Opinie: Consequenties kernenergie zijn niet te overzien
Een van de indringendste ervaringen die ik had als correspondent in Frankrijk, was een bezoek aan het dorpje Bure. Daar, in een verlaten hoek van Oost-Frankrijk, bouwen de Fransen een gangenstelsel voor de opslag van in totaal tachtigduizend kubieke meter radioactief afval, waarvan tienduizend kubieke meter hoogradioactief. De eerste zendingen worden tussen 2030 en 2035 verwacht.
Ik mocht, voorzien van overall, zuurstofapparaat en gps, de proefopstelling bezoeken waar de optimale condities voor opslag worden onderzocht. Dat was al indrukwekkend. Vijfhonderd meter onder het glooiende Maasland geven de werkers je nog steeds keurig een Franse hand en zijn veilige kamers met eten, drinken en spelletjes ingericht, voor het geval er iets mis zou gaan. Indrukwekkender nog vond ik het totale duister waarin deze hele opslagaanleg zich voltrekt, en dat niet alleen in figuurlijke zin. Men heeft geen idee wat er in duizend jaar met dat radioactieve afval gebeurt en hoe het spul zich zal ontwikkelen. Laat staan dat men weet hoe dat afval er over tienduizend of honderdduizend jaar aan toe is, al weet men wel dat de straling dan nog steeds niet is verdwenen. Men weet ook niet of en hoe de verpakking van het afval de tijd zal doorstaan.
geen geheim
De mensen van Andra, het staatsbedrijf dat de opslag moet verzorgen, maakten geen geheim van hun onwetendheid. Wat ze wel zeker zeiden te weten, is dat deze manier van opslag – diep onder de grond in stabiele aardlagen – de veiligste methode is die men kent. In elk geval veel beter dan de lekkende terreinen in de Franse Cotentin en in de oude zoutmijnen bij Asse in Duitsland, waar in de begintijd van de kernenergie nucleair afval werd gedumpt.
Die onzekerheid over de veiligheid van de opslag van hoogradioactief afval leidt tot fascinerend onderzoek. Want mogelijk bestaat er over tienduizend of honderdduizend jaar nog steeds een vorm van meer of minder intelligent leven op de planeet aarde. Dat leven staat even ver van ons af als de mensen die de grottekeningen maakten in Zuid-Frankrijk of op Borneo.
We kunnen ons onmogelijk in hen verplaatsen. Misschien zijn ze hoogontwikkeld en beschikken ze over apparaten die in een fractie van een seconde door diepe aardlagen gaan. Voor hetzelfde geld zijn ze primitief, maar wel fanatieke gravers, omdat leven aan de oppervlakte onveilig is. In elk geval zal de documentatie over de nucleaire opslag tegen die tijd niet meer bestaan. De informatie wordt vastgelegd ‘met eeuwige inkt op eeuwig perkament’, vertelde Andra. Dat heeft een levensduur van duizend jaar.
piramide
Hoe zorg je ervoor dat toekomstige aardbewoners desondanks van dat hoogradioactieve afval afblijven? Met die vraag houden wetenschappers zich bezig. Finse en Zweedse onderzoekers denken aan afbeeldingen van een doornenbos, aan De Schreeuw van Munch, aan doodshoofden. Amerikanen willen op elke nucleaire vuilnisbelt een piramide van 200 meter bouwen. Ik sprak Patrick Charton, die met een team van geologen, archivarissen en sociologen onderzoek doet voor Andra. Hij liet een schijf van industrieel saffier zien, die wel een miljoen jaar goed zou blijven. Wat er op die schijf moet komen, wist hij nog niet. Hij wilde priesters bij het ontwerp betrekken, omdat religie lang meegaat. In Frankrijk is kernenergie vaak in de actualiteit. Zodoende kende ik ook het verhaal over de ontmanteling van de kerncentrale van Brennilis in Bretagne. Een kleine centrale, in gebruik genomen in 1967 en al na achttien jaar weer stilgezet. De ontmanteling zal niet voor 2037 voltooid zijn – dus meer dan vijftig jaar na het staken van de productie – en kost meer dan het tienvoudige van wat bij sluiting begroot werd.
Maar het bezoek aan Bure en aan die onderzoeker met zijn toekomstscenario’s leerde me een les die tot op de dag van vandaag resoneert: kernenergie is een proces waarvan we de consequenties niet overzien.
‘Het is veilige energie voor onze kinderen en kleinkinderen’, hoorde ik VVD-leider Klaas Dijkhoff in een spotje zeggen. Tot op zekere hoogte is dat waar. De paradox is dat de gevolgen niet voor ons of voor onze kinderen zijn, maar voor de aardbewoners in de verre toekomst. Zo lang geleerden zich moeten bezighouden met de vraag hoe hen te waarschuwen, maak ik me zorgen om kernenergie. <