Direct naar artikelinhoud
InterviewThe Black Madonna

The Black Madonna, een van de meest gevraagde dj’s wereldwijd over Trump en haar moeilijke jeugd

Black Madonna: ‘Muziek was mijn vluchtplek. Ik verstopte me echt in de muziek.’Beeld Stephanie Sian Smith

The Black Madonna - veelgevraagd dj, uitgesproken mening - leek ons de ideale persoon om de dancewereld eens kritisch mee door te lichten. Maar het liep anders.

We hadden een plan bedacht. De Amerikaanse dj The Black Madonna zou, aan de vooravond van het Amsterdam Dance Event, in de Volkskrant haar licht laten schijnen over de stand van zaken in de wereld van de dance. Over het dj-schap en de clubcultuur. We zouden zelfs een paar vlammende stellingen aan de poorten van de danceclub spijkeren, over zaken die nu echt eens anders zouden moeten, dat was het idee.

Uiteraard waren we voor zo’n opiniërend stellingenverhaal uitgekomen bij The Black Madonna. Bij wie anders? Marea Stamper alias The Black Madonna (40) is niet alleen een van de meest gevraagde en meest begaafde dj’s van de afgelopen jaren, ze is ook een extreem uitgesproken vakvrouw, die de volgens haar soms behoorlijk verrotte dancecultuur het liefst eigenhandig zou afbreken om haar daarna vanaf de grond weer op te richten, met bouwblokken van liefde en idealisme. Ja, Marea Stamper heeft meningen over de dance. En die zouden we dus gezamenlijk eens handig rubriceren.

Het loopt anders.

We hebben – ook heel praktisch – afgesproken op de meest onvindbare plek van de Londense wijk Hackney, waar Stamper tegenwoordig met haar man woont. Ik arriveer dus ruim een kwartier te laat in café Dark Arts, een tent verstopt onder de spoorlijn, achter een winkelstraat, waar mannen met baarden en overdreven veel tatoeages koffie staan te maken alsof ze bezig zijn met een heksenritueel. Boven de bar hangt een bord met de tekst ‘I will kill again’.

Het ruikt wel lekker. En gelukkig: The Black Madonna is ook te laat. Ik krijg een appje. ‘Nog een half uurtje.’ Even op adem komen.

Dan komt ze binnen in een gele sweater die in de duistere setting van Dark Arts extra lijkt te fonkelen. Stamper is niet het type van het slappe handje; ze drukt haar interviewer eerst maar eens stevig tegen zich aan. ‘Leuk dat je er bent.’

Een inleidend vraagje, over de redenen achter Stampers verhuizing naar Londen en of die soms iets te maken heeft met de actuele ontwikkelingen in haar moederland. Stamper kijkt me indringend aan, van de andere kant van een knoestige houten tafel waar nog lang geen koffie op staat. En dan steekt ze van wal.

‘Man, hou op over Amerika. Het is een ziekmakende tijd, maar niet alleen in mijn land: overal in de wereld waar nationalisme en xenofobie opkomen, als walgelijke menselijke impulsen. Ik heb lang in Chicago gewoond, in een wijk met aan de ene kant een enorme gemeenschap Oekraïense emigranten en aan de andere kant de grootste Puerto Ricaanse stadswijk ter wereld buiten Puerto Rico. Mijn man is een immigrant, hij was een vluchteling. We hadden het goed. En wat er nu in Amerika gebeurt, hoe er ineens wordt aangekeken tegen buitenlanders, tegen vluchtelingen en nu ook tegen vrouwen, daar zijn echt geen woorden voor te vinden. Het is gewoon smerig, goor.’

Natuurlijk volgde Stamper de hoorzittingen met de Brett Kavanaugh, die benoemd moest worden (en inmiddels ís benoemd) tot opperrechter. ‘Ik keek met vrienden naar de live-uitzendingen op tv. En ik hield contact met vrienden in Amerika. Het was verschrikkelijk. Hoe er werd gepraat over vrouwen die naar buiten durfden te komen met afgrijselijke dingen die zich in hun jeugd hadden afgespeeld. Rond de verhoren kwamen heel veel vrouwen met verhalen, ook een familielid van mij, van wie we nooit wisten dat er iets ergs met haar gebeurd was. Ze plaatste een stuk op Facebook, voor de hele familie en haar vriendenkring. En wat gebeurde er, na al deze aangrijpende verhalen? Deze vrouwen werden door onze president uitgelachen. Trump maakte de vrouwen belachelijk, hij deed ze na op een bijeenkomst voor zijn aanhangers, met een gek stemmetje. Hij deed me denken aan Jack Nicholson in de film The Shining, als hij zijn vrouw, die in doodsangst verkeert, nadoet met zo’n stemmetje. Alsof ze niet zo moeten zeiken.’

‘Trump, onaanvaardbaar’

We zijn nog niet klaar met Trump. ‘Ik haat die man, maar echt: alles in mijn lichaam verzet zich tegen hem. Hij is een pestkop, iemand die zelf misbruik maakt van mensen. Een sociopaat. En hij haat vrouwen. Het is onaanvaardbaar dat hij de president is van mijn land. Maar geloof me, dit gaat voorbij. Ik denk dat de Republikeinen nu totaal onderschatten hoe intens de woede is, die is losgekomen. Deze woede gaat niet meer achter slot en grendel.’

Wat gaat er dan gebeuren? Hoe gaat dit alles voorbij, en komen de Amerikanen ooit echt weer tot elkaar? ‘Laat ik het zo zeggen – het is misschien geen fijn verhaal. Maar ik hoop dat alle witte racisten en vrouwenhaters op een natuurlijke manier zullen afvloeien. Wat ik bedoel? Dat ze lekker snel vreedzaam overlijden in hun slaap. Ze drinken te veel en leven ongezond, dus het moet kunnen. Laat ze verdwijnen, dan kunnen de mensen die nog een klein beetje gezond verstand hebben, proberen de wereld weer op te bouwen en redden wat er nog te redden valt, voordat de hele aarde zichzelf opblaast.’

‘Ik keek met mijn ouders gezellig naar een drie uur durende televisieversie van de Duitse film Das Boot. En op school keken mijn klasgenoten naar De Kleine Zeemeermin.’Beeld Stephanie Sian Smith

We moeten goed begrijpen dat Marea Stamper Amerika niet is ontvlucht. ‘Ik ben hier gaan wonen omdat Londen een betere uitvalsbasis is voor mijn optredens. Het stikt hier van de vliegvelden en ik reis nogal wat. Maar ik denk hier in Londen weleens dat ik eigenlijk in Amerika zou moeten zijn. Vrienden van mij zijn gewoon echt bang op het moment. Ik heb soms het gevoel dat ik me aan een ramp onttrek. Dus ik doe wat ik kan, ik heb constant contact met vrienden, ik steun organisaties die mensen oproepen te gaan stemmen, ik steun fondsen die borgtochten betalen van mensen die zijn vastgezet na demonstraties – dat werk. Ik weet dat ik nu bevoorrecht ben, dankzij mijn werk. En ik probeer dus zo veel mogelijk te doen om dat gevoel weg te werken. Door te proberen er toch te zijn. Zodat iedereen die in Amerika iemand pijn wil doen, eerst langs mij moet – nou ja, zoiets, begrijp je? Trouwens, komt er nog koffie?’

De jetlag komt binnen

Stamper heeft werkelijk koffie nodig, dus worden de heren van Dark Arts aangespoord voort te maken met hun wonderlijke koffiezetprocessen. ‘Ik geloof dat mijn jetlag binnen komt zetten’, zegt ze. Ze is net terug van een optreden en een lange nachtelijke vlucht. Stamper ziet er prachtig uit en heeft zich kunstig laten opmaken, omdat ze straks ook nog op de foto gaat. Maar achter haar ogen schemert inderdaad een diepe vermoeidheid, zoals je die ziet bij mensen die veel te lang niet hebben geslapen, en die als ze dan eindelijk in bed liggen ook niet meer kúnnen slapen.

Maar de woede-uitbarsting die we net hebben doorstaan, komt niet alleen maar voort uit zomaar wat vermoeidheid. Dat blijkt als we het gespreksonderwerp voorzichtig verleggen naar de jeugd van Marea Stamper, toen zij als jong meisje uit Kentucky, in het Midwesten van de Verenigde Staten, de muziek omhelsde, om die nooit meer los te laten.

‘Ik groeide op met uitzendingen van het radiostation van de Universiteit van Kentucky. Die waren echt geweldig. Ik ontdekte zo veel alternatieve muziek, die ik echt nergens anders had kunnen vinden. De Pixies. En muziek van ver voor de Pixies, industriële metal van Ministry, postpunk van Siouxsie and the Banshees, noem maar op. Muziek was mijn vluchtplek. Ik verstopte me echt in de muziek.’

Waar vluchtte Stamper precies voor? Ze laat weer een stilte vallen. ‘Laat ik het zo zeggen... Ik had het moeilijk op de middelbare school. Heel erg moeilijk. Gepest? Nee, sorry, dat is het woord niet. Ik werd gemarteld. Kijk, je moet weten dat ik er in mijn schooltijd ongeveer net zo uitzag als nu.’ Ze wijst naar haar hoofd. ‘Gewoon, zo, alleen een iets jongere versie. Ik verfde mijn haren meestal rood of zo, knipte het altijd kort. En ik droeg androgyne kleren. Dat werd niet begrepen. Ik was erg alleen.’

Buitenbeentje

Het praten over haar jeugd grijpt haar duidelijk aan. Ze lijkt ook even te twijfelen. ‘De kinderen maakten het zo moeilijk voor me. Kinderen zijn zo gruwelijk wreed. Ik viel overal buiten, stond overal naast. Die alternatieve muziek werd een soort pantser voor me. Ik wílde ook anders zijn, ik had op een gegeven moment ook niets meer met de andere kinderen. Maar door dat pantser raakte ik nog verder van ze verwijderd. 

Mijn ouders waren superlief. Zij behandelden mij als een volwassene, spraken niet tegen me als een kind. Ik keek met mijn vader naar horrorfilms, al toen ik 8 was ofzo. Zeer onverantwoord allemaal. Ik ging naar het theater. Keek met mijn ouders gezellig naar een drie uur durende televisieversie van de Duitse film Das Boot. En op school keken mijn klasgenoten naar De Kleine Zeemeermin.’

‘Beetje slimmer dan de rest’

Een cultuurclash. ‘Ik had op een gegeven moment gewoon niets meer met ze te bespreken, en ik zal ook wel een vreselijke asshole zijn geweest hoor, een wijsneus die zich slimmer voelde dan de rest, met haar klotefilms en haar stomme boeken. Maar eigenlijk – ik weet niet of ik dit moet zeggen – ja, eigenlijk was ik, geloof ik, ook wel een klein beetje slimmer dan de rest. Ja, sorry hoor. Maar ik raakte dus in een sociaal isolement. En werd genadeloos gepest. Op een manier dat het ook fysiek gevaarlijk begon te worden.’

We zitten elkaar even sprakeloos aan te staren. ‘Ja, gevaarlijk. Het was een pikdonkere tijd. Dus ik ging van school toen ik een jaar of 15 was. Mijn ouders steunden me, ze waren bezorgder over mijn welzijn dan over mijn toekomst. Maar weet je, op een rare manier ben ik die pestkoppen nu dankbaar. Omdat ze me hypergevoelig hebben gemaakt voor het leed van anderen. Geloof me: als ik in een kamer sta met dertig mensen, dan pik ik de persoon eruit die het slachtoffer is van pestkoppen, of het nu een kind is of een volwassene. Ik zie het aan hun blik. En ze kunnen bij mij aankloppen. Ik heb een vergaande intolerantie opgebouwd tegen wreedheid en als het nodig is, knal ik erop. Begrijp je wat ik bedoel? Ik heb zo veel ellende meegemaakt, ik heb geen geduld met pestkoppen. Is iemand genadeloos wreed tegen iemand anders? Dan leg ik hem het zwijgen op.’

Er staat ineens een hondje naast ons te kwispelen. Stamper: ‘Hé, dag hondje. Ben jij een lief hondje? Zoek je wat te eten? Sorry, ik hou van hondjes. Waar hadden we het over?’

Over Marea Stamper, die de strijd aangaat met pestkoppen. ‘O ja. Weet je, ik krijg brieven. Van fans, nee, geen fans, ik haat dat woord. Het getuigt van weinig respect om te spreken over fans. Laat ik het zo zeggen: van vrienden die ik nog nooit heb ontmoet. Mensen die mijn muziek gaaf vinden en die op een feest zijn geweest waar ik heb gedraaid. Ik kreeg gisteren een brief van een jongen, op de internationale Coming Out Day. Over hoe moeilijk hij het had, over zijn twijfels. En ik voelde het tot in mijn botten. Ik weet dat er artiesten zijn die hier ambivalent tegenover staan, die zeggen dat ze niet met iedereen in contact kunnen treden. Maar het zijn wel de mensen die de rekeningen betalen hè, denk ik dan. Natuurlijk maak je er tijd voor. Natuurlijk schrijf ik die jongen terug, met wat advies en support. Dat ik luister, en hem begrijp. Anders ben je toch gewoon een eikel, als je dat niet doet? Wie wil er leven in een wereld waarin mensen niet meer stil blijven staan als ze worden aangeklampt?’

We zitten al anderhalf uur te praten. Onze stellingen zijn we helemaal vergeten. Ach, stellingen. Stamper: ‘Zeg maar tegen je lezers dat ik binnenkort met een nieuw, vlammend manifest kom. En dat het goed wordt.’

We gaan nog even door, bespreken haar opzienbarende dj-carrière en de aankomende debuutplaat. En dan is The Black Madonna uitgeput, emotioneel ook een beetje uitgewrongen. En ze moet nog op de foto.

Stoppen? ‘Ja, stoppen.’ Ze staat op en geeft een afscheidsknuffel die we nu goed kunnen gebruiken. En zegt: ‘We houden contact.’

Van ravetapes tot ‘dj van het jaar’

Als meisje van een jaar of 14 dook Marea Stamper in de wereld van de dancefeesten. Ze verkocht cassettebandjes met dj-sets van grote ‘raves’. Daarna vertrok ze voor een studie naar Chicago en belandde ze in allerlei muziekbaantjes, van archivaris bij een platenlabel tot assistent bij de beroemde club Smartbar, een van de beste dancetenten van de Verenigde Staten. Daar ontmoette ze houselegende Frankie Knuckles (1955-2014), die er een vaste draaiavond had.

Knuckles, de ‘Godfather of House’, werd haar mentor. Stamper: ‘Hij stimuleerde mij om zelf platen te gaan draaien. Wilde dat ik me inschreef voor dj-competities. Hij hield van vrouwelijke dj’s, zei hij steeds. Dat vond ik zo grappig.’

Van Knuckles leerde Stamper hoe ze een verhaal kon vertellen met haar plaatkeuze en hoe ze lijnen kon trekken dwars door de popgeschiedenis, door disco en soul te mixen met deephouse en zelfs techno. En af en toe een plaatje van The Doobie Brothers.

Met haar bevrijdende en technisch perfecte draaistijl werd The Black Madonna een van de meest geliefde dj’s van het moment. Het afgelopen jaar trok zij de wereld over met het bejubelde feestconcept We Still Believe. In 2016 werd The Black Madonna door het invloedrijke dancemagazine Mixmag gekozen tot dj van het jaar.

Het Manifesto

Toen Marea Stamper populair werd tot ver buiten haar thuisbasis, de Smartbar in Chicago, en ging draaien van Londen tot Berlijn en Amsterdam, en daarna in de rest van de wereld, ontdekte ze dat er flink wat mis was met de dancecultuur – en dus met de erfenis van haar leermeester Frankie Knuckles. De housecultuur in de danceclubs was ooit een vrijplaats voor ruimdenkenden en voor bijvoorbeeld de lhbt-gemeenschap. Maar Stamper zag zichzelf vaak draaien in geheel witte clubs, waar mede door een strikt deurbeleid een nogal elitaire doelgroep stond te dansen.

In 2015 publiceerde Stamper een Manifesto, dat de clubcultuur flink in verwarring bracht. Ze schreef dat de dance meer vrouwen nodig had en bijvoorbeeld ook meer vrouwen van boven de 40. ‘Dancemuziek heeft Patti Smith nodig’, schreef ze. En: ‘Dancemuziek heeft zout in de wonde nodig, en mensen die de hele week keihard hebben gewerkt en die niet de juiste schoenen dragen om te worden toegelaten tot de club.’

Met het actieproject DAPHNE probeert Stamper al jaren meer vrouwen achter de dj-tafels te krijgen. En dat lukt, zegt ze. ‘We krijgen de laatste tijd harde cijfers binnen en het gaat goed: er worden echt meer vrouwen geboekt. Maar er is méér nodig. We moeten er nu voor zorgen dat die vrouwen blijven. Dat ze zich veilig voelen op hun werk. Dat ze een goed management krijgen. En dat ze het dj-leven kunnen combineren met hun privéleven, dat soort dingen. Daar werken we aan.’

DJ-schap en psychisch welbevinden

Marea Stamper wordt sinds haar jeugd geplaagd door psychische klachten, van depressies tot een angststoornis. Ze vertelt er altijd openlijk over en zegt dat ze de problematiek redelijk in de hand heeft dankzij een combinatie van therapie en medicatie. Waardoor ze nu een uitputtend werkzaam leven als dj kan leiden. ‘Het is zwaar en je hebt eigenlijk geen vrije dagen’, zegt Stamper. ‘Ik heb ook echt wel echt sléchte dagen, maar toch is dit nu voor mij de enige manier om te werken: doorgaan. Waarom? In de eerste plaats omdat het geweldig werk is. Je bent eigenlijk nooit klaar als dj, want je loopt iedere dag de kans tegen een levensveranderende ervaring aan te lopen, omdat je ineens een nieuwe creatieve bron aanboort. Maar toch ook omdat de industrie dit van je eist.’

The Black Madonna is de laatste jaren een van de meest geliefde dj’s in het circuit en wordt lichtelijk overvraagd. Stamper: ‘Dit werk is als surfen. Ben je een surfer, dan pak je ook die grote golf. Dit is voor mij de tijd van de grote golven.’

De laatste maanden probeert Stamper toch ook tijd te vinden voor andere dingen. Voor de BBC verzorgt ze het radioprogramma Essential Mix en werkt ze aan een aantal documentaires. En The Black Madonna heeft net de laatste hand gelegd aan een langverwacht debuutalbum. ‘Het is zover. Een album was iets belangrijks voor me, en het is eindelijk zo goed als af.’ Wat we kunnen verwachten? ‘Mijn teksten, en echte instrumenten, van drummers tot blazers. Het wordt goed.’