Direct naar artikelinhoud
IS-propaganda

Online politiepatrouilles onderscheppen bijna 1.200 jihadberichten

Een beeld uit een video van Amaq, het persagentschap van IS, in Palmyra.Beeld REUTERS

In een jaar tijd heeft de federale politie bijna 1.200 haatboodschappen en jihadistische propagandaberichten onderschept. Bijna 70 procent daarvan is verwijderd. Maar het kan beter. Software van Europol moet toelaten om een versnelling hoger te schakelen, in afwachting van 'supersoftware'.

Exact één jaar geleden is de Internet Referral Unit (IRU) van de federale politie gestart met patrouilles op het internet. De leden van het team scannen het web op haatboodschappen en jihadistische propaganda. De nadruk ligt op dat laatste, want daarin ligt de bestaansreden van de IRU. 

'Het is niet de bedoeling dat de politie gaat optreden als een soort moderator die beslist wat wel en niet gezegd mag worden'
Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA)

In dat jaar zijn er 1.190 interventies geweest, waarvan het 943 keer ging om terroristische propaganda en 247 keer om boodschappen die aanzetten tot haat. De IRU vraagt dan aan de socialenetwerksites of sitebeheerders om dat profiel of die website te verwijderen op basis van hun eigen gebruiksvoorwaarden. In 69 procent van de gevallen gebeurt dat ook.

Jihadistische propaganda heeft een hogere succesratio, van 77 procent, bij haatboodschappen, zoals racisme, ligt dat op ongeveer 40 procent. 

"Bij haatboodschappen roepen de platformen veel vaker de vrijheid van meningsuiting in", zegt Guy Theyskens, woordvoerder van de federale politie. 

"Dat is op zich een goede zaak", zegt minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA), die de IRU heeft opgericht. "Het is niet de bedoeling dat de politie gaat optreden als een soort moderator die beslist wat wel en niet gezegd mag worden. Daarvoor hebben we de vrijemeningsuiting net iets te lief."

Toch kan de IRU, met een team van 23 medewerkers, nog een versnelling hoger schakelen. Dezelfde afdeling bij Europol telt dan wel 17 personeelsleden meer, dus bijna dubbel zo groot, maar die heeft in dezelfde periode 20 keer meer meldingen behandeld. Met een succesvolle verwijdering in 84,9 procent van de gevallen. 

De twee IRU's zijn niet helemaal met elkaar te vergelijken. Die van Europol houdt zich niet bezig met haatboodschappen en werkt op een andere manier. "Zo moeten we bijvoorbeeld voor een aantal dossiers verslagen of proces-verbalen opstellen", zegt Guy Theyskens, van de federale politie.

Bovendien is de Belgische dienst slachtoffer van zijn succes. Hij is opgericht om proactief op het internet te speuren, maar behandelt steeds vaker vragen van andere politiediensten of het gerecht in het kader van een onderzoek. 

"Het afgelopen jaar is de dienst 757 keer om bijstand gevraagd om bepaalde informatie via internet te kunnen inzamelen", zegt Theyskens. "Meestal voor dossiers met betrekking tot terrorisme, maar ook kinderporno, wapenhandel, drugs, mensenhandel, enzovoort."

Supersoftware

Een ander belangrijk verschil met Europol is de software. Het proces bij de Belgische politie gebeurt vooral handmatig. Er is 'supersoftware' op komst, die auto­matisch webpagina's opspoort die gelinkt zijn aan criminele feiten, maar in afwachting implementeert de Belgische IRU de software van Europol. Dat proces zou ongeveer afgerond zijn en een aantal taken automatiseren.

Bovendien doen de werknemers nog volop expertise op in deze gespecialiseerde, nieuwe materie. België is, na Europol en het Verenigd Koninkrijk, een van de voortrekkers in Europa.

Intussen is ook Frankrijk op de kar gesprongen en de Nederlandse IRU is in september van start gegaan. Daarnaast komen Europese politiediensten, ook die zonder IRU, enkele keren per jaar samen bij Europol voor een gezamenlijke actie. 

"Zo kunnen ze van elkaar leren en een beter idee krijgen van de IRU van Europol", zegt Hollevoet. "Het is ook strategisch, want zo'n week samen zoeken levert meer op. Als er bij bepaalde content bijvoorbeeld linken zijn met het land van je collega, kun je daar rechtstreeks informatie uitwisselen en sneller handelen."

Lees ook: Niet alle IS-propaganda moet meteen offline: foutje of slimme zet?