Stoffel Vandoorne racet voor DS Penske in de Formule E.© DPPI

Autosport Formula E in Monaco

Met Stoffel Vandoorne in de simulator: “In de Formule E proberen we te leren van het wielrennen”

In Monaco is de nieuwe auto van de Formule E voorgesteld. De blikvangers: vierwielaandrijving en van 0 naar 100 in 1,86 seconde, een stuk sneller dan de F1. Stoffel Vandoorne, de wereldkampioen van 2022, maakt de balans op van tien jaar elektrische F1. En legt uit waarom zijn races op wielerwedstrijden lijken. De ePrix van Monaco start zaterdag om 15 uur.

Marc Cornelissen

Nee, de Formule E heeft de Formule 1 niet van de kaart geveegd. Nochtans werd dat hier en daar voorspeld toen het elektrische kampioenschap tien jaar geleden van start ging. Niets is minder waar, de F1 is vandaag gezonder dan ooit.

LEES OOK. Stoffel Vandoorne grijpt nipt naast de pole in Monaco

Maar nee, de Formule E is ook geen kortstondige bevlieging gebleken. Het kampioenschap opereert al tien jaar op een hoog niveau en geeft goedbetaald werk aan uitstekende piloten. De FE is een blijver. Stoffel Vandoorne (32), fabriekspiloot bij DS Penske: “In tien jaar is de Formule E een gevestigde waarde geworden. Een heel professioneel kampioenschap met een hoge kwaliteit aan rijders en teams. We hebben veel autoconstructeurs en er gaan er nog bijkomen. Het enige dat ontbreekt, is een breder publiek. Daar is nog werk aan.”

“Als je op kop rijdt, geef je energie cadeau aan de andere. Je zet hem uit de wind, zoals in het wielrennen”

Stoffel Vandoorne

Voor de klassieke autosportliefhebber blijft de FE iets vreemds. Het geluid blijft een gemis, snufjes als de attack mode lijken op Mario Kart en de meeste races worden verreden op stratencircuits of parkings. Dat komt vooral omdat de auto’s nog te traag zijn. Dat zou op pakweg Spa of Shanghai heel pover ogen. In Monaco, waar hetzelfde tracé als de F1 gebruikt wordt, hebben de elektrische auto’s 18 seconden meer nodig voor een rondje. Zelfs een F3 is 5 seconden sneller. De nieuwe auto, de Gen3 Evo, moet er volgend jaar 2 à 3 seconden afpitsen en met de Gen4 moet het kampioenschap over twee jaar klaar zijn voor permanente circuits.

Testen in simulator

Maar de F1 en de FE vergelijken is eigenlijk weinig zinvol. Het zijn andere werelden. In de FE draait alles - meer dan ooit - om de manier waarop je omspringt met de beperkte hoeveelheid energie in de batterij. In de aanvangsfase moet je zo veel mogelijk energie sparen en dat levert de laatste tijd hallucinante situaties op, waarbij niemand op kop wil rijden.

Stoffel Vandoorne.© DS Penske

Vandoorne: “De sport is totaal veranderd in vergelijking met 2022, toen ik wereldkampioen werd. Het draait niet meer om pure snelheid, maar om strategie. Als je aan de leiding rijdt, geef je een enorm voordeel cadeau aan de tweede, net zoals je een wielrenner uit de wind zet. De tweede gebruikt veel minder energie voor exact hetzelfde als degene die op kop rijdt. Die energie kom jij op het eind tekort. Daarom moet je in de eerste fase van de wedstrijd efficiënt zijn, zonder al te ver uit de kopgroep te vallen. Het is zoals het rijden in een peloton. In Misano hadden we crazy races met veel slipstreaming en veel verschillende leiders. Het tempo ging constant omhoog en omlaag. Dan komt er een fase waarin iedereen zich in positie wil knokken en naar voren wil opschuiven. In de slotfase is het de kunst om zo traag mogelijk te rijden, goed te verdedigen en de andere het leven zo moeilijk mogelijk te maken. Dat is het spel, en dat wordt vooraf uitgetest in de simulator.”

Teamhoofd Phil Charles: “Ik ben zelf een wielerfanaat en dat komt goed uit, want wij kunnen nu veel leren uit het wielrennen. Daar hebben ze kennis over hoe je efficiënt door het verkeer gaat, hoe je je moet gedragen in een peloton. In de simulator ging het vroeger over de afstellingen voor het snelste rondje op een vrije baan. Sinds twee jaar focussen we helemaal op je strategie in verkeer, hoe je moet verdedigen, hoe je moet vermijden om energie te geven aan anderen. We leggen per race al gauw 900 kilometer in de simulator, terwijl we er op de piste maar 90 rijden.”

Stoffel Vandoorne in de simulator.© RR

Op bezoek in Versailles

In de aanloop naar Monaco nodigde DS Penske, het team van Vandoorne, ons uit in de simulator in Satory. In de buurt van Versailles worden daar alle race- en rallywagens van Peugeot, Citroën en DS ontwikkeld. Vandoorne is vertrouwd met de F1-simulatoren van Aston Martin en Mercedes en kan vergelijken. “De simulator is in de FE nog belangrijker dan in de F1, omdat er meer voor te bereiden is qua software. Wij bereiden voornamelijk het energy management voor. We werken in de race met beeps - geluidsignalen die zeggen dat ik gas moet lossen of zelfs remmen om energie te regenereren. Die systemen worden in de simulator op punt gezet, nog voor we op een circuit aankomen.”

“Geen enkele piloot doet dit simulatorwerk graag, maar het is nodig om te presteren”

Stoffel Vandoorne

Restricted area, staat op de deur van de simulator. Een paar dingen zijn top secret en mogen we niet met u delen. Achter die deur volgt een soort van privé-bioscoop met een reusachtig gebogen scherm, 180 graden rond het chassis. De gewezen F1-rijder van McLaren draagt een T-shirt en korte broek, maar wel raceboots en handschoenen. Zijn cockpit staat vast, de bewegingen van de auto worden niet nagebootst. Belangrijker is dat elke hobbel of kerbstone van het circuit heel waarheidsgetrouw is. De baan wordt daarom vooraf in 3D gescand met een laser. De rondetijden zitten zelden meer dan een tiende naast de realiteit. De naburige controlekamer is precies ingericht zoals de pitmuur op een circuitl: alle ingenieurs van de race-crew zijn aanwezig en zitten op exact dezelfde plaats. Ze kunnen door het glas meekijken over de schouders van Vandoorne, maar in realiteit staren ze vooral naar hun dataschermen.

Voor Vandoorne of teammaat Jean-Eric Vergne in de simulator stapt, is al dagenlang voorafgaand werk verricht met andere piloten. In een eerste fase komt een esim-racer aan de beurt, een gamer zonder echte race-ervaring. Hij werkt de grote lijnen uit. Daarna zorgt Yann Ehrlacher, gewezen wereldkampioen bij de toerwagens, voor verfijning. Fase 3 is voor reserverijder Olivier Turvey, die bekend staat om zijn feeling met circuits en kerbstones, met setup en motormanagement. Hij begint al aan de strategie te werken, simuleert de kwalificaties en de bandenevolutie, bepaalt welke temperaturen de piloot moet nastreven, enz.

Vandoorne: “In de simulator proberen we vaak zo traag mogelijk te rijden en toch de anderen achter je te houden. Het totaal omgekeerde van normale autosport. Dat is niet wat je van racen verwacht, als piloot wil je liever dat het op pure snelheid wordt beslist. Maar dit is hoe de auto is: heel veel drag (luchtweerstand, red), waardoor je heel veel kan winnen door uit de wind te zitten. In vergelijking met het WK uithouding en de F1 (Vandoorne rijdt voor Peugeot in het WEC en is reserverijder voor Aston Martin in de F1, red.) is dit de auto waarin je het meest moet nadenken. De races zijn super strategisch en het kleinste voordeeltje kan een groot verschil maken. Geen enkele piloot doet dit simulatorwerk graag, maar het hoort bij de job en het is nodig om te presteren.”

De DS Penske in de speciale kleuren voor Monaco.© DS Penske

Stoffel Vandoorne.© DS Penske

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer