Direct naar artikelinhoud
ReportageGiro d'Italia

Een sprinter gaat liever niet alleen de berg op

Etappe van Riva del Garda naar Iseo. Tijdens een wolkbreuk gaat Elia Viviani ( midden in de paarse puntentrui ) gaat Danny van Poppel (rechts, in het geel van Lotto-Jumbo ) in de eindsprint voorbij. Viviani wint zijn 4e etappe deze Giro en van Poppel wordt 4e.Beeld Klaas Jan van der Weij

Danny van Poppel kijkt woensdagochtend een tikkeltje benauwd vooruit naar de rit die begint op de noordoever van het Gardameer en 155 kilometer verderop eindigt aan het Lago d’Iseo. Eindigt een etappe in de Giro d'Italia eindelijk weer een keer vlak, liggen er kort na de start toch nog twee behoorlijke bulten van meer dan 700 meter te wachten.  De sprinter van Lotto-Jumbo moet meteen aan de bak op terrein dat niet bepaald zijn domein is.

Hij weet dat er deze dag weer naar hem gekeken zal worden. Grote namen in zijn discipline zijn dun gezaaid in deze editie. Er zijn maar weinig kansen, het gaat te veel omhoog. Voor de teambus trapt hij dan ook alvast de spieren warm.

Ze krijgen het deze dagen behoorlijk voor de kiezen, de spurtbommen die wel present zijn. Het afgelopen weekeinde krabbelden ze tegen de steile Zoncolan omhoog en moesten ze vijf passen in de Dolomieten verteren. Er wachten nog drie etappes die bovenop een hoge berg eindigen. De achterstand van de beste sprinters in de koers liepen niet dramatisch op. De Italiaan Elia Viviani, de leider in het puntenklassement, de Ier Sam Bennett, die twee etappes won, en Van Poppel,  vijf keer in de top 5, finishten zo’n half uur achter de winnaars.

Klimmen

Hoe ze de hellingen overleven, krijgt de aandacht in hun teams. Sprinters moeten zichzelf niet opbranden, ze zijn nog nodig als de bergen achter de rug zijn. Coach Sierk Jan de Haan van Lotto-Jumbo reed achter Van Poppel toen hij de Zoncolan op moest. De sprinter was met opzet ingeschakeld om klassementsrenner George Bennett in goede positie af te zetten aan de voet.

‘Als je dan van voren zit, kun je even bijkomen en je dan rustig laten uitzakken om een goede groep op te zoeken.’ Daarna komt het erop aan hem te motiveren. ‘We blijven bij hem op zulke momenten. We laten hem niet de steek.’ Hij reikt een bidon aan. Hij zegt dat zijn broer Boy achter hem rijdt. Hij vertelt hem hoe ver het is. Hij laat weten dat hij al veel geloste renners heeft gezien. ‘Het gaat erom hem positief te benaderen.’

Volgens Van Poppel is hij de afgelopen dagen niet echt in de problemen gekomen. ‘Ik ben niet tussen de auto’s beland, ik zag wel andere renners er doorheen zakken. Ik kan klimmen behoorlijk aan. Het is zelfs een wapen van me.’

De Dolomietenrit voelde nog zwaarder dan de Zoncolan. ‘Toen bleven ze maar koersen en springen. En dan komt er weer een klim aan van 9 kilometer. Pfff. Maar je moet erbij blijven. Als je het wiel van een voorganger kan houden, dan doe je dat. Je wil gewoon niet alleen rijden. Als je in een groep zit, is dat ook voor in je hoofd beter, het toont aan dat je nog in orde bent.’ Ook de ploegleider van Viviani, Davide Bramati, houdt zijn sprinter voor dat hij bij anderen moet blijven. Het biedt de mogelijkheid niet alle reserves te hoeven aanspreken.

Slechtere situaties

Schrikbeeld voor menigeen in dit vak is de lijdensweg van sprinter Kenny van Hummel. De renner van het toenmalige Skil-Shimano eindigde in de Tour de France van 2009 telkens op grote achterstand, nadat hij grote afstanden moederziel alleen had moeten afleggen. Het kwam hem in L’Equipe op het predicaat ‘slechtste klimmer ooit’ te staan.

Sam Bennett doet wat laconieker over zijn ervaringen in de bergen. ‘In de eerdere grote ronden kampte ik met blessures en ziekten. Toen ben ik pas echt diep moeten gaan. Ik heb slechtere situaties meegemaakt dan een klim.’ Hij zegt altijd voor een eigen tempo te kiezen. ‘Meestal kom ik er wel weer bij.’ Hij heeft het voordeel dat bergen voor hem vertrouwd terrein zijn. Hij woont en traint in Monaco. Voor een sprinter is hij met 71 kilo aan de lichte kant.

Hoewel er in de etappe naar het meer van Iseo herhaaldelijk ontsnappingspogingen zijn, controleren de sprintersploegen de koers. Bora Hansgrohe rijdt voor Bennett, Lotto-Jumbo voor Van Poppel. Maar op de kletsnatte finish in Iseo is het toch weer Viviani van Quick-Step die voor de vierde keer de anderen te snel af is. Van Poppel zit goedgeplaatst in het wiel van de Italiaan, maar lijkt te vroeg aan te gaan – hij zegt na afloop dat hij Viviani had willen verrassen. Hij wordt vierde. Ook de sprint kan een hobbel van formaat zijn.