Ze werden wereldberoemd in Vlaanderen dankzij ‘Man Bijt Hond’. Hoe zou het nog zijn met de ‘Obusios’-boeren?

Het was historische en vooral hilarische televisie: twee West-Vlaamse boeren die voor het reportageprogramma ‘Man Bijt Hond’ hun Poolse gastarbeiders uitleggen dat ze moeten oppassen voor obussen op het land. In een taal waar tien jaar later nog niemand een touw aan kan vastknopen. Wij zochten de sterren in het filmpje nog eens op.

pom

Even terug naar 2008. Het programma ‘Man Bijt Hond’ is naar het West-Vlaamse Houthulst getrokken voor een reportage over Poolse gastarbeiders, die daar komen helpen met de groenteoogst. De reporter gaat zich op het gemeentehuis informeren en treft daar Lucrèse. Die vertelt dat op het landbouwbedrijf van haar man en zoon veel Polen werken. ‘Man Bijt Hond’ mag mee en treft de boeren net op het moment dat ze de Polen in een soort Jerommekesengels uitleggen dat ze moeten oppassen voor de obussen op het land.

Het filmpje wordt een instant hit en wint dat jaar een prijs - jawel, een obus - op de Nacht van de Televisiesterren. Twee nieuwe BV’s waren geboren. Maar de obusiosboeren, zij ploegden voort. Met Poolse hulp.

Lees verder onder de bewuste obusios-video:

© VRT

Wanneer we boer Jean-Marie Vandewalle spreken, staat hij op het land met veertien Poolse gastarbeiders. Ze zijn bezig aan de courgettes, prei en aardappelen.

“In volle zomer, wanneer we oogsten, werk ik met veertig Polen. Ik heb voor hen een hangar omgebouwd tot slaapzalen en badkamers en ze hebben hun eigen grote keuken. Vlees brengen ze meestal zelf van Polen mee, de rest kopen ze bij de Colruyt en maken ze dan hier klaar. Hun vertrekken zijn goedgekeurd door de overheid. Om de drie maanden gaat een groep naar huis en komt een nieuwe af. Sommigen brengen hun vrouw mee. Of hier al kleine Pooltjes zijn gemaakt? Niet door mij alleszins.”

Drie Wijzen

Jean-Marie noemt Polen de ideale werknemers. “Weekdag of weekend, ze willen altijd werken. Maar dat taalprobleem is gebleven. Hun bazen spreken wel Vlaams, de arbeiders zelf niet. Ook geen Engels. Dus blijven we ons behelpen in dat ios-taaltje.”

Bij elke nieuwe groep die voor het eerst aankomt, waarschuwen Jean-Marie en zijn zoon weer voor de gevaren van de obusiossen. “Als ze het filmpje al niet gezien hebben op YouTube. Maar die waarschuwingen blijven nodig, want we rijden hier soms nog obussen uit de Eerste Wereldoorlog uit met onze tractor. Zeker twintig per jaar. Dan moeten we telkens de politie bellen en de ontmijningsdienst van het leger laten komen. Gelukkig zijn er bij ons nog geen ongelukken gebeurd.”

De obusios-boeren zijn populair gebleven. Onlangs kregen ze telefoon van de makers van het tv-programma ‘De Drie Wijzen’. Of ze niet als gast in het panel wilden zetelen? “De timing was slecht om daarvoor helemaal van West-Vlaanderen naar Brussel te gaan. Maar als ze ons nog eens bellen en het past in onze agenda, dan willen we graag nog eens op tv komen.”