“Het klopt dat het om een kleinschalig onderzoek gaat”, legt professor Sara Pabian uit. Zij begeleidt de studenten meertalige communicatie bij hun campagne. “Toch zijn de resultaten opvallend. 25% van de 99 jongeren kreeg online al te maken met haat. En dat in een periode van slechts twee maanden. Zouden we dat onderzoek voor een langere periode van pakweg een jaar uitvoeren, dan zal dat cijfer wellicht nog een stuk hoger liggen.”

De negatieve opmerkingen gaan vaak over uiterlijk, lichaam of seksualiteit en worden in het merendeel van de gevallen in een privébericht gestuurd en dus door iemand die de jongeren persoonlijk kennen, weet Pabian. Ze vermoedt daarom dat sociale media als Whatsapp, Instagram en Snapchat worden gebruikt als uitlaatklep. “Wanneer op school iets gebeurt dat negatieve gevoelens opwekt, dan zal dat online geuit worden. Via een privébericht worden jongeren uitgescholden.”

Om het probleem aan te pakken, lanceerden de studenten de campagnevideo Stop Labeling Us. Ze stelden ook een spelactiviteit samen voor scholen om jongeren bewust te maken van ­onlinehaat en van het feit dat zoiets niet oké is. “Er wordt dan een aantal stellingen voorgelegd rond de materie. Daarover kunnen ze zelf een mening geven. Er wordt niet gesproken over persoonlijke ervaringen. We willen vooral een positieve boodschap brengen, namelijk dat ze hun gedrag niet moeten laten bepalen door eventuele negatieve commentaren van leeftijdsgenoten.”

Naar Washington

Op die campagne worden de universiteitsstudenten door Facebook en de organisatie EVP beoordeeld. “We doen mee aan de wedstrijd Peer to Peer: Facebook Global Digital Challenge. Belanden we in de top drie, dan mogen we deze zomer onze campagne in Washington gaan voorstellen aan Facebook.”