Direct naar artikelinhoud
Buitenland

Addo Park: waar stropers ervoor zorgden dat olifanten geen slagtanden meer hebben

Olifanten zonder slagtanden verzamelen aan een plas water in het Addo Park.Beeld NYT

In het Zuid-Afrikaanse Addo Elephant Park hebben weinig vrouwtjesolifanten slagtanden, die verdwenen als gevolg van de jacht die op hen werd gemaakt. Dat kenmerk houdt nu de stropers weg.

Bij het ochtendgloren kleurt de zon de aarde oranjerood rond de waterpoel in het Addo Elephant National Park in de Zuid-Afrikaanse Oostelijke Kaap. Een mannetjesolifant komt tevoorschijn uit het struikgewas. Hij schudt zijn hoofd heen en weer alsof hij de bush scant op mogelijke gevaren. Even later dalen vijf vrouwtjesolifanten de heuvel af om te drinken.

Zelfs van een afstand kun je zien dat het vrouwtjes zijn. In het Addo National Park hebben 90 à 95 procent van de ruim driehonderd vrouwtjesolifanten geen slagtanden tegenover slechts 2 procent in andere Afrikaanse olifantenpopulaties. Het aantal olifanten zonder slagtanden nam snel toe in het nationale wildpark. Het verklaart waarom het Addo Elephant Park een successtory is, zegt parkopzichter John Adendorff. Het houdt namelijk de stropers weg.

Eenzelfde fenomeen deed zich voor in het Gorongosa National Park in Mozambique, waar tijdens de burgeroorlogen tussen 1970 en 1990 massaal gestroopt werd. De stropers hadden het vooral op olifanten met slagtanden gemunt. Vandaag hebben 53 procent van de volwassen vrouwtjesolifanten en 35 procent van de jonge, vrouwelijke olifanten er geen slagtanden, vertelt olifantbioloog Joyce Poole, die al 43 jaar olifanten bestudeert.

Omdat de afwezigheid van slagtanden genetisch seksegerelateerd lijkt – bij mannetjesolifanten komt het niet voor –, werden ook steeds meer telgen uit het vrouwelijk nageslacht zonder slagtanden geboren. Stropen zorgde voor een soort onnatuurlijke selectie.

Elpenbeenstroperij blijft een bijzonder lucratieve kwaal. Voor een kilogram wordt ongeveer 1000 dollar neergeteld, een slagtand van een volwassen mannetjesolifant kan tot 49 kilogram wegen

'De grote witte jager'

Ivoorstroperij blijft een hardnekkige en bijzonder lucratieve kwaal, als je weet dat voor een kilogram elpenbeen ongeveer 1000 dollar (zo'n 860 euro) wordt neergeteld en een slagtand van een volwassen mannetjesolifant tot 49 kilogram kan wegen.

Maar voorlopig blijven stropers weg uit Addo Park. Niet alleen omdat de vrouwtjesolifanten er geen slagtanden hebben. Tachtig zwaarbewapende opzichters en een netwerk van infrarood- en bewegingssensoren staan er in voor de bescherming van zeshonderd olifanten, tweehonderd zwarte neushoorns en verschillende andere bedreigde soorten, zoals de Kaapse buffel. Bovendien maakt de rimboe vol doornstruiken het terrein bijzonder ongeschikt voor stropers.

In het begin van de 20ste eeuw roeide ‘De grote witte jager’, P.J. Pretorius, op vraag van lokale boeren bijna de volledige olifantpopulatie van Addo uit. Na zijn rooftocht waren er nog elf olifanten. Acht waren vrouwtjes, waarvan er vier geen slagtanden hadden. Alle olifanten vandaag stammen af van deze elf olifanten en er zijn nog nauwelijks vrouwtjesolifanten met slagtanden. Volgens Anna M. Whitehouse, een andere olifantexperte, zijn inteelt en genetische afwijkingen de oorzaak. Maar Joyce Poole stelt dat ook jagers als Pretorius geïnteresseerd waren in ivoor. Zij blijft geloven in de onnatuurlijke selectie door jacht en stroperij.

Lees verder onder de foto.

Olifanten zonder slagtanden drinken in het Addo Park.Beeld NYT

Dat vrouwtjes geen slagtanden hebben, heeft de olifantenpopulatie in het park ogenschijnlijk geen parten gespeeld. De mannetjesolifanten beschermen hen en gaan voorop naar de drinkplaats. Volgens Michael Paxton, een opzichter met jaren ervaring in de strijd tegen stropers, zijn vrouwtjes zonder slagtanden daarom misschien wel de toekomst voor de Afrikaanse olifantenpopulaties. Vraag naar ivoor uit China en het Verre Oosten blijft de grootste drijfveer voor olifantenstropers.

Maar er dreigt een nieuw gevaar, waarschuwt parkopzichter John Adendorff. Er is steeds meer vraag naar olifantenhuid voor de vervaardiging van lederen accessoires en traditionele geneesmiddelen in China. Aziatische olifanten zijn al in trek en nu worden ook Afrikaanse olifanten geviseerd.

De opzichters van Addo’s Park worden emotioneel als ze over hun olifanten praten. Michael Paxton vertelt hoe olifanten soms van dertig kilometer ver kwamen naar het dode lichaam van een vrouwtjesolifant om er in groep met hangende kop en soms laag rommelend geluid een soort rouwritueel te bedrijven.