Bel niet meteen de huisarts
In mei spraken de zorgministers en zorgstaatssecretaris in deze krant ferme taal over onnodige zorgbureaucratie die de prullenbak in moest. Eind juni werd bekend dat er 471 miljoen euro extra beschikbaar komt voor de huisartsenzorg.
Nu alleen nog de drukte op de huisartsenpost (Hap). De Hap West-Friesland luidde onlangs de noodklok. In een manifest schreven de huisartsen dat de avond-, nacht- en weekenddiensten te zwaar zijn en dat ze zich mede hierdoor overbelast voelen.
Dit geluid is niet uniek. Volgens het Nivel (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) staat tegenover een heel geringe afname van het aantal contacten met de huisartsenpost per duizend inwoners in 2017, een jaarlijkse toename in de periode 2013-2016. Steeds meer mensen bellen naar de Hap, komen langs op de Hap en vragen de Hap-dokter op visite. Bovendien nam tussen 2013 en 2017 het aantal hoogurgente contacten toe. De huisarts hapt naar lucht. Kan het anders? Hiervoor is inzicht nodig in de patiëntenstroom naar de Hap. Volgens het Nivel maken twee groepen het meest gebruik van de Hap: ouderen vanaf 85 jaar en ouders met jonge kinderen, van nul tot vier jaar.
vergrijzing
Dat de groep ouderen veel gebruikmaakt van de Hap, mag geen verbazing wekken. Nederland vergrijst. Bovendien wil iedereen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. De periode tussen gezond thuis wonen en het verpleeghuis wordt steeds langer. Hierin moet steeds vaker een beroep gedaan worden op de huisarts. Een fait accompli.
Het veel-gebruik van de ouders met jonge kinderen is geen voldongen feit. Een substantieel deel van deze groep is niet echt ziek, maar tobberig gezond. Er is een tijd geweest waarin men met vragen over ziekte en gezondheid eerst het eigen netwerk raadpleegde. De Hap lijkt deze functie te hebben overgenomen. Maar hiermee doen we deze groep zorgvragers tekort. Deze groep heeft begeleiding nodig van de eigen huisarts, overdag, in de eigen praktijk. De eigen huisarts kan uitleggen wat ziek is en wat gezond en en passant wijdverbreide misverstanden over de Hap rechtzetten.
De top 3 van misverstanden:
Misverstand 1: de Hap is de huisarts voor de avond. De naam huisartsenpost is inderdaad misleidend. Het suggereert iets als: ‘een avondspreek-uur van de huisarts’. De Hap is echter een spoedpost, voor spoedzorg, bemand door huisartsen.
Misverstand 2: bij ongerustheid moet er een dokter gezien worden. Ongerustheid is inderdaad ook een klacht. Bij ongerustheid mag er zeker gebeld worden. Maar niet iedere ongerustheid behoeft bezwering door de dokter. Meer vertrouwen in de kennis en kunde van de triagist (poortwachter) aan de telefoon kan geen kwaad.
Misverstand 3: er mag geen ziekte gemist worden. Door geen spaander te durven laten vallen, wordt het werken onmogelijk. De Hap is niet de aangewezen plaats voor het bespreken van oneigenlijk gebruik van die Hap. De bezoekers kennen de dienstdoende huisarts doorgaans niet. Bovendien zijn ze ongerust. Hier ligt een rol voor de eigen huisarts. Hij kent de patiënten die baat zouden kunnen hebben bij het bespreken van deze misverstanden.
tot drie tellen
Verder zou de les: ‘Dokter bellen = tot 3 tellen!’ in het curriculum van de basis- en de middelbare school opgenomen kunnen worden. 1. Niet ongerust = afspraak eigen huisarts. 2. Ongerust = huisarts of Hap bellen. 3. Levensgevaar = 112. Wanneer we de huisarts en de Hap willen behouden, moeten we durven tot 3 te leren tellen. De huisartsenpost wordt te druk. Daar kan zowel huisarts als patiënt iets aan doen. <