Direct naar artikelinhoud
Theaterrecensie

Tussen grimmigheid en joligheid

Het Brussels gezelschap Tristero waagt zich met 'Niks' aan een streepje metatheater.Beeld Mirjam Devriendt

Het jeugdboek Niets (2000) van de Deense Janne Teller is verraderlijk, voor lezers én voor theatermakers die het willen ensceneren. Hoe leg je de vinger op het filosofische probleem van betekenisgeving? Het Brusselse gezelschap Tristero doet een uiteindelijk niet helemaal bevredigende poging.

Zo heel af en toe mag Shakespeare nog eens uit de kast. De zin “All the world's a stage, and all the men and women merely players”, uit As You Like It, is behoorlijk goed van toepassing op Niets

Het wordt de Bard zo’n dikke 400 jaar later nagezegd door een veertienjarige schooljongen. Hij is de klas uitgewandeld, in een pruimenboom gaan zitten en schokt van daaruit zijn klasgenoten met zijn verschrikkelijke waarheid: het leven is betekenisloos. “Het is allemaal maar een toneelstuk." Lees: iedereen acteert zijn leven, doet alsof het betekenis heeft, maar het is allemaal maar vorm. De inhoud is leeg.

"Het is allemaal maar een toneelstuk", zegt het hoofdpersonage in 'Niks'.Beeld Mirjam Devriendt

Die stelling is niet alleen een filosofische kwestie met wortels tot bij Plato. Het is vooral ook de bestaansvoorwaarde van theater: het toekennen van betekenis aan iets wat zo overduidelijk nep is. Gevonden vreten voor Tristero, dat zich met zijn voorstellingen graag op het terrein van het metatheater begeeft. 

Behoorlijk spannend

In Niks zetten Kristien De Proost en Youri Dirkx een kaderverhaal op waarin zijzelf, dertig jaar na de feiten in de pruimenboom, beslissen om een voorstelling te maken over wat er toen is gebeurd. Dus: Kristien en Youri spelen dat ze acteurs zijn die spelen dat ze de kinderen zijn die toen, op het grote schouwtoneel van het leven, hun rol speelden. 

Wat er op het verhaalniveau gebeurt is behoorlijk spannend. De klas besluit de jongen in de boom van antwoord te dienen door een ‘berg van betekenis’ te bouwen, bestaande uit objecten die ze om beurt en met de nodige hartzeer afstaan. 

Op een gegeven moment loopt het project van de hoofdpersonages op een gewelddadige manier uit de hand.

Het begint bij wat hen materieel dierbaar is, maar ze pushen elkaar steeds verder om ook emotionele, symbolische of zelfs fysieke ‘offers’ te brengen. Tot hun project op een gewelddadige manier uit de hand loopt. 

Dat het ware ongelijk van hun klasgenoot schuilt in hun zoektocht zelf, in hun wanhopige poging om iets te doen, en niet in de vorm van de berg, dringt niet tot hen door.

Stroef begin

Niets is een verhaal dat op alle niveaus moet schrijnen. Het probleem met Tristero’s versie is dat de twee lagen – de verhaallaag en de metareflectie over vorm en inhoud – slecht communiceren. Het kaderverhaal is flauw met een stroef begin en wat voorspelbaar gehakketak over wie de hoofdrol heeft.

 Het brengt geen meerwaarde omdat er op dat niveau eigenlijk niets gebeurt tussen de twee acteurs. Hun interactie is jolig maar vrijblijvend, en daar verandert de scenografische onthulling op het einde niets aan. Tellers grimmige drama brengen De Proost en Dirkx dan weer erg mooi, met minimale middelen en maximale verbeeldingskracht. Het resultaat is dat Niks op twee benen hinkt, en de beoogde dubbelheid van zijn opzet misloopt.

Nog tot 26/4 op tournee. bronks.be