Einde champignonteelt lijkt nabij
Velddriel
Nu plukt zij champignons in een van de bedrijven die wel overleefden in het gebied tussen Maas en Waal, Van Doremaele in Velddriel. ‘Mooi werk’, noemt ze dat plukken, gezeten op een rollende kist in een lange kweekhal. Ze plukt vlug en vaardig champignons weg rond grotere exemplaren, die daardoor meer ruimte krijgen voor verdere groei. ‘Je zit droog, je begint om zes uur en bent dus ook vroeg klaar.’
Van Kessel was niet de enige die de kweekbakken van de hand moest doen. In de jaren zeventig telde de Bommelerwaard nog bijna 250 champignonbedrijven, nu zijn dat er nog slechts een handvol. Ook in de rest van Nederland nam het aantal bedrijven snel af en de laatste drie jaar is er onder de Nederlandse champignonkwekers weer een sluitingsronde gaande.
Nog eens zo’n 25 bedrijven sloten de deuren of gingen failliet, vertelt Ko Hooijmans van de Vakgroep Paddenstoelen van de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO), in de grote kweekhal van Van Doremaele. Hij is zelf ervaren kweker, zijn zoon bestiert nu hun bedrijf even verderop. Nederland heeft nog maar zo’n zeventig bedrijven waar de kleine witte paddenstoel met de hand wordt geplukt, om vers en zonder verdere bewerking te worden verkocht. Daarnaast zijn er nog eens dertig ‘snijbedrijven’, waar de champignon machinaal wordt geoogst, voor verwerking in blik of pot. En er zijn nog eens twintig ondernemingen die zich hebben gespecialiseerd in paddenstoelen als de shiitake en de oesterzwam.
lage prijs
Mogelijk telt Nederland over vijf jaar geen enkele champignonkwekerij meer, waarschuwt Hooijmans, laverend tussen kratten met champignons. Ook niet in Brabant en Limburg, waar nog eens drie gebieden zijn waar de champignonteelt traditioneel belangrijk is. ‘Op het hoogtepunt, midden jaren tachtig, waren er ongeveer 1400 kwekerijen in Nederland. Eind jaren negentig was dat aantal al gezakt tot nog geen zevenhonderd bedrijven. En nu staan er dus weer kwekerijen op omvallen.’
De belangrijkste oorzaak, volgens Hooijmans: de lage prijs die de kwekers krijgen voor de champignons in het bekende blauwe bakje. Op de wereldmarkt, maar ook in de Nederlandse detailhandel. In de supermarkt kost zo’n bakje met 250 gram van de Agaricus bisporus, de latijnse benaming voor de gewone witte champignon, op veel plaatsen niet meer dan 79 of 89 eurocent. In tegenstelling tot de prijs voor fruit en verse groente, is de prijs van een bakje champignons met een dubbeltje of meer gezakt. Van die verkoopprijs gaat zo’n 35 cent naar de kweker. Die heeft echter te maken met een kostprijs van ruim 40 cent. Bijkomend probleem: door de hete zomer loopt ook de energierekening voor de koeling van de kwekerijen nog eens op.
Daar kan geen schaalvergroting of efficiencyslag meer tegenop, weet Hooijmans. Temeer omdat de Nederlandse champignon ‘de beste ter wereld’ is. Ten eerste omdat het gebruik van ziektebestrijdingsmiddelen in de Nederlandse kweek sterk is gereduceerd en over drie jaar wellicht helemaal is verdwenen. Ten tweede omdat de sector zich volgens hem strikt houdt aan het keurmerk ‘Fair Produce’.
Dat keurmerk is door de sector zelf in 2011 ingesteld, na een aantal schandalen waarbij buitenlandse plukkers voor een habbekrats aan het werk waren in belabberde omstandigheden. Hooijmans: ‘In 2010 heb ik gezegd: ik wil wel door als voorzitter van de vakgroep paddenstoelen, maar alleen als we komen tot een eerzame sector. Wat dat betreft staat Nederland nu aan de top.’
sneer
Het is een onuitgesproken sneer naar vooral de Poolse producenten, die zich met 44 procent van de wereldwijd verhandelde verse champignons hebben ontwikkeld tot de grootste exporteurs ter wereld. De Poolse champignon is dan ook een derde goedkoper dan de Nederlandse. Waar vrijwel alle Nederlandse producenten zich hebben verplicht aan het eigen keurmerk, is de teelt in Polen gebonden aan minder regels. Ondanks dat is Nederland met 14 procent van alle geëxporteerde verse champignons nog wel ’s werelds tweede exportland.
De voorlopige oplossing, vindt de LTO-man: supermarkten moeten weer meer gaan betalen. En ook toestaan dat de blauwe bakjes worden voorzien van het Nederlandse keurmerk. ‘Alleen Lidl wil dat, de rest van de supermarkten niet. Ze zeggen dat de consument al zoveel keurmerken krijgt voorgeschoteld, dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Maar het is voor consumenten nu ook moeilijk om te zien wanneer ze een Nederlands product kunnen aanschaffen.’
In de brede gang van het bedrijf, naast de band die de champignons automatisch in bakjes legt, schaart kweker Marc van Doremaele (43) zich achter de sombere toekomstverwachting van Hooijmans. ‘We hebben de prijsdaling kunnen opvangen door schaalvergroting en zuiniger omgang met energie. Maar als de markt het ons niet mogelijk maakt om verder te innoveren, is ondernemen op een gezonde manier niet meer mogelijk.’ <