“Het voelt oké”, zei Rousseau maandagavond, gevraagd naar hoe het voelde om weer in een talkshow op tv te zitten na de heisa van de afgelopen maanden over zijn racistische uitspraken. “Op straat, op de markt en op café reageren de mensen superpositief. Daar voel ik heel veel steun. Online is het minder positief. Maar het is natuurlijk makkelijker om iemand verwensingen naar het hoofd te slingeren van achter een klavier of een scherm dan face to face. Wat helpt, is dat ik me ook openstel voor de kritiek. Het is niet omdat iemand kritisch is dat ze niet kunnen vergeven, of het is niet omdat iemand kritisch is of opmerkingen of vragen heeft dat die daarom iets verkeerd zegt. Dus ik sta er wel voor open dat mensen hun mening geven. Daar moet ik maar tegen kunnen.”

LEES OOK. Socialistische verdeeldheid op Dag van de Arbeid: van “Conner zei wat mensen denken” tot “een politicus moet zijn manieren houden”

Wat opviel op de beelden die recent gemaakt werden op de markt in Sint-Niklaas, is dat enkele mensen zeiden dat ze achter de woorden van Rousseau stonden. “U corrigeerde die toen”, zei presentatrice Phara De Aguirre in De afspraak. “Moet u dat vaak doen?” Waarop Rousseau antwoordde: “Het is niet aan mij om mensen te corrigeren. Ik probeer gewoon mijn lijn te houden - ja, ik heb een fout gemaakt - en dan te zien of mensen nood hebben aan iemand als ik in de politiek. Als mensen bekommernissen hebben, wil ik die ter harte nemen. En ik zal mensen dus niet corrigeren of zeggen wat ze wel of niet mogen zeggen, maar ik wil hen wel mee leiden dat bepaalde uitspraken of voorstellen geen oplossingen zijn. Ik wil problemen blijven benoemen en oplossingen bieden om dan zaken gedaan te krijgen.”

Of hij de schade die zijn uitspraken zijn partij Vooruit berokkend hebben ooit kan herstellen, weet hij niet. “Dat zal de kiezer uitwijzen. Ik ben begonnen aan 8 procent, daarna is het 17 procent geworden in de peilingen. Dus je zou kunnen zeggen dat alles boven 8 procent dankzij Rousseau is.” De eventuele schade aan de partij houdt hem wel bezig, zegt hij. “Absoluut, ik ben een mens van vlees en bloed. Er is heel veel over mij heen gekomen en ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen. Te laat, maar ik wilde ons project niet zomaar laten vallen. Vooruit is met een belangrijk project bezig. Ik neem het mezelf gigantisch kwalijk dat ik het de partij moeilijk heb gemaakt. Dat is een van mijn drijfveren geweest om weer in de politiek te gaan.”

Hij heeft er wel sterk over getwijfeld, zegt hij. “Veel mensen vroegen me om terug te komen. En het voelt juist, want het gaat weer ergens over. Over mentaal welzijn, over lege brooddozen… De kiezer zal wel oordelen of er nood is aan iemand als ik. Als de kiezer nee zegt, dan stopt het.”