© AP

Waarom extreemrechts toe is aan groot onderhoud

Van het Britse Ukip over de Nederlandse PVV tot het Franse FN: overal in West-Europa kampen de traditionele extreemrechtse partijen met slijtageproblemen. Wat is er aan de hand?

Dominique Minten

Het lijkt erop dat de traditionele extreemrechtse partijen in Europa door slecht weer gaan. Het pijnlijkst is de kladderadatsch bij Ukip, de partij die ­erin geslaagd is de Britten voor een Brexit te laten kiezen. Daarmee bereikte de toenmalige voorzitter, Nigel Farage, zijn ultieme doel. Voor Farage voldoende reden om de voorzittershamer door te ­geven.

Verloren zonder leider

Maar Ukip wás Farage. Alleen hij was in staat de boel – veel politiek talent zat er nooit – bij elkaar te houden. Sinds zijn vertrek verloor de partij elke politieke relevantie. Bij de parlementsverkiezingen vorig jaar haalde ze nog 1,8%. Tegenwoordig komt ze alleen nog in het nieuws door interne ruzies. Europese Parlementsleden die met elkaar op de vuist gaan, voorzitters die al na enkele dagen uitgeteld de handdoek in de ring wierpen (Diane James die ­Farage opvolgde, hield het precies achttien dagen vol), of, erger nog, een voorzitter die niet wil opstappen, ook al heeft hij een motie van wantrouwen aan zijn been.

Tegen Henry Bolton, die Paul Nuttall opvolgde, is afgelopen weekeinde zo’n een motie ingediend. Bolton kwam in opspraak na de publicatie van racistische sms’en over de verloofde van prins Harry, Meghan Markle. Boltons vriendin, Jo Marney, had Markle “een kleine domme actrice” genoemd. Zij zou “het zaad van de koninklijke familie kunnen bezoedelen” met mogelijk een “zwarte Britse koning” tot gevolg.

Bolton probeerde de schade te beperken door een punt te zetten achter de relatie, maar daar neemt het partijbestuur geen genoegen mee. Zijn lot ligt nu in handen van de partijleden. Toch lijkt het allemaal niet veel uit te maken. Wie er ook aan het hoofd komt, niemand is in staat de partij te reanimeren. Zonder Farage is Ukip ten dode opgeschreven. En die lijkt niet van plan de touwtjes weer in handen te nemen. Hij verdient zijn boterham voorlopig nog in het Europees Parlement en zijn stem kan hij laten klinken via columns in The Daily Telegraph en in zijn radioshow. “Ik betwijfel of ik nog terugkeer aan de frontlijn”, zegt hij.

Ukip is een typisch voorbeeld van een partij die volledig samenvalt met de stichter. Valt die weg, dan is de partij verloren. Een nog extremer voorbeeld van die symbiose is de PVV. Daar is Geert Wilders zelfs het enige lid, handig omdat hij weinig inspraak wil.

Wilders heeft nog altijd de ambitie Nederland mee te besturen, maar daar gelooft niemand nog in. Hoewel er formeel geen cordon sanitaire rond de partij ligt, is dat in de praktijk wel het geval. Niemand wil de PVV in een coalitie. De PVV werd vorig jaar de tweede partij, maar kreeg geen uitnodiging voor coalitiegesprekken.

Enthousiast brainstormen

Veel (extreem)rechtse kiezers beseffen stilaan dat een PVV-stem een verloren stem is. Bovendien hebben ze met Thierry ­Baudet een valabel alternatief achter de hand. Baudet is constructiever en minder radicaal dan Wilders. Hij zal bijvoorbeeld nooit poneren dat alle moskeeën in Nederland de deuren moeten sluiten.

“De nieuwrechtse toekomst is niet langer aan Wilders, maar aan Baudet”, kopte De Volkskrant. De krant ging naar twee recente bijeenkomsten, een van de PVV en een van Baudets Forum voor Democratie. Die organiseerde “een nationale brainstormsessie” over oplossingen voor immigratie- en integratieproblemen. Zo’n 2.000 (vooral jonge) mensen kwamen enthousiast meedenken. Een dag later stond een PVV-demonstratie tegen het kabinet-Rutte en de islamisering van Nederland op het programma. Er werden vooral leuzen gescandeerd.

De verslaggever vond zelfs enkele deelnemers die toegaven dat Wilders “door eigen politiek-tactische onkunde tegen de grenzen van zijn mogelijkheden is aangelopen”. En hij wordt natuurlijk ook geboycot door de elite, maar ze vonden een overstap naar de energieke Baudet geen slecht idee.

Dat er sleet zit op Wilders, blijkt ook uit de peilingen. De PVV kachelt achteruit, terwijl Baudets Forum de wind in de zeilen heeft. De partij van Baudet begint met twaalf tot zestien Kamerzetels de PVV te naderen, die terugzakt van de huidige twintig naar vijftien tot negentien.

Stammenoorlogen

Ook Marine Le Pen lijkt last te hebben van slijtage. Het Front National heeft Le Pens nederlaag in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen slecht verteerd. Sindsdien vecht de partij interne clanoorlogen uit. Het kwam al tot een breuk tussen Le Pen en haar rechterhand, Florian ­Philippot. Die is een eigen beweging begonnen en Le Pen is hard op zoek naar een tweede adem voor haar FN. Begin maart moet de partij een nieuwe naam krijgen, maar de vraag is of ze zichzelf kan heruitvinden.

Op de Duitse AfD kan nog geen slijtage zitten. In vergelijking met de andere populistische partijen komt de AfD pas kijken, maar sinds haar ontstaan kampt ze met stammenoorlogen: de gematigden tegen de radicalen. Begin december trok de ­radicale vleugel het laken naar zich toe. Maar dat betekent wel dat de groeikansen van de AfD flink beknot zijn. Het aantal Duitsers dat zich geroepen voelt te kiezen voor een openlijk racistisch discours, blijft beperkt.

Ook de rechts-radicale Finnen kampen met dat probleem. Vorig jaar viel de Finse Partij die in 2015 de tweede grootste werd, in twee partijen uiteen: een radicale en een meer gematigde.