© HBVL

“Hij dronk zich dood. Uit wroeging, denk ik”

Half de jaren ‘70 was hij de cowboy van de elite-eenheid van de rijkswacht. In zijn latere leven verzoop hij in vodka en eenzaamheid. Daartussenin, in de zware jaren tachtig, was Christiaan B. bij de Bende van Nijvel, zo bekende hij voor zijn dood aan zijn broer. Hij zou dus de moordende Reus zijn die zo tekeerging bij de overval op de Delhaize in zijn eigen Aalst. “En stel je voor, daarna heeft hij als rijkswachter zélf op het dak van die Delhaize gelegen”, zegt een oud-collega. “Op de uitkijk naar zichzelf.”

jvr, cds, yb, elb, me, hvdc, tg

Er werden zelfs geen doodsprentjes gedrukt. Zo alleen was Christiaan B. toen hij stierf. Hij zag niemand en sprak met niemand. Hij was - op een paar korte relaties na - het grootste deel van zijn leven vrijgezel. Alleen zijn broer kwam nog om de paar dagen langs. “Ik bracht boodschappen mee en ik kookte voor hem”, zegt die. “Hij kwam zijn zetel niet meer uit. Op het einde woog hij nog 48 kilo. Hij had altijd veel pinten gedronken, maar na zijn pensioen werd het porto, en uiteindelijk vodka. Hij heeft zich doodgedronken. Uit wroeging, geloof ik.”

Het was nooit een geheim geweest dat hij zwaar dronk. Toen hij op het einde van zijn loopbaan op de markten van Aalst moest toezien op de goede gang van zaken, kon iedereen zien dat hij zelden nog nuchter was. Zijn buren hadden hem meer dan eens moeten oprapen van de stoep. En ze klaagden dat Chris - iedereen noemde hem zo - niets deed aan het onkruid dat hoog stond in zijn hof. Een paar maanden voor zijn dood had zijn broer de tuin eindelijk gefatsoeneerd. Chris stond erop te kijken.

Niet dat hij overhoop lag met de buurt. Integendeel. Als er een pakje kwam voor de buren, nam hij dat in ontvangst. De bonenstaak met de hoornen bril en warrige haar zei vriendelijk gedag, hij rolde zijn sigaret en zweeg.

Groep Diane

Tot hij dood gevonden werd op 14 mei 2015, met zijn huis vol lege flessen. Het was het einde van een lange weg naar beneden van een man die vroeg in zijn leven zijn hoogtepunt had gekend. Bij de Groep Diane, de elite-eenheid van de rijkswacht. Die was in 1972 opgericht, en in die beginperiode zochten ze naar rekruten met poten aan hun lijf. Lefgozers. Chris B., bouwjaar 1954, de zoon van een officier van de landmacht en nogal militaristisch ingesteld, was naar de rijkswachtschool geweest. En hem kozen ze uit voor die eerste lichting, vijftien man sterk. En hij was in de speciale eenheid meer dan in zijn element.

Hij was een speciale. Dat woord komt telkens terug bij wie B. omschrijft. “Hij was een vechtjas en een wapenfreak”, zegt een man die in diezelfde periode actief was bij de Groep Diane en die B. kende. “Ne zot. Kijk, er waren heel wat mensen die heel goed werk deden bij Diane. Er was ook een bende cowboys die systematisch ver over de schreef ging. Mannen die met mitraillettes in de aanslag binnenstormden als ze een louche café moesten controleren. Die migranten tegenhielden op straat, hun cravatte door het autoraampje trokken, de ruit dichtdraaiden en begonnen te rijden. Van die bende was B. de zwaarste.”

“We lachten ook wel wat met hem”, zegt een ander Groep Diane-lid. “Omdat hij zo mager was. Knoken-en-vel noemden we hem.” Ook bij volgende generaties leden van de speciale eenheden bleef B. een ronkende naam. De man van de eerste lichting die eender welke deur durfde intrappen, zonder zich veel zorgen te maken over wat erachter zat. Degene die altijd nog een stap verder ging dan zijn kameraden. In de tweede helft van de jaren ‘70 werd het de rijkswacht duidelijk dat de cowboys bij de Groep Diane de hele brigade een slechte naam gaven. Dus moesten de rotte appels eruit. In 1976 vloog Chris B., na heel wat tuchtproblemen, buiten bij de elite-eenheid. Hij werd rijkswachter in Aalst, waar hij zijn loopbaan eindigde als wijkagent.

Drie keer zwarte band

Niet dat B. alleen maar de harde flik was. Hij was ook volbloed carnavalist. Verkleedde zich als olijke piraat, paradeerde als Gille met zijn maten door de straten van Dendermonde, waar hij was opgegroeid en waar hij bestuurslid was van een carnavalsgroep. “We zaten meer dagen wel dan niet samen aan de toog”, zegt een vriend uit die tijd. “Chris was iemand die zich niet liet opvallen. Ne zenuwachtige, dat wel. Kon geen twee minuten stilzitten op zijn stoel. Hij had een zwarte band in karate, jiujitsu en judo. En hij ging heel erg op in zijn gevechtssporten. En nu ik die robotfoto opnieuw bekijk: het is hem, hé. Sprekend.”

Over de Bende van Nijvel heeft hij nooit met een woord gerept, zegt de vriend. Met een collega-rijkswachter die vijftien jaar met hem diende in Aalst sprak hij er wel over. Kon moeilijk anders. “We hebben daar na de bloedige overval verdomme samen op het dak van de Delhaize gelegen, om de boel te bewaken”, zegt de collega. “Hij wilde oplossingen, zei hij. Ik kan en wil het niet geloven, dat hij de reus was.”

“Ik weet iets groot”

De broer van Chris B. gelooft het dus wel. Omdat hij het hem zelf verteld heeft, een paar weken voor hij stierf. De broers waren nooit twee handen op een buik geweest. De jongste was nogal een losbol. Chris, de oudste, hield van orde en tucht. “In zijn tijd bij de Groep Diane, is hij erg veranderd. Hij werd hard en stil. Ging niet meer bij ons moeder op bezoek.” Daar moet hij, volgens de broer, in contact zijn gekomen met de foute types. Daar moet de neerwaartse spiraal zijn begonnen die hem finaal deed eindigen alleen met zijn fles vodka. “Maar hij was geen gangster. Hij hielp ook mensen.” . Zo nam hij een jonge delinquent onder zijn dak. Die was het die hem dood vond.

Chris B., een brave, zwijgende dronkenman, zo leek het. Een met geheimen echter. Hij sprak er ooit over tegen zijn collega’s bij de rijkswacht in Aalst. “Ik weet iets over de Bende van Nijvel. Iets groot. Maar ik mag er niks over kwijt.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer