Tijdens de hulpverlening na de aanslagen in Zaventem en de Brusselse metro bleek het voor de leidinggevenden ter plaatse soms moeilijk om een onderscheid te maken tussen dokters, verplegers en ambulanciers. Maar vooral ook tussen ziekenwagens die goed uitgerust zijn en hoogopgeleid personeel aan boord hebben en andere ziekenwagens die eigenlijk vooral uitgerust zijn voor niet-dringend vervoer van patiënten.

Daarom heeft minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open-Vld) nu een duidelijk onderscheid gemaakt zodat daar in de toekomst geen twijfel meer over kan bestaan. De nieuwe richtlijnen zijn in het Staatsblad verschenen en gelden vanaf juni voor alle nieuwe ziekenwagens en worden vanaf 2021 de algemene regel, weet Polinfo.be.

De ziekenwagens en MUG-voertuigen die worden ingezet binnen de dringende geneeskundige hulp (noodnummer 112) moeten allemaal geel zijn. Met uniforme bestickering. Op die manier zijn ze gemakkelijk te onderscheiden van de witte ziekenwagens voor niet-dringend patiëntenvervoer die wit moeten zijn.

Ze krijgen ook een specifieke en bij wet bepaalde bestickering. Onder meer met groene vlakken op de zijkant. En een specifiek identificatienummer dat ook op het dak komt te staan zodat het vanuit de lucht te zien is.

Op de MUG-wagens komt in grote letters MUG te staan. En een identificatienummer.

Knipperlichten en sirenes

De voertuigen die actief zijn binnen de dringende geneeskundige hulpverlening hebben blauwe knipperlichten en sirene. Opvallend is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen dag- en nachtsirene. De sirene die overdag wordt gebruikt mag twee tonen hebben en tussen 110 en 120 decibels geluid produceren met een tolerantie van 5 decibel. De nachtsirene (tussen 22 u. en 6 u. ’s morgens te gebruiken) mag maar 95 decibels geluid maken.

De nieuwe regel vanaf 7 juni 2018 voor alle voertuigen die vanaf dan in dienst worden genomen. Vanaf 7 december 2021 is het een algemene regel.

Niet-dringend vervoer

De grootste verandering is er voor ziekenwagens die enkel ingezet worden voor niet-dringend vervoer. Het gaat vaak om privé-ambulancediensten zonder 112-erkenning. Die moeten wit zijn en verliezen, net zoals dat onder meer in Frankrijk al het geval is, hun zwaailichten en sirene. Dat betekent dat ze niet langer met veel toeters en bellen tussen het verkeer kunnen laveren om een bejaarde van het ziekenhuis terug naar het rusthuis te brengen, wat nu vaak gebeurt.

Rode Kruis past voertuigen aan

Het Rode Kruis valt zo een beetje tussen de twee in. “Er komt een intermediaire categorie van ziekenwagens voor niet-dringend liggend vervoer die soms dringende opdrachten uitvoeren. Deze ziekenwagens mogen zwaailichten en een sirene hebben, maar ze mogen die enkel gebruiken in het kader van een dringende opdracht”, zegt Audry Dirigo van het kabinet van minister De Block.

Het Rode Kruis valt in die categorie. “Wij hebben verschillende voertuigen die ook voor dringend vervoer (112) worden ingezet. Die krijgen een andere bestickering en moeten dus geel zijn. De ambulances voor niet-dringend ziekenvervoer (oproepnummer 105) zijn al wit. Op dat vlak verandert er voor ons weinig. Ze krijgen wel een andere bestickering. Maar ze mogen hun zwaailicht en sirene behouden. Omdat ze bij grote rampen of aanslagen kunnen ingeschakeld worden om lichtgewonden te vervoeren. Ze mogen sirene en zwaailicht enkel gebruiken wanneer ze voor dringend vervoer worden ingeschakeld”, zegt An Luyten van Rode Kruis Vlaanderen.