Direct naar artikelinhoud
columnWillem Vissers

Het verschil tussen het vrijdagduel van de vrouwen en dat van PEC is te groot om te beschrijven

Voetbalverslaggever en columnist Willem Vissers

Op het moment dat in Utrecht een limonadefeest zijn knallende apotheose naderde, met een stadion vol gelukzaligheid dat de vermoedelijke plaatsing van de vrouwenploeg voor het WK vierde, bekogelden woedende supporters van PEC Zwolle het veld in Zwolle met bekers bier en een staaf. De wedstrijd werd tijdelijk gestaakt.

Supporters achter het doel staken hun boze koppen bij elkaar. Ze waren even klaar met PEC, met scheidsrechter Richard Martens, met het tijdrekken van Willem II, met de naderende nederlaag. Ze hebben de laatste jaren geroken aan succes dat zich dit seizoen te vaak schuilhoudt.

Het verschil tussen het vrijdagduel van de vrouwen en dat van PEC is te groot is om te beschrijven. Het betreft onvergelijkbare grootheden, maar het gaat om het idee. Het ene decor is: vrouwelijk, lief, aardig. Gezinnen. De sfeer is bijna klef, de klok lijkt teruggedraaid naar vroeger, toen geluk nog gewoon was. Een nieuw publiek vindt gretig de weg naar stadions, waar Lieke Martens en co hun kunsten vertonen. Vaders en moeders met dochters. Toch ook zoons. In het clubvoetbal van vrouwen komt weinig publiek kijken, interlands zijn vlot uitverkocht.

Het vrouwenvoetbal kan wel een beetje adrenaline gebruiken, het zij gezegd. Dat de mensen niet alleen zingen en met een klapper in hun handen slaan, maar ook vaker reageren op gebeurtenissen in wedstrijden. Waarbij aangetekend dat je dat bij veel clubs in het mannenvoetbal ook merkt. Ze zingen voortdurend hetzelfde liedje, vrijwel losstaand van acties op het veld.

Wie weet hebben de mannen op de tribunes een scheutje adrenaline over voor de vrouwen, in de goede zin des woords: met hun vindingrijkheid in liederen of hun diepe clubliefde. Maar de mannen onder elkaar slaan menigmaal door, mede omdat hun gevoelens geregeld zijn aangelengd met genotsmiddelen van verschillende aard.

We zaten deze week op het vliegveld, voor de terugkeer uit Lissabon, toen geschrokken supporters van Ajax spraken over de aanval op een hotel door Portugezen. Ze lieten angstaanjagende filmpjes zien. Overal verstopten supporters zich, bang als ze waren voor een pak slaag, gegooide flessen en stoelen. De hele santenkraam vloog door de lucht.

In het stadion van Benfica was het ook al hommeles geweest, toen de politie de supporters met de lange lat naar hun plaats sloeg. In de wedstrijd deden spelers best vervelend tegen elkaar, maar dat mag blijkbaar niet te veel aandacht krijgen, want ‘we’ winnen weer in Nederland, we doen weer mee, we hebben af en toe stevige overtredingen nodig.

John van ’t Schip van PEC Zwolle is een van de sympathiekste trainers van het gilde. De lach is nooit ver weg. Hij is sociaal, hulpvaardig en probeert mooi voetbal te spelen. Hij vond de bierdouche niet goed te praten, doch begrijpelijk, want ‘het spelverderf van Willem II liep de spuigaten uit’, en de scheidsrechter trad te weinig op. Als sieraad van de sport toonde hij net even te veel begrip voor de woede van de supporters van PEC, juist omdat zijn gedrag normaliter zorgzaam is, met een mooi vleugje vrouwelijkheid.