Direct naar artikelinhoud
Column

Ben ik nu aangenomen omdat ik de beste ben, of omdat ik twee x-chromosomen heb en geen y?

Ben ik nu aangenomen omdat ik de beste ben, of omdat ik twee x-chromosomen heb en geen y?

De Technische Universiteit Eindhoven heeft een merkwaardig nieuw beleid aangekondigd: er worden voorlopig alleen vrouwen als hoogleraar aangesteld. Inderdaad zijn daar nu niet zo veel vrouwelijke hoogleraren, namelijk 1 op de 8. ‘We willen een cultuurverandering, we willen de diversiteit en inclusiviteit vergroten’, aldus rector magnificus Frank Baaijens. (Zelf is hij vooralsnog niet opgestapt ten gunste van een vrouwelijke collega, maar dit geheel terzijde.)

Waaróm zijn er zo weinig vrouwen aan de top van de TU? Het antwoord is eenvoudig: aan de basis zijn het er ook niet zo veel. Technische studies zijn nog steeds veel populairder bij jongens; dat zijn er zowat drie keer zoveel als meisjes. Voor een van de belangrijkste studies aan de TU, werktuigbouwkunde, schreven zich vorig jaar zelfs 233 jongens in, tegen 30 meisjes.

Bij zo’n grote meerderheid aan jongensstudenten is het logisch dat er aan de top ook veel meer mannen komen te staan. Niemand windt zich op over het geringe aantal vrouwen dat de baas is van een aannemers-, timmermans-, of loodgietersbedrijf. Al kunnen veel vrouwen (zelfs ik) best een muurtje witten of gootsteen ontstoppen, er zijn er maar héél weinig die daar hun beroep van maken. Ieder haar meug. Waarom zouden in de wetenschap andere wetten gelden?

Het voortrekken van vrouwen is heikel. Zo ligt, zeker bij de rigoureuze varianten zoals aan de TU, het risico op de loer dat er vrouwen in hoge functies belanden ten koste van beter gekwalificeerde mannelijke collega’s. Gelukkig geeft Baaijens hoop: ‘Stel dat een man die op het punt staat een Nobelprijs te winnen naar Eindhoven wil komen, dan gaan we daar zeker mee in gesprek.’ Dat is goed nieuws voor Nobelprijswinnaars, maar behoorlijk zuur voor ándere mannen die bezig waren het ver te schoppen in de wetenschap.

En ook voor vrouwen is dat zogenaamde ‘voordeel’ welbeschouwd een klap in het gezicht. Ik zou nooit willen werken bij een instituut dat vrouwen voortrekt. Het lijkt me heel onaangenaam om telkens te moeten twijfelen: ben ik nu aangenomen omdat ik de beste ben, of omdat ik twee x-chromosomen heb en geen y?

En stél dat het er volkomen eerlijk aan toe gaat, en er uitsluitend briljante vrouwelijke wetenschappers worden aangesteld: als er de komende jaren in Nederland ook maar één huis wordt gebouwd waarvan ook maar één deur een beetje klemt, dan zullen boze tongen maar al te graag fluisteren: ‘Kijk, daar heb je weer zo’n rotgebouw dat ontworpen is door zo’n excuus-Truus van de TU.’