Commentaar: De nieuwe zwarte religie
‘Het valt niet moeilijk er wat lacherig over te doen’, schreef de vorige hoofdredacteur van deze krant zeven jaar geleden. ‘Terwijl Europa serieus aanstalten maakt om af te branden, en andere delen van de wereld allang in brand staan, maken wij ons druk over een van de figuranten uit een oud volksfeest.’ Aanleiding was toen de arrestatie van twee mannen bij de nationale intocht van Sinterklaas in Dordrecht, omdat zij een T-shirt droegen waarop ‘Zwarte Piet is racisme’ stond.
Pas later zouden het OM en de Nationale Ombudsman oordelen dat die arrestatie een vergissing was; buitenproportioneel gewelddadig bovendien. Maar deze krant riep meteen al op tot ontspannenheid. Willen we werkelijk het geweldsmonopolie van de overheid gebruiken om kinderogen af te schermen tegen kritiek op de zwarte rol in een folkloristisch straattheater? En: ‘Is een witte Piet nu echt zo’n probleem, als dat voorkomt dat medemensen zich gekwetst voelen?’
In de daaropvolgende zeven jaar heeft deze krant consequent gepleit voor een Piet-performance die geen aanstoot geeft. Dus zonder die zwarte plamuurlaag, waar onze grootouders niet eens de cosmetica voor hadden. Want ook al hebben sinterklaasvierders brave bedoelingen: de manier waarop Zwarte Piet nu vaak uitgedost en geacteerd wordt, is wél racistisch en kwetsend. Je hoeft maar één keer een kind met donkere huid en kroeshaar bij dit rare toneelspel te zien verstarren, om te weten: dit zogenaamde kinderfeest is helemaal niet voor alle kinderen even aardig. En vervolgens is iedere tegenwerping over ‘onze’ traditie, waarvan geen detail zou mogen veranderen omdat ‘zij’ maar een kleine minderheid zijn, ahistorische onzin.
Intussen is er, zeven jaar later, weinig reden meer om lacherig te doen. Het canoniseren van de egaal-zwarte piet neemt radicaal religieuze trekken aan. En terwijl slechts een enkele anti-Pietactivist verbaal geweld gebruikt, wordt de beweging als terroristische dreiging afgeschilderd. Zogenaamde ‘provocaties’ zijn door hooligans aangegrepen om hen met walgelijke leuzen en feitelijk geweld te bedreigen en verjagen – allemaal ‘ter bescherming van een kinderfeest’. En nóg wordt er gedaan alsof dit een strijd is tussen een kindvriendelijke meerderheid (‘wij’) en een intolerante minderheid (‘zij’). Politici die zich de rest van het jaar quasiliberaal profileren als hoeder van de vrijheid van meningsuiting, willen zelfs het recht van demonstratie opzijschuiven voor hun kindse wij-feestje.
Een volk dat in een vloek en een zucht z’n gemeenschappelijke godsdienst marginaliseerde, gelooft nu in de heilige zwartheid van Piet. De klassieke VVD’er zou daar wel weg mee weten: achter de voordeur.
de mening van het Nederlands Dagblad