"Dit was gewoon mijn manier om een deel van mijn afkomst te laten zien, wat belangrijk is in een wereld als deze", schrijft Saade woensdag op Instagram. "Ik kreeg die kaffiya van mijn vader toen ik klein was, om nooit te vergeten waar de familie vandaan komt. Toen wist ik nog niet dat het ooit 'een politiek symbool' zou worden genoemd door de EBU."
Saade, die een vader van Libanees-Palestijnse afkomst en een moeder van Zweedse afkomst heeft, verzorgde dinsdag de opening van de eerste halve finale. Hij droeg daarbij een zogeheten kaffiya om zijn pols. Deze sjaal wordt in Arabische landen vaak als hoofddeksel gebruikt.
De artiest sprak zich ook op sociale media al meerdere keren uit tegen de oorlog tussen Israël en Hamas in de Gazastrook. Politieke statements, waaronder het dragen van de sjaal, zijn verboden volgens de regels van het Songfestival.
De European Broadcasting Union (EBU) liet eerder weten teleurgesteld te zijn in de zanger. "We betreuren het dat Eric Saade ervoor heeft gekozen zijn deelname op deze manier te gebruiken", schreef de EBU in een e-mail aan de Zweedse krant Aftonbladet. De organisatie heeft het optreden van Saade, als enige artiest van de avond, niet op haar socialemediakanalen gezet.
Kritiek EBU is racisme volgens Saade
In de ogen van Saade is de kritiek van de EBU "gewoon racisme". "Ik wilde inclusief zijn en iets dragen dat authentiek is voor mij, maar de EBU schijnt te denken dat mijn etniciteit controversieel is", schrijft de Zweedse zanger, die in 2011 derde werd met het nummer Popular.
"Dat zegt niets over mij, maar alles over hen. Ik blijf bij de Eurovisie Songfestival-slogan van dit jaar: United by music! Ik kan alleen maar hopen op enige verandering in de toekomst", vervolgt Saade, die de sjaal niet droeg tijdens de repetities.
Het Songfestival vindt dit jaar plaats in het Zweedse Malmö. De tweede halve finale, waaraan Joost Klein namens Nederland meedoet, is donderdag. De grote finale vindt zaterdag plaats.