is logisch dat er een andere sfeer heerste dan na de overwinning in Oostende. Maar het was absoluut niet zo dat iedereen met het hoofd gebogen zat. Ik zag spelers, die er nog meer van overtuigd waren dat we stappen vooruit aan het zetten zijn. Terecht. Vallen we in onze twee thuiswedstrijden niet met tien man, dan hadden we zeker meer punten geteld. Daarom was de teleurstelling over de rode kaart van Malinovskyi erg groot. Waarom hij wel en Kums geen rode kaart kreeg, dat was hét item in de kleedkamer.”

Net zoals het feit dat Kums ook nog eens door de mazen van het net genaamd Reviewcommissie kroop? “Het is niet aan mij om daar iets over te zeggen”, luidt het… veelzeggend.

Geen gevechtsvoetbal

Voor Philippe Clement is het amper een mand geleden dat hij als bezoekend trainer te gast was op Daknam. De Wase derby, die eindigde op 1-1, was zijn laatste opdracht in loondienst van Waasland-Beveren.

“Dat is altijd een bewogen wedstrijd”, vindt Clement het moeilijk om een vergelijking te maken. “Al is Peter Maes een coach, die altijd op mentaal vlak een impact probeert te maken. Je weet aan welk soort voetbal je je kan verwachten. Maes hecht belang aan een stevige organisatie, fysiek spel, een snelle omschakeling, veel duelkracht… Daar moeten we klaar voor zijn. Ook fysiek, er zullen spelers aan de aftrap moeten staan die de strijd kunnen aangaan. Maar dan wel op onze manier, zonder in gevechtsvoetbal te vervallen. Wij hebben een andere stijl, andere kwaliteiten.”

Nieuwe kansen

Die kwaliteiten moeten dringend aan de oppervlakte komen. Er blijven steeds minder wedstrijden over om de langverwachte remonte in te zetten, vluchten kan niet meer. Philippe Clement rekent op zijn volledige groep om de inhaalrace tot een goed eind te brengen.

“Het wordt opnieuw geen makkelijke puzzel om te leggen. Ik zal verschillende dingen tegenover mekaar moeten afwegen. Ik wil de focus niet leggen op de tegenslag, waarmee we geconfronteerd worden op het vlak van geblesseerden en zieken. Ik wil mijn energie stoppen in wie wel fit is.”

“Die jongens krijgen een mooie kans om zich te profileren. Het is aan hen om het maximale uit hun kwaliteiten te puren. Door voorop te gaan in de strijd en hun tactische richtlijnen uit te voeren. Want ook op dat vlak is er nog werk. Probleem is dat je er ook niet te veel aandacht aan mag besteden in weken dat je drie wedstrijden speelt. De spelers krijgen ook al beelden van de tegenpartij, ik wil niemand overladen met informatie. Dat heeft geen zin en werkt zelfs contraproductief.”