© Joren De Weerdt

‘Salamander’-actrice Vera Van Dooren keert terug naar haar roots in Turnhout

Op zondagavond kijken we massaal naar Salamander, de misdaadreeks met ­Filip Peeters als inspecteur Paul ­Gerardi. Hij krijgt deze keer te maken met commissaris Monda, gespeeld door Vera Van Dooren (53) die voor CittA terugkeert naar haar roots in Turnhout. “Als ik op de trein doorheen het militair domein in Tielen richting Turnhout spoor en ik hoor de Kempense tongval van medereizigers, krijg ik steeds het gevoel van weer thuis te komen.”

Tom Vets

Vera Van Dooren is een naam die bij het grote publiek geen bel doet rinkelen. Nochtans draait ze al jaren mee als actrice, maar ze maakte vooral buiten Vlaanderen carrière. “Ik zette al mijn eerste theaterstappen in de periode dat de Warande de deuren opende”, gaat ze van start als we door het Turnhoutse cultuurhuis wandelen. “Theater 42 was een van de weinige semiprofes­sionele gezelschappen voor zowel jongeren als volwassenen. Het nummer 42 was een verwijzing naar het huisnummer van de Warande. Theater 42 was zowat het huisgezelschap, waardoor we van enkele voordelen konden genieten. Zo mochten we repeteren in de grote balletzaal. Drie keer per week kwamen we samen. Daar was ook Koen De Bouw bij. In de balletzaal was er een deur die uitgaf op de oude scene. Zo kwamen we op de loopbrug terecht van waarop we clandestien naar voorstellingen konden kijken. We dachten dat de bewakers dat niet wisten, maar die knepen schijnbaar een oogje dicht.”

© Joren De Weerdt

De Warande was en is nog steeds erg belangrijk voor de Kempen. “Ik denk dat het cultureel landschap in deze streek er anders zou uitgezien hebben zonder deze cultuurtempel. Dankzij de Warande zijn veel mensen in de artistieke sector terechtgekomen. Persoonlijk gaf het me de zin om theater te spelen. Als ik theater mag vergelijken met een zaadje, heeft dat via de Warande drie keer per week water gekregen.”

Franstalige sector

Van Dooren zat aanvankelijk op het conservato­rium in Antwerpen. “Maar daar vond ik m’n plek niet. Op zoek naar andere opleidingen belandde ik bij De Kleine Academie in Brussel bij Karel-­Maria De Boeck en Luc Desmet, de doofstomme jongen uit de BRT-serie De Paradijsvogels. Zij hadden een theaterschool opgericht naar het model van ­Jacques Lecocq. Terwijl men op het conservato­rium studenten vanuit het brein probeerde op te leiden, werkte men in Brussel veelal vanuit de beweging. Op het einde van de opleiding vroeg een Franstalige regisseur of ik in een stuk wou meespelen. Daarna volgde een tweede, een derde… en bleef ik in de Franstalige sector hangen. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Een drietal jaar geleden borrelde de drang op om in het Nederlands te spelen. Weinig mensen kennen mij in Vlaanderen en ik moest weer van nul beginnen. Maar dat is niet erg. Het werkt zelfs bevrijdend. Ik heb niets te verliezen en kan alleen maar nieuwe dingen ontdekken. Ondertussen kon je me al zien in Professor T. en Gent-West.”

Strikte regels

Van de Warande is het maar een kleine afstand naar het Heilig Graf, waar Vera eind jaren zeventig op school zat. “Ik zie in gedachten zuster Alix de troepen nog aanschouwen als we in de rij stonden. Met het Heilig Graf heb ik altijd een haat-liefdeverhouding gehad. Enerzijds heb ik er fantastische herinneringen aan. Maar men, zeker de nonnen, liet ook duidelijk merken het niet te appreciëren als je probeerde buiten de lijntjes te kleuren. In het Heilig Graf was men streng. Leerlingen moesten braaf zijn en strikt de regels rond het uniform naleven. Maar er waren ook leerkrachten waar de nonnen minder vat op hadden. Zij verruimden onze blik op de wereld. Zo liet onze leerkracht Nederlandse Expressie zien dat er nog andere dingen waren dan mooie teksten declameren. Ik studeerde ook bouw- en beeldende kunst en die architectuur van de school met rode bakstenen en veel aandacht voor symmetrie kon me mateloos boeien. Tussen de gebouwen stond vroeger een beukenboom waar ik veel beukennootjes raapte. Op de kiekenkoer, zo genoemd omdat er kippen liepen, stond een grote kastanjeboom. Die bomen waren voor mij belangrijk. Ze waren een soort van rustpunt in de school.”

© Joren De Weerdt

Op school ronselden de nonnen actief kandidaten om in hun wereld te stappen. “Zo werd je geregeld aangespoord om een seminarie te volgen. Ik was er als de dood voor dat ik een roeping zou krijgen. Ooit liep er eens een meisje uit de kerk, terwijl ze riep dat ze God had gezien. Ik wou echt niet hetzelfde meemaken.”

© Joren De Weerdt

We wandelen over de Grote Markt richting Otterstraat en houden halt aan café De Wirwar, dat helaas gesloten blijkt. “Dit café staat voor mij synoniem met mijn eerste stappen richting onafhankelijkheid”, vertelt Vera. “Mijn tienerjaren beleefde ik bij Theater 42 waar we in een veilig nest vertoefden, maar rond mijn achttiende mocht ik voor het eerst alleen gaan stappen. Je had cafés als De Ranonkel en Krakkedulleke, maar die waren iets te ruig. Naar De Wirwar mocht ik wel in m’n eentje. Later trok ik met vrienden ook nog naar café De Oase, maar dat café is er niet meer.” Vera gluurt door de half gesloten gordijnen. “Het is amper veranderd, zie ik. Ik herinner me nog dat er een koertje was. Daar mochten we niet op, door het naastgelegen uitvaartcentrum. We moesten de stilte respecteren.”

Een vat, een vat, een vat

Aan De Wirwar zijn vele herinneringen verbonden. “Het leeftijdsverschil tussen Koen De Bouw en mezelf is amper een maand. Toen we achttien jaar werden, gaven we er samen een vat. Op het raam van De Wirwar pronkt een tekst met onder andere ‘Eigentijds café met een vleugje heimwee naar vroeger’. Dat vat mijn gevoel over De Wirwar helemaal samen.”

Het gesprek komt op Salamander, waarin Vera nu schittert. “Commissaris Monda is een vrouw die buiten de lijnen durft te kleuren. Ze moet zich weliswaar binnen de wettelijke beperkingen houden, maar durft al eens bepaalde zaken van Paul Gerardi door de vingers te zien.” Op de set kwam Vera ook acteur Luc Nuyens tegen, die inspecteur Danny speelt. “Luc en ik zijn familie. Het was een feest om elkaar in deze context terug te zien. In onze jeugd zagen we elkaar erg vaak bij Theater 42 en toen al werd het idee geopperd om samen ooit te acteren.”

Salamander smaakt naar meer. “Al was het maar omdat het in het Nederlands was. Op de duur kon ik mezelf prima behelpen in het Frans, maar gevoelens uitdrukken gaat o zo veel eenvoudiger in je moedertaal. Ik had vaak het gevoel op de set met kunstenaars te mogen werken. Allemaal mensen met serieuze vakkennis. De beelden van Salamander zijn prachtig. Het lijkt wel een internationale film. Cameraman Lou Berghmans is een echte artiest.”

© Joren De Weerdt

We verlaten het centrum en rijden naar Het Stokt, een wijk in de buurt van de Nieuwe Kaai. Aan de kruising van de Hertoginstraat en de Koningin ­Astridlaan houden we halt aan het kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw ter Koorts. “Of de Piskapel zoals mensen uit de buurt het kapelletje noemen. Die bijnaam dankt de kapel aan het feit dat moeders hier vroeger gingen bidden als hun kinderen nog in bed plasten.” Het Stokt is het meest vertrouwde stukje Turnhout voor Vera, want ze werd er geboren en bracht er haar jeugd door. “Ontelbare keren liet ik de hond uit op het zandwegeltje naast de kapel. Het is puur jeugdsentiment om hier terug te zijn. Het Stokt was een wijk die gelinkt was aan Allaar, een staalfabriek. Het roet van Allaar dwarrelde letterlijk neer in de straten.”

“Mijn vader heeft veel voor de wijk gedaan. Wist je dat hij mee aan de wieg stond van het eerste buurthuis in België? Ondertussen is het afgebroken en is de wijk flink veranderd. Door dat buurthuis en de inzet van veel mensen zag je Het Stokt flink opleven. Ik herinner me nog een bushalte zonder wachthokje op het Robsonplein. Omdat de officiële instanties maar bleven talmen, had mijn vader die timmerman was, zelf een bushokje in elkaar getimmerd. Het is zelfs plechtig geopend in aanwezigheid van de pers. (lacht) Eigenlijk was dat een daad van rebellie, maar het heeft er toch jarenlang gestaan. Bij buurtfeesten deed het dienst als barbecueplek.”

Er was ook een buurtcomité. “Dat flink heeft geprotesteerd toen de plannen opdoken om de ring rond Turnhout door te trekken door de Stoktse vallei, zoals wij dat noemden. We hebben dat lang kunnen tegenhouden, maar uiteindelijk is dat stukje ring er toch bijgekomen.”

Het Stokt had ook een sporthal. “Toen die afgebroken werd, bleef de betonnen vloer liggen. Mijn vader had connecties bij de brandweer en tijdens de winter zette hij de vloer onder water zodat het een schaatspiste werd. De vrouwen uit de buurt deelden er warme chocolademelk uit.”

© Joren De Weerdt

We eindigen onze tocht in natuurdomein De Liereman in Oud-Turnhout. “Waar ik als kind vaak met mijn vader kwam. Ik ben een natuurmens. Wat opvalt, is de stilte. Er zijn weinig plekken in België waar het zo stil nog is. In mijn jeugd deden de grote vlaktes in de zomer me denken aan Kenia. De Kalmthoutse Heide heeft dat gevoel ook. Ook de kleuren maken telkens grote indruk. Nu is het winter en is alles donker en grauw. Maar als de purperen hei in bloei staat, in combinatie met de vele andere kleuren is dit één groot schilderij.” Veel volk loopt er niet rond in De Liereman. “Ik vrees dat veel Turnhoutenaren er amper tot nooit komen. Het is te weinig bekend, wat zonde is.”

Anthony Hopkins

Pratend over haar carrière halen we Kidnapping Freddy Heineken aan, een film met Anthony ­Hopkins waarin Vera enkele jaren geleden speelde. “In een regie van Daniel Alfredson, die deels de Millennium-trilogie regisseerde. Ik speelde de moeder van crimineel en Heineken-ontvoerder Willem Holleeder. Dirk Roofthooft werd gecast als de vader en Sam Worthington (Avatar, Clash of The Titans) was onze zoon. Helaas had ik geen scènes met Hopkins, die Heineken speelde. De opnames vonden plaats in Antwerpen, dat moest doorgaan voor Amsterdam. Voor de rol onderging ik een metamorfose. In die mate zelfs, dat mijn filmdochter na een lange dag samenwerken me niet herkende toen ik na het omkleden mijn trailer verliet.”

Vera hoopt dat Salamander geen eindpunt is van haar Vlaams avontuur. “Via de reeks leerde ik Ann Willems van castingbureau Antourage kennen. Ze vroeg me of ze mijn agent mocht worden. Zo zit je meteen sneller aan de bron als er nieuwe rollen zijn om uit te delen. Ondertussen speelde ik een mooie nevenrol in Over ­Water, de zondagavondreeks van Tom Lenaerts die eind 2018 op Eén komt. De meeste scènes had ik met Tom Van Dyck en dat was ook alweer een plezier om mee te werken.”

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN