Direct naar artikelinhoud
Eeuwige LevenMartin van den Heuvel

Oost-Europakenner Martin van den Heuvel was tijdens de omwenteling in de Sovjet-Unie continu op de buis (1931-2018)

Hij werd lang gezien als de inspiratiebron voor dr. Clavan, een typetje van Kees van Kooten. Bij de omwenteling in de Sovjet-Unie was hij continu op de buis.

Martin van den Heuvel

Toen Ischa Meijer in 1989 in het programma Een Uur Ischa cynisch vaststelde dat ‘vrijheid van meningsuiting en al die andere glasnost die Sovjet-leider Michael Gorbatsjov nastreefde tot niets leidde’, antwoordde hij droog: ‘Ja dat blijkt uit dit programma.’ Humor kon ‘russoloog’ Martin van den Heuvel niet ontzegd worden. Op Ischa’s vraag wat hij dacht van de situatie in de Sovjet-Unie zei hij: ‘Een concretere vraag zou welkom zijn.’

Van den Heuvel was in de tijd van de grote omwenteling in het Oostblok een door radio en televisie veelgevraagd Oost-Europa-deskundige. ‘Of het helemaal waar is weet ik niet. Maar er werd gezegd dat hij de enige deskundige is geweest die drie dagen achter elkaar live in het achtuurjournaal zat’, zegt zijn zoon, de historicus Maarten van den Heuvel.

Vaak werd gedacht dat Van den Heuvel de grote inspiratiebron was voor ‘Oost-Europa-deskundige’ dr. Remco Clavan, een van de bekende typetjes van Kees van Kooten uit Keek op de Week. ‘Het was altijd een levendige discussie tussen verschillende Oost-Europadeskundigen wie de inspiratiebron was. En daar deed mijn vader vrolijk aan mee.’ Later zei een redacteur van het programma dat het typetje was geïnspireerd op EO-buitenlandcommentator Aad Kamsteeg.

Martin van den Heuvel overleed 13 april in Heemstede. Naast Maarten en zijn vrouw Han wordt hij ook overleefd door zijn dochter Femke, die een veganistische koksopleiding in Haarlem heeft.

Martin van den Heuvel werd geboren in een katholiek gezin van acht kinderen in hetzelfde Haarlem. Hij was voorbestemd priester te worden, maar koos eigenwijs voor een studie geschiedenis met als specialisatie Russische geschiedenis. Na afronding van de studie werkte hij korte tijd bij een bank. In 1964 kreeg hij de kans voor Het Parool correspondent te worden in Moskou. Hij zou dat drie jaar doen en slaagde erin een groot netwerk op te bouwen, ook met dissidenten. Daarnaast lukte het hem contact te leggen met de in die tijd door de Chinese autoriteiten van de buitenwereld afgesloten Nederlandse ambassade in Beijing, hetgeen een wereldprimeur was.

In 1967 keerde hij terug in Nederland. Zijn opvolger was Karel van het Reve. Het Parool wilde hem benoemen tot correspondent in Bonn. ‘Maar hij was gefascineerd geraakt door de Sovjet-Unie en wilde zich verder verdiepen in dat land. Daarom koos hij voor een baan bij het Oost-Europa Instituut. Hij was niet zozeer de academicus pur sang, maar wilde de kennis over het communisme en Oost-Europa verder populariseren’, zegt zijn zoon. Hij was ook zeer kritisch over de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie, wat hem als docent aan de UvA door de marxistische studenten van toen niet altijd in dank werd afgenomen. Zijn humor en zijn afkomst - zijn vader was banketbakker in een arbeiderswijk -  redden hem.

Na de omwenteling in de Sovjet-Unie koos hij voor een correspondentschap voor de GPD in Moskou. Uiteindelijk werd zijn verblijfsvergunning geweigerd. Hij ging bij Clingendael en de Adviesraad Vrede en Veiligheid werken en werd verkiezingswaarnemer in landen als Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. Hij leidde verschillende inzamelingsacties voor mensen in deze landen zoals ‘Help Oma Donka’ in Bulgarije en ‘Help Tante Maria’ in Armenië.

In 1998 publiceerde hij samen met Dick Verkijk het boek Schuld en boete, Bijdrage van twee anti’s aan het communismedebat. In totaal zou hij zeventien boeken publiceren over diverse onderwerpen, zoals sport in Rusland, totdat dementie verder werken onmogelijk maakte.