Direct naar artikelinhoud
Nieuwsgezondheidszorg

Britse minister gecharmeerd van Nederlands Buurtzorgmodel

Een vergrijzende bevolking, een stijgend personeelstekort en een inefficiënt zorgstelsel. De Britse ouderenzorg kampt met grote problemen, maar minister van Volksgezondheid Matt Hancock heeft een oplossing in het vizier: Buurtzorg. 

Britse minister van Volksgezondheid Matt Hancock.Beeld Getty Images

Op een medisch congres eind vorige week heeft de Conservatieve bewindsman gezegd dat de tijd rijp is om het Nederlandse zorgmodel landelijk te implementeren.

In Groot-Brittannië wordt de ouderenzorg gecoördineerd door de huisartsen en vaak uitgevoerd door private ondernemingen die langs elkaar heen werken. Het is een kostbare en omslachtige werkwijze die de zorg vaak niet ten goede komt. Geregeld duiken er verhalen op van verwaarloosde en slecht behandelde ouderen. Het komt vaak voor dat ze te lang in het ziekenhuis liggen, simpelweg omdat er geen zorg voorhanden is als ze naar huis gaan.

Lagere kosten

Volgens Hancock is het beter dat wijkverpleegkundigen verantwoordelijk worden voor de zorg van een bepaalde groep ouderen, zoals in Nederland het geval is. Dat zal leiden tot betere zorg en minder druk op huisartsen en ziekenhuizen. ‘Vergeleken met andere modellen levert het Nederlandse de beste kwaliteit tegen lagere kosten,’ zo hield bij de National Association of Primary Care Conference in Birmingham voor.

Het voorstel van Hancock komt niet uit de lucht vallen. In Zuid-Londen zijn ze twee jaar geleden al begonnen met ’Neighbourhood Care’ in Brixton en Walworth. Ouderen en verpleegkundigen zijn, blijkt uit een evaluatie, gelukkig met deze nieuwe werkwijze. ‘Omdat verpleegkundigen meer tijd kunnen doorbrengen met de ouderen, ontstaat er een vertrouwensband en hebben ze meer kennis over hun gezondheidsproblemen’, concludeert de onderzoeker.

Navolging

De Britten zijn niet de enigen die gecharmeerd zijn van het door Jos de Blok ontwikkelende Buurtzorgmodel. Ook in de Verenigde Staten, China en Duitsland vindt het navolging. Een probleem bij het invoeren in Groot-Brittannië is de financiering. Nederland kent een premiestelsel, terwijl de staatszorg op het eiland wordt gefinancierd uit algemene middelen. Een ander obstakel is de Britse zorgcultuur, die hiërarchischer is dan de Nederlandse.