Direct naar artikelinhoud
VoetbalNederland-België

Aardig herfstrapport voor Oranje, dat Belgen op 1-1 houdt

Wat de toekomst ook brengt voor het Nederlands elftal, met het herfstrapport mag Ronald Koeman best een uur luieren in het najaarszonnetje: net verloren van wereldkampioen Frankrijk, ruim gewonnen van rivaal Duitsland. En dinsdag, in zomers Brussel, een gelijkspelletje tegen de nummer één van de wereldranglijst België, derde op het WK.

Arnaut Danjuma Groeneveld heeft de gelijkmaker gescoord voor Nederland.Beeld Klaas Jan van der Weij

Het oefenduel België – Nederland (1-1) had door alle wisselingen in de elftallen van de bondscoaches Martinez en Koeman weinig om het lijf. En dus was het vooral mooi om Eden Hazard een helft te zien schrijden over het gras, als de tovenaar in het wat aftandse paleis naast het Atomium. België verdient onderhand een arena met wat meer cachet dan het Koning Boudewijnstadion, de sfeerloze bak die voor slechts twee derde was gevuld bij de klassieker der Lage Landen.

Paleis of kerker, Hazard is een echte voetballer. Het was een halfuurtje heerlijk, helder, Hazard, met zijn aanzetten, zijn gepingel, zijn voorzetten, zijn dieptepasses. Vooral hij was Nederland te veel in het eerste kwartier. Aan de andere kant viel tovenaarsleerling Memphis Depay weer op. Sterk, uitdagend, actief, zwervend, met zoveel zelfvertrouwen dat het soms naar zelfoverschatting neigt. Mede door hem had de geïmproviseerde Belgische defensie, zonder Kompany en Vertonghen, toch angst voor de spontane invallen van de Nederlandse aanvalsleider. Depay is al een hele reeks interlands op rij goed tot uitstekend, wat nodig is om de nog wat magere Nederlandse aanvalslinie gevaarlijk te laten zijn.

Sterke positie

Tja, zo’n oefenpartij in de drukke periode bij de clubs bewijst ook dat de Nations League in de ultrakorte tijd van zijn bestaan een sterke positie heeft verworven, een staaltje marketing van de UEFA om u tegen te zeggen. De landencompetitie, met een grote beker, geldprijzen en eventueel een vluchtroute naar het EK van 2020 te vergeven, stelt oefenwedstrijden nog meer in de schaduw dan ze zich al bevonden.

In de Nations League voelen trainers zich genoodzaakt hun sterkste ploeg op te stellen en zijn ze beperkt in hun wisselmogelijkheden. Vandaar dat de geflatteerde zege op Duitsland van afgelopen zaterdag meteen waarde kreeg. Er was reuring in het land dat jaren zat te kniezen om zijn voetbal, over hoe goed ‘we’ alweer zijn. Maar dan speelt drie dagen later een heel ander elftal een oefenpartij, mede om de clubs een plezier te doen.

Als verwacht draafde dus een ander Oranje op, met slechts vijf voetballers uit het gewonnen duel met Duitsland, van wie Blind in een andere linie stond. Hij completeerde met Van de Beek en Strootman het middenveld. Meteen blijkt dan dat Frenkie de Jong op zulke momenten wordt gemist, hoe pril zijn interlandloopbaan ook is. De Vrij verving achterin aanvoerder Van Dijk naar behoren.

Met Van de Beek, Blind en Strootman trad niet bepaald het meest creatieve, offensief gerichte middenveld op. Sterker: Blind en Strootman waren in het recente verleden de symbolen van het eeuwige spelletje breed en terug, dat de voetbalpolder in een oneindige slaap suste. Met die gewoonte werd rigoureus gebroken door De Jong, wiens spel altijd naar voren is gericht. Maar goed, ook hij zat en bleef op de bank.

Blind en Strootman deden het best aardig in controlerend opzicht, maar als al passes in de diepte werden gegeven, moesten die vaak komen van de laatste linie. Waarbij aangetekend dat Strootman eenmaal Promes schitterend wegstuurde, waarna Depay stuitte op doelman Mignolet.

Groeneveld wacht samen met Quincy Promes op Memphis Depay die de voorzet gaf.Beeld Klaas Jan van der Weij

Te gemakkelijk

De Belgen namen op schitterende wijze een voorsprong, in de vijfde minuut, toen Hazard soleerde en zijn voorzet half zag weggekopt. Mertens haalde heerlijk uit. Misschien ging het iets te gemakkelijk voor de Belgen, die door alle successen wel een beetje last hebben van nonchalance. Zo halverwege de eerste helft was Oranje bekomen van de schrik en begon het voorzichtig de weg naar voren te zoeken, met een snel doelpunt als beloning.

Balverlies van Castagne leverde een razendsnelle tegenaanval op, met een prachtige pass van Depay op Groeneveld, die de bal keurig achter doelman Mignolet schoof voor 1-1, zijn eerste interlandgoal in zijn tweede duel. Even later raakte Promes de paal met een spetterend schot met links.

Na rust, toen België aanvankelijk iets sterker was, begon het grote wisselen en liet Koeman ook de vierde debutant binnen een week opdraven: Pablo Rosario speelde controlerend op het middenveld. Blind werd linksachter, linksachter Aké schoof naar de positie van centrale verdediger, omdat De Ligt al was vertrokken. Aké was ook het dichtst bij de winnende treffer van Oranje. Hij zag zijn kopbal uit een hoekschop van Depay uit het doel geranseld door doelman Mignolet. Maar goed, met die 1-1 kon Koeman best leven.