Collectieve schuldenregeling leidt te weinig tot nieuwe start

© shutterstock

Een derde van de mensen in een collectieve schuldenregeling heeft amper geld voor een afbetalingsplan. ‘Zoiets raakt aan de menswaardigheid.’

Sarah Vankersschaever

Menswaardig. Het begrip staat in zowat elke wettekst: in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in de Belgische Grondwet, de OCMW-wetgeving en in die van het algemeen welzijnswerk. Maar hoeveel je precies nodig hebt om menswaardig te leven, staat er niet concreet in beschreven.

Doorgaans is dat meer dan wat veel mensen binnen een collectieve schuldenregeling ter beschikking hebben, stelt Cebud, het Centrum voor budgetadvies en -onderzoek aan de Thomas More-hogeschool. Voor de rechters en schuldbemiddelaars die een ‘menswaardig afbetalingsplan’ moeten opstellen, blijft het te vaak nattevingerwerk. De gevolgen daarvan worden na twintig jaar collectieve schuldenregeling (CSR) duidelijk.

CSR werd in 1998 als gerechtelijke procedure in het leven geroepen om komaf te maken met de groeiende schuldenproblematiek in ons land. Op basis van cijfers van de Nationale Bank lijkt dat voorzichtig te lukken: het aantal mensen met schulden daalt sinds enkele jaren licht. Maar verhoudingsgewijs is er binnen de collectieve schuldenregeling een groeiende groep mensen met structurele schulden. Een derde van de schuldenaars heeft onvoldoende inkomen om op tijd belastingen, huishuur, energie- of telecomfacturen te betalen. Een afbetalingsplan – dat maximaal zeven jaar mag duren – levert de schuldeiser daardoor niet alleen weinig op, volgens Cebud veroordeelt het de schuldenaars ook tot een mensonwaardig bestaan.

Derde keer

‘We zien al een aantal jaren mensen die voor een tweede en zelfs derde keer in een collectieve schuldenregeling stappen’, zegt Yves Werbrouck, schuldbemiddelingsrechter. ‘Veelal omdat ze aangewezen zijn op een ziekte- of werkloosheidsuitkering en dus te weinig inkomsten overhouden om te leven.’

Een van de doelstellingen van CSR is nochtans om mensen een nieuwe start te geven en via begeleiding hun zaken op orde te helpen krijgen. ‘Advocaat-schuldbemiddelaars hebben geen tijd voor intensieve begeleiding’, zegt Werbrouck. ‘Ik ben het zelf ook geweest en heb het allemaal moeten uitzoeken: hoe budgetteer je een menswaardig bestaan? Hoe motiveer je iemand om te blijven afbetalen? Dat is voor sociaal werkers.’

Maar niet iedereen die toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling, wordt begeleid door een sociaal werker. Dus wanneer iemand na afloop opnieuw op eigen benen staat, weet die onvoldoende hoe een budget duurzaam te beheren en is er een groot risico op ‘herval’.

‘We kunnen vandaag niet zeggen dat CSR werkt’, zegt onderzoekster Nele Peeters (Cebud). ‘Omdat we niets over de afbetalingsplannen weten: wat werkt wel en niet? Stopt een traject omdat het succesvol was of omdat het vroegtijdig werd stopgezet? We weten alleen dat een grote groep mensen met financiële problemen uit de statistieken verdwijnt, vaak zonder écht te zijn geholpen.’