Dimitri Van den Bergh over het verschil met dartsfenomeen Luke Littler: “Ik ben geen natuurtalent zoals hij”

Dimitri Van den Bergh geniet van een (half) weekje rust na de European Tour-manche in Graz, waar hij na een thriller sneuvelde in de tweede ronde. Al is ‘genieten’ veel gezegd bij The DreamMaker. Hard werken is zijn tweede natuur, zo beschrijft hij in de podcast ‘Double Top’.

Vincent Van Genechten

Het jaar van de naar Limburg verhuisde Antwerpenaar is eigenlijk al geslaagd na zijn winst van de UK Open. Zijn tweede major uit zijn carrière, na de World Matchplay in 2020. Het is iets wat fenomeen Luke Littler nog niet kon in zijn piepjonge carrière, een major winnen. Van den Bergh komt de Engelsman vaak tegen en ziet ook de klasse van The Nuke.

“Ik ben geen natuurtalent zoals Luke Littler”, geeft Van den Bergh toe. “Die jonge knaap heeft een andere manier van omgaan met darten. Hij heeft precies geen besef van wat druk is. Ik daarentegen ben iemand die heel veel traint. Als ik dat dan een week niet doe, gaat dat snel in mijn hoofd zitten. Ik kan dat niet loslaten. Van: ik heb al zo veel weken en maanden getraind, dus dan zal het nu ook wel gaan zonder te trainen. Nee, om een of andere reden kruipt er dan wat twijfel in bij mij. Daarom kan ik ook, net door middel van te trainen, snel uit een dal kruipen. Als het even niet goed gaat, dan ga ik trainen en weet ik dat het goed zal komen. Dan geloof ik tijdens wedstrijden ook meer in mezelf.”

Luke Littler.© PDC

Vijf uur per dag

Van den Bergh traint regelmatig met landgenoot Mike De Decker, zoals voor het WK. “Dimitri is, zeker in België, de perfecte trainingspartner”, zei The Real Deal daar destijds over. “Hij is dan ook een echt trainingsbeest. Geef hem drie pijlen en een blok, en hij staat een hele dag te gooien. Die kan blijven gooien, niet normaal. Soms had ik het na een paar uur gehad, maar dan zei hij van: Kom, nog twee spelletjes. En dan doe je die gewoon mee hé.”

En ook nu steekt The DreamMaker veel uren in zijn sport.

“Momenteel heb ik in mijn structuur staan dat ik begin te trainen van half tien tot kwart over twaalf, dus 2 uur en 45 minuten”, klinkt het. “In de namiddag steek ik er nog minimaal twee uur in. Dan reken je toch naar een vijf uur per dag bijna. En omdat je dat opbreekt in twee stukken vliegt de tijd altijd voorbij. Vaak ben ik nog niet helemaal klaar, maar zit mijn tijd er al op. Ik hou mij echter aan mijn schema. Ik ga trouwens beginnen afwisselen met in de namiddag naar de sportschool te gaan, om een fitter lichaam te krijgen. Dat is heel belangrijk voor het darten. Je merkt het enorm dat je veel meer aankan als je fitter bent.”

Het fragment:

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Darts