Nee hoor, lopen is geen hype

Ik liep de Antwerp 10 Miles en ik heb me goed geamuseerd. De hitte veroorzaakte mijn traagste tijd ooit, maar daar ligt gelukkig niemand wakker van. De enige persoon die oprechte interesse toont in een eindtijd, is de loper zelf. De rest doet gewoon alsof. En terecht. Natuurlijk wilde ik liever sneller lopen dan vorig jaar, maar dat zat er om klimatologische redenen niet in. Een beetje competitie kan geen kwaad. Amateurvoetballers winnen ook graag. Bepaalde wielertoeristen slikken zelfs verboden middelen om elkaar af te troeven. Dat is dwaas, maar zo zit de mens in elkaar. Het zijn de uitzonderingen.

Zondag dronk ik na afloop nog een pintje met de collega’s. Iedereen was het erover eens dat een licht bewolkte hemel aangenamer aanvoelt tijdens een intensieve inspanning. Daarna reden we – moe maar tevreden – naar huis. Rond 18 uur volgden de eerste bezorgde telefoons van vrienden en familieleden die Het journaal hadden gezien. Ik lag, in tegenstelling tot een veertigtal ongelukkigen, niet in het ziekenhuis. Op een evenement waar 40.000 amateursporters aan deelnemen gebeuren er ongelukken. Wie beweegt, maakt kans op een blessure. Wie slecht getraind een verre afstand loopt, daagt het lot uit. Lopen bij warm weer is echter geen rocket science: drink voldoende water en doe niet te zot. Een goede voorbereiding kan eveneens geen kwaad. Je kunt ook gewoon pech hebben. Een mensenlichaam zit complex in elkaar. Het fenomeen ‘een mindere dag’ bestaat echt.

Destructief

Deze editie zag ik zonder twijfel meer mensen in horizontale positie op de grond liggen dan voorgaande jaren. Op bepaalde festivals en party’s komt dat fenomeen ook voor, om totaal andere redenen. Het oogt allemaal niet zo gezond, maar het hoort bij ons destructief kantje, vrees ik.

In deze tijd van het jaar bekritiseert men traditiegetrouw graag ‘de hele loophype’. Lopen is geen hype. Een hype is een verschijnsel dat tijdelijk bovenmatige media-aandacht krijgt en daardoor belangrijker lijkt dan het in werkelijkheid is. Denk aan fidgetspinners en Pokémon Go. Ik merk een verschil. Zolang mensen zich graag fit voelen, zullen duursporten niet verdwijnen. Je put er energie uit. Ontspanning door inspanning. Een uurtje door een bos joggen met een zelf samengestelde playlist doet wonderen en ik beveel het iedereen aan.

Niemand hoeft zich echter verplicht te voelen om te bewegen, maar op basis van de gebeurtenissen van afgelopen weekend alle deelnemers van een loopevenement afschilderen als halve zotten, vind ik net iets te karikaturaal. Het gebeurt meestal door enkelingen die zich wat onzeker voelen over hun eigen conditie en bij uitbreiding hun algemene gezondheid. Lopers zien afgevoerd worden op televisie geeft hen het gevoel dat hun levensstijl verstandiger is.

Zondebok

Ik word vooral wat moe van het gezeur over mensen die een sportieve uitdaging wel interessant vinden. Noem me één sport waarin nooit wordt overdreven. Normale recreanten sporten verstandig. Het leven is al druk genoeg. Een stadsloop moet ongeveer de allerlaatste activiteit zijn die ons stress bezorgt. Ik zag zondag geen enkele gestresseerde deelnemer.

In lastige situaties zoeken we graag een zondebok, maar in het geval van de Antwerp 10 Miles ken ik er geen. Drie bevoorradingsposten over een parcours van 16 kilometer lijkt me ruim voldoende, ook bij warm weer. Laat ons niet overdrijven. Enkele tientallen lopers hadden pech of ze pakten het verkeerd aan. Dat gebeurt. Volgende keer beter. Als ik het goed begrijp, ligt er tegen het einde van de week niemand meer in het ziekenhuis. Dat is het belangrijkste.

Ik sloot bijna af met de opmerking dat er in Afrika elke dag kinderen bij nog hogere temperaturen naar school lopen, maar zo banaal hoeft het niet te worden. Wie graag loopt, moet dat doen. Wie meer voldoening haalt uit een rustige hobby, wens ik ook enorm veel plezier. Daar valt verder weinig over te zeggen.

Volgend jaar loop ik opnieuw mee. Mijn streefdoel situeert zich ergens rond de 1 uur 13 minuten. Mijn collega Simon versloeg me deze keer, maar dat lukt hem geen twee keer.

Ik val nog liever dood.