Direct naar artikelinhoud

Vlijmscherpe knorrepot met feilloos gevoel voor kunst

Hedendaagse kunstenaars ontdekte hij al voor hun grote doorbraak. Uit alle windstreken kwamen liefhebbers en kopers naar zijn Galerie Delta.

Hans Sonnenberg.

'Mijnheer Delta' was een even groot fenomeen voor de Rotterdamse kunstwereld als Coen Moulijn voor de Rotterdamse sportwereld. Hans Sonnenberg, zoals zijn echte naam luidde, had als een van de weinigen het voorrecht gekregen dat hij 's nachts Museum Boijmans Van Beuningen in mocht, zodat hij er eventueel kon gaan slapen. 'Gebruik heeft hij er niet van gemaakt', weet zijn vriend en kunstadviseur Peter van Beveren.

Sonnenberg heeft Boijmans verrijkt met onbetaalbare werken van hedendaagse kunstenaars. Hij overleed 29 september op 89-jarige leeftijd na een kort ziekbed, tweeënhalf jaar na de dood van zijn levenspartner Bas Hoornweg, die hij ontzettend miste.

'Hij bleef oog houden voor schoonheid, of het antiek speelgoed, oude meesters, meubels, maquettes of hedendaagse kunst betrof', zegt Van Beveren.

Sonnenberg werd geboren in Makassar op het Indische eiland Celebes, waar zijn vader - een marine-officier - was gestationeerd. In 1931 keerde de familie terug in Amsterdam, om in 1935 in Rotterdam te gaan wonen. Zijn moeder was een vrouw van aanzien en een groot kunstliefhebber, die hem meenam naar museums. Vanaf 1952 werkte Sonnenberg in de Rotterdamse haven, eerst bij de Verenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij en vanaf 1954 bij de cargadoor Cornelder.

Op de Kunstkring aan de Witte de Withstraat ontdekte hij hedendaags werk van nog levende kunstenaars. Het was een verademing voor iemand die tussen antiek en traditionele kunst was opgegroeid. Hij leerde hier de jonge Italiaanse kunstenaar Piero Manzoni kennen. Sonnenberg besloot een expositie van hem te organiseren in het gebouw van de Kunstkring. Geen enkel doek vond een koper. Sonnenberg kocht daarop zelf alle achttien schilderijen. Daarna werd Manzoni wereldberoemd, dankzij zijn 'drol in een blikje'. 'Nu zijn die schilderijen tussen de 3 en 12 miljoen euro per stuk waard', stelt Van Beveren.

Geen enkel doek van Manzoni vond een koper, Sonnenberg kocht daarop zelf alle achttien schilderijen

Beruchte eigenzinnigheid

In 1962 opende hij zijn eigen Galerie Delta, in het gebouw van de Kunstkring. Hij organiseerde daar tot 1970 tentoonstellingen van tientallen Europese en Nederlandse kunstenaars. Vanaf 1971 verhuisde de galerie naar vier verschillende locaties in Rotterdam. In 1982 ontdekte hij in New York het werk van de in Europa nog onbekende graffitikunstenaar Jean-Michel Basquiat. Voor 22 duizend euro kocht hij acht werken. Van Beveren: 'Onlangs bracht een werk van Basquiat op een veiling 110 miljoen dollar (94 miljoen euro) op.'

Sonnenberg had een feilloos instinct voor kwaliteitswerk van hedendaagse kunstenaars. Uit alle windstreken kwamen liefhebbers en verzamelaars naar Galerie Delta. Zijn eigenzinnigheid was berucht. Met zijn vlijmscherpe opmerkingen kreeg hij snel de reputatie van knorrepot. Daar stond tegenover dat hij lokale kunstenaars volop kansen gaf.

Met zijn vlijmscherpe opmerkingen kreeg Sonnenberg snel de reputatie van knorrepot

In 2000 kreeg Boijmans carte blanche om uit de verzameling in Sonnenbergs woning te kiezen. 'Ik wil niet dat mijn collectie als poeder uiteenvalt', zei hij. In 2009 verhuisden vijftien kunstwerken van onder meer David Hockney en Jean-Michel Basquiat naar Boijmans. Ook het Stedelijk Museum Schiedam, een ander museum dat Sonnenberg na aan het hart lag, werd dit jaar verrast met werken van Constant A. Nieuwenhuys, Karel Appel en Asger Jorn. Mopperen bleef hij. 'De nieuwe verzamelaars kopen niet met hun hart, niet met emotie, maar met hun oren', zei hij.

Ook de opbrengst van zijn nalatenschap gaat naar Boijmans. Galerie Delta houdt op te bestaan. 'Als de mijnheer dood is, dan is ook de galerie dood', zei Sonnenberg.

'De nieuwe verzamelaars kopen niet met hun hart, niet met emotie, maar met hun oren', zei Sonnenberg